Baloji over zijn debuutfilm 'Augure'
Baloji kende je al als rapper en muzikant. De multigetalenteerde Congolese Belg groeide op in Lubumbashi, Middelkerke en Luik, en woont al geruime tijd in Gent. Zijn debuutfilm Augure speelt vanaf vandaag in de zalen.
GUIDO: Wat betekent Augure?
Baloji: De Engelse titel van de film is Omen. Het woord 'augure' komt uit de Griekse tijd. Auguren waren wichelaars die de toekomst konden voorspellen. In het Frans wordt het woord nog altijd gebruikt: un bon augure, als in: een goed voorteken. Het begrip 'déjà-vu' heeft er ook mee te maken.
GUIDO: Jouw naam, Baloji, betekent 'man van het occulte'. Ontwaar ik daar ook een link met het woord 'augure'?
Baloji: Nee, maar het is niet evident om de naam Baloji te dragen in Congo. Het is alsof in Europa iemand zou rondlopen die Duivel heet, of Demon. In Congo is bijgeloof alomtegenwoordig, dus mijn naam is daar allesbehalve evident.
Magisch-realisme
GUIDO: Je hebt een magisch-realistische film gemaakt. Verenig je in dat genre de twee werelden waarin je bent opgegroeid?
Baloji: O ja. Je kan gerust een link leggen tussen de Vlaamse Primitieven en de naïeve Congolese kunst, en met het surrealisme, en met werk van cineasten als Jaco Van Dormael... Het surrealisme is een essentieel onderdeel van de Belgische kunstgeschiedenis.
GUIDO: Is het mogelijk artiest te zijn zonder het over jezelf te hebben in je kunst?
Baloji: In deze film heb ik het zowel over mezelf als over anderen. Het is zeker geen autobiografische film. Ik heb het over hekserij - en het veroordelen ervan - in een bredere context.
GUIDO: Een film draaien in Congo, hoe ging dat logistiek in zijn werk?
Baloji: Er kwamen uitdagingen bij kijken, maar alles is goed verlopen. We hebben het met veel liefde en passie gedaan, met een kleine ploeg en een bescheiden budget. Laten we zeggen dat het een interessante ervaring was. (glimlacht)
GUIDO: Eén miljoen euro is toch een redelijk budget?
Baloji: Vanuit mijn ervaring als muzikant dacht ik dat ook. Een muziekalbum maak ik gemakkelijk voor twintig- à dertigduizend euro, maar een film is nog wat anders. Vijftig technici, drieëntwintig draaidagen, vliegtuigen, hotels, noem maar op. Dan vliegt het geld verbazend snel buiten en realiseer je je dat een miljoen euro eigenlijk best krap is voor een langspeelfilm.
GUIDO: Werd jij in Congo onthaald als 'die Belg'?
Baloji: Niet echt als 'die Belg', wel als een Congolees die in het buitenland woont, in een andere cultuur. Daar is geen ontsnappen aan. Het geldt voor alle Belgen met buitenlandse roots als ze in hun vaderland komen. Belgische Chinezen worden ook anders bekeken in China, bijvoorbeeld. Op de RTBF loopt er momenteel een interessant programma over: Les Belges du bout du monde.
Echte Gentenaar
GUIDO: Op de première in Cannes was je nerveus omdat je 14-jarige dochter in de zaal zat, die de film nog niet had gezien.
Baloji: Dat klopt.
GUIDO: Wat vond ze ervan?
Baloji: Ik denk dat ze het leuk vond.
GUIDO: Je 'denkt' dat?
Baloji: Misschien wou ze gewoon beleefd zijn tegen haar papa hé, je weet nooit. (lacht)
GUIDO: Hoe voelde je je toen je Augure kon voorstellen op het belangrijkste filmfestival ter wereld?
Baloji: Ik was uiteraard heel fier, maar die ervaring heeft ook de verplichting op mijn schouders gelegd om me te concentreren op het maken van een tweede film.
GUIDO: Augure was ook te zien op het Film Fest Gent, in de stad waar je woont. Een thuismatch?
Baloji: Uiteraard! Ik woon er ondertussen al dertien jaar en voel me een echte Gentenaar. Drie jaar geleden zetelde ik op Film Fest Gent in de jury voor de kortfilmcompetitie. Dat was in die spannende corona-editie, vlak voor de tweede lockdown, weet je nog?
GUIDO: Nou en of! Mondmaskers uiteraard, en we moesten in de zaal telkens een stoel leeg laten. Op het einde zelfs twee stoelen.
Baloji: Inderdaad! Zo zie je maar wat voor een bijzondere tijd dat was, dat we ons die details nog herinneren.
GUIDO: Heeft het feit dat je muzikant bent geholpen bij het maken van de film?
Baloji: Aangezien ik nooit naar een filmschool ben geweest, heb ik puur vanuit mijn passie gewerkt, als autodidact. Instinctief en intuïtief. Bij mijn muziek is dat ook zo. Ik heb nooit notenleer gestudeerd.
Vier hoofdpersonages, één verhaal
GUIDO: Voor Augure was je niet alleen regisseur, maar ook art director. Je hebt zelfs de kostuums ontworpen.
Baloji: Kostuums en kleren vertellen een deel van het verhaal. Aangezien het een magisch-realistische film is, zijn ze extra belangrijk. Op een bepaald moment in de film zie je een fanfare. Voor die scène gebruik ik carnavalskleren uit New Orleans, die ik mix met kostuums van de Gilles van Binche, en met de cultuur van straatorkesten uit Mississippi en Congo. Alles in de mix. Ik heb met die kostuums een eigen folklore gecreëerd, waarin ik tal van codes door elkaar meng.
GUIDO: Er loopt een tentoonstelling over Augure in het Modemuseum Antwerpen. Bovendien heb je vier ep's gemaakt die aan de film zijn gelinkt.
Baloji: Eén ep voor elk personage. Dat is vrij organisch gegroeid. Toen het scenario klaar was, moest ik geduld oefenen tot de financiering rond was. Om die tijd te vullen, wou ik een soundtrack maken. Er zijn vier hoofdpersonages in de film, dus ik dacht: ik schrijf twee songs voor elk personage. Uiteindelijk zijn het er twaalf per personage geworden. Genoeg dus voor 4 ep's en een concert, op 19 maart in de AB in Brussel.
GUIDO: Waarom vier hoofdpersonages?
Baloji: Om het verhaal vanuit verschillende gezichtspunten te kunnen vertellen, zowel van Congolezen die vertrokken zijn, als van zij die in hun land zijn gebleven. Je krijgt vier stemmen die één globaal verhaal vertellen.
GUIDO: Wat wil je dat het publiek meedraagt van je film?
Baloji: Ik zou graag hebben dat ze zich laten meevoeren in een magisch-realistische vertelling. We hebben dertig jaar realistische cinema achter de rug in België, met de Dardennes en anderen, en ik vond het hoog tijd om terug te keren naar het surrealisme dat rondwaart in ons land, en waarvan ik vind dat we het moeten omarmen. Anders gaan het alleen nog over surrealisme als het we het over de Belgische politiek hebben. (lacht)
Tekst: Herbert De Paepe