Urbanus: "Plot moet straffer zijn dan wat Chiroleiders rond hun kampvuur kunnen bedenken"
Op 7 juni 2019 wordt Urbanus 70 jaar. Aan zijn pensioen denkt Vlaanderens oerkomiek nog lang niet. Integendeel: Urbanus gaat onvermoeibaar op tournee en eind deze maand komt zijn eerste lange animatiefilm De Vuilnisheld in de zalen. De film is gebaseerd op de personages uit de stripreeks die Urbanus al 35 jaar maakt met tekenaar Willy Linthout. Nog tot 26 mei kan je in het Stripmuseum in Brussel trouwens een uitstekende overzichtstentoonstelling rond deze 'underground familiestrip' gaan bekijken.
GUIDO: Willy, ben jij 35 jaar geleden met knikkende knieën op Urbanus afgestapt?
Willy: Een beetje wel, want wie was ik? Een mechanieker uit Lokeren, terwijl Urbanus toen wel al had bewezen dat hij iets kon. Ik had een zeer grote bewondering voor hem als artiest, anders was ik er niet naartoe getrokken. Uitgever Jef Meert heeft toen een afspraak gemaakt, en we zijn bij hem thuis in Tollembeek gaan aanbellen. Ik herinner me nog dat de melk stond over te koken in de keuken. De beroemde Urbanus die zijn eigen melk moest koken, ik vond dat nogal raar.
(lacht)
Urbanus: Willy had een paar tekeningetjes mee, en ik vond dat plezant. Het gaf me een kick, want strips maken was ook mijn jongensdroom. Hij kwam op het juiste moment, want zo kon ik strips maken zonder dat ik al het fysieke werk moest doen.
Geen vastgeroeste regeltjes
GUIDO: Misschien is het feit dat jij ook voeling hebt met strips de reden dat het is gelukt?
Urbanus: Ja, en ook omdat ik voelde dat de stripversie die Willy tekende zich niet te ver verwijderde van mijn leefwereld.
GUIDO: Was Urbanus de allereerste BV-strip?
Willy: Ik vind het zelfs helemaal geen BV-strip.
Urbanus: Het enige wat toen bestond op dat vlak waren strips van De Strangers en Gaston & Leo, maar die waren te ver verwijderd van waar die artiesten voor stonden. Bij ons bleef het dichtbij.
Willy: Het is in elk geval zo dat onder invloed van het succes van de Urbanus-strip veel anderen er ook aan zijn begonnen, maar de enige die er echt goed in is geslaagd, is Hec Leemans, met zijn strips van
FC De Kampioenen. Voor de rest zitten er tussen die BV-strips vooral veel probeersels. Wendy Van Wanten, Margriet Hermans, Van Rossem, Kim Clijsters, Jacques Vermeire... Al die strips zijn onmiddellijk gekelderd. Ze dachten dat om het even welke strip met een BV-kop erop zou verkopen, maar zo werkt het niet.
GUIDO: Willy, jij had op die allereerste afspraak als visitekaartje De Zeven van Zeveneken meegebracht, een Nero-parodie van jouw hand.
Willy: Ja, en Urbanus begon die meteen te verfrommelen, de cover was diezelfde dag al beschadigd. Ondertussen is dat album tienduizend euro waard, en het exemplaar van Urbanus drie euro.
(lacht) Maar zo kon ik hem bewijzen dat ik in staat was om een volledig album af te werken.
Urbanus: Het feit dat Willy autodidact is, vond ik sympathiek, want ik ben zelf ook autodidact in alles wat ik doe. Ik heb geen studies gevolgd om muziek te maken, of theater, voor niets! Dat Willy ook geen geschoolde tekenaar was, stelde me op mijn gemak. Het was de ideale weg om iets nieuws te ontdekken dat niet was vastgeroest door de regeltjes van een school.
Willy: Ik werd niet gehinderd door enige kennis van zaken.
(lacht)
Urbanus: Toen ik rond 1980 filmpjes mocht maken voor de toenmalige BRT, zag ik er ook tegenop om met echte acteurs te werken. Ik vroeg liever aan Jan De Smet van De Nieuwe Snaar of aan Jean Blaute om te komen meespelen. Wij amuseerden ons, en zo had ik geen last van faalangst, want ik was wat geïntimideerd door geschoolde acteurs. Nadat die reeks filmpjes was uitgezonden, kwam er een officiële klacht van bij
Studio Herman Teirlinck, de toneelschool in Antwerpen. Ze beklaagden zich erover bij de BRT dat zij elk jaar een lading professioneel geschoolde acteurs afleveren, terwijl Urbanus in die filmpjes verscheen met zijn nonkel en zijn kameraden.
(lacht) Ik ben toen op het matje geroepen, en ik legde uit dat ik schrik had dat ik zou dichtklappen als ik naast echte acteurs zou moeten spelen. Het heeft uiteindelijk geduurd tot bij de Urbanus-films van Stijn Coninx, eind jaren tachtig, voor ik met professionele acteurs heb samengewerkt. Maar goed, tegen dan had ik al wat meer zelfvertrouwen.
Zelfstandig worden
GUIDO: Was de Urbanus-strip een experiment? Zo van: we zien wel wat ervan komt?
Willy: Ja, maar de week nadat het eerste album was verschenen, was ik al aan het tweede bezig.
Urbanus: Ik had direct door dat Willy genoeg fantasie had om verder te gaan.
Willy: Ik was toen 29 en wou stoppen als mechanieker, maar ik had drempelvrees om zelfstandige te worden. Urbanus heeft me daar hard van moeten overtuigen. Een firma oprichten en zo, ik kende daar niets van, maar het was allemaal correct en nodig. Achteraf gezien is dat zeker de juiste weg geweest. Van het eerste album zijn op korte tijd vijftigduizend albums verkocht.
Urbanus: Toen had ik door: oei, dit wordt hier groter dan we hadden verwacht. Vanaf
Het Papschoolgenie, het derde album, zijn we dan echt beginnen samen te werken.
Willy: De eerste twee albums heb ik alleen gemaakt. Je moet begrijpen: Urbanus was toen al beroemd, ik wist niet of hij in die strips wel zijn tijd zou willen steken.
GUIDO: Na al die jaren brainstormen jullie nog altijd rond de keukentafel van Willy?
Urbanus: Ja, bij mij thuis is het veel te druk.
Willy: Ik kan me daar niet concentreren.
GUIDO: Hoe gaan jullie precies te werk?
Willy: Ik verzin eerst een synopsis. Ik ga elke ochtend wandelen langs de spoorweg waar mijn zoon is overleden
(een tragische gebeurtenis uit Willy's leven, waarover hij de bekroonde graphic novel Jaren van de Olifant tekende) en laat mijn fantasie de vrije loop. Dat brengt voor mij rust en inspiratie.
Urbanus: Wandelen stimuleert ook de bloeddoorstroming in de hersenen. Als ik teksten uit het hoofd moet leren voor een nieuwe show, doe ik dat op de fiets.
Willy: Eenmaal ik een synopsis klaar heb, leg ik die voor aan Urbanus en vraag zijn mening. Vervolgens beginnen we te schrijven. Dat is heel vanzelfsprekend voor ons, we doen nu dat al zoveel jaren.
Urbanus: Als we gezond blijven, kunnen we nog honderd Urbanus-strips bedenken.
Deus ex machina
GUIDO: Zijn jullie streng voor elkaar?
Urbanus: In zekere zin wel, want in de strips komt alleen datgene waar wij allebei achterstaan. Als Willy een idee van mij niet goed genoeg vindt, dan zoeken we iets anders. Kwamen politiekers maar zo goed overeen als wij!
(lacht) Het is wel zo dat Willy, omdat hij de synopsis schrijft, het verhaal beter in zijn hoofd heeft zitten. Mijn taak is meer om onnozelheden te bedenken bij elke scène. Ik wil ook vermijden om deus ex machina's te gebruiken. Ik zal een voorbeeld geven. Stel: Urbanus zit moederziel alleen in een put in de woestijn. Plots valt er een komeet uit de lucht, boven op dat gat.
"Ik kan hier vanzeleven niet meer uit! Ik ga hier alleen sterven! Maar gelukkig heb ik een drilboor vanachter in mijn zak zitten." Dat is misschien wel grappig, maar als oplossing voor die situatie is het te gemakkelijk. Willy komt soms met dat soort oplossingen op de proppen, en dan vraagt hij aan mij om iets beters te bedenken. Ik vind niet dat wij content moeten zijn met oplossingen die Chiroleiders rond hun kampvuur ook hadden kunnen bedenken. Wij moeten het ingewikkelder maken dan dat. Een hele straffe die we eens hebben bedacht, was toen de hele familie Urbanus dood was. Echt dood. Als dat gebeurt in een strip, dan blijkt op het einde meestal dat iedereen het had gedroomd. Flauw, dat mocht het absoluut niet zijn. Toen hebben we verzonnen dat ze in de hemel waren terechtgekomen, waar een hond in een grot zat. Je gaf die hond een foto, hij legde een ei en daaruit kwam de persoon op de foto tot leven. Zo verrees de familie Urbanus, en God schopte ons snel weer naar de aarde, omdat hij anders heel de hemel moest ontsmetten.
(lacht) Zulke zever bedenk ik vaak onderweg in de auto, want om bij Willy thuis te geraken, moet ik een uur rijden.
Willy: Zo zit hij meteen in de juiste sfeer, door onderweg al aan de strip te denken. Zo kunnen we er bij mij thuis direct invliegen.
Urbanus: De Vuilnisheld
In Tollembeek wordt een lucratieve deal gesloten met een schimmige Rus die gedurende een jaar gevaarlijk afval mag komen storten in het dorp. Urbanus gebruikt het geld om een verlovingsring te kopen voor Juf Pussy, maar uiteraard loopt alles in het honderd. De Vuilnisheld is Urbanus' eerste grote animatiefilm, met de stemmen van Urbanus zelf, Ben Segers (Nabuko Donosor), Sven De Ridder (Amedee), Frances Lefebure (Juf Pussy), Sien Eggers (Eufrazie), Ron Cornet (Cesar) en Ludo Hellinx (Jef Patat).
GUIDO: Van wie kwam het initiatief voor de film?
Urbanus: Van Eyeworks, de producent.
Willy: Die zijn ons dat komen vragen. Straf hé?
Urbanus: Ja, ze hebben echt hun nek uitgestoken.
GUIDO: Het is geen verfilming van een bestaand stripalbum?
Urbanus: Nee, het is een origineel scenario dat ik heb geschreven samen met Jimmy Simons, een soort scriptdoctor. Ik pingpongde onnozele ideeën in zijn richting en hij hield het allemaal bij, eigenlijk min of meer op dezelfde manier als met Willy. Al hebben we het filmscenario zeven keer moeten herschrijven, terwijl een strip, als die af is, dan is die af.
Willy: Een hele klus hoor, een film maken.
GUIDO: Zijn jullie op andere grenzen gebotst dan in de strips?
Urbanus: Wij hebben sowieso onze grenzen hoor, zo hebben we bijvoorbeeld nooit iets over drugs willen doen. Maar aangezien we de film ook in het buitenland willen verkopen, moeten we wel rekening houden met sommige gevoeligheden. Je weet dat we indertijd ons personage Negerken hebben omgedoopt tot Botswana? Wel, Botswana zit ook in de film. We toonden een aantal fragmenten aan potentiële buitenlandse aankopers, en dat moest in het Engels gebeuren. Ik zei tegen die mannen: "Botswana is my best friend, and to be politically correct, he's got the smallest lips of all the characters." (lacht)
GUIDO: Heb jij de storyboards getekend, Willy?
Willy: Nee, maar ik heb wel supervisie gehouden op de tekeningen, vooral dan op de decors. Daar heb ik me op toegelegd. En voor de rest werd er heel veel overlegd: over de liedjes, het geluid, de tekeningen, de articulatie van de acteurs, de grappen... alles! Enorm veel werk.
Urbanus: Er zit een strak tempo in de film.
Willy: En de tekeningen leunen dicht aan tegen de strip.
Urbanus: Zowel kinderen als volwassenen zullen ermee kunnen lachen.
Willy:We hebben de grappigste Urbanus-film gemaakt die we konden maken.
(HDP)