50 tips voor de EERSTE WERKWEEK II. tips 10 tot 18
Het is zover: na honderden sollicitatiebrieven, het plaatsen van je cv op tientallen websites, een handvol sollicitatiegesprekken en een grondige kijk in jezelf heb je je eerste job gevonden.
Geen vakantiejob, maar een heus werk, je eerste serieuze stappen op de arbeidsmarkt. En nu? Hoe moet je die eerste week in het echte beroepsleven aanpakken? Guido gidst je er in vijftig tips vlotjes doorheen.
10) Hou goed het verschil tussen een loontrekkende en een zelfstandige in het oog, en onderteken zeker geen overeenkomst voor zelfstandigen zonder dat je weet wat je doet. Voor beginners lijkt het op het eerste gezicht misschien wel aantrekkelijk om op zelfstandige basis te werken, maar informeer je goed over de gevolgen. Minder scrupuleuze werkgevers durven goedmenende jonge werkkrachten wel eens te gebruiken als 'schijnzelfstandigen': zelfstandig qua statuut, maar in de praktijk dezelfde workload en exclusiviteit (maar niet dezelfde rechten) als een loontrekkende.
11) Het spreekt voor zich dat je de eerste maandagmorgen stipt op tijd aan de poort van het bedrijf staat. Voorzie genoeg marge. Neem desnoods een trein vroeger en drink nog een koffie in het station. Voor wie met de auto komt: hou rekening met mogelijke files.
12) Ook al weet je precies waar je bureau zich op de bedrijfsvloer bevindt, toch meld je je op de eerste werkdag het best aan bij de receptie. Dat is niet alleen beleefd, het is ook praktisch, want zo krijg je wellicht een kleine introductie van de chef of zijn/haar secretaresse.
13) Als je op je eerste werkdag een rondleiding krijgt in het bedrijf, trek dan je ogen goed open en probeer je te oriënteren. Let er ook op waar de toiletten zijn gelegen (liefst die voor je eigen geslacht), zodat je niet na een paar uur met dichtgeknepen billen aan de dichtstbijzijnde collega moet vragen waar je je plasje mag plegen.
14) Als het bedrijf waar je werkt een bedrijfsrestaurant heeft, of samenwerkt met een broodjesleveringsdienst of een ander cateringsysteem, ga er dan niet meteen van uit dat je daar vanaf dag één gebruik van zal kunnen maken. Meestal moet er nog wat administratie doorworsteld worden, of heb je een oplaadkaart nodig die nog moet worden aangemaakt. Breng dus de eerste dagen een paar reserveboterhammetjes mee.
15) Hoe moet je je kleden op je eerste werkdag? Niet al te chic, niet al te casual. Draag gewoon iets deftigs en onopvallends, en kijk dan een paar dagen lang je ogen uit. Loopt iedereen rond in kleurrijke T-shirts en gescheurde jeans? Dan mag jij dat ook doen. Draagt iedereen een maatpak? Haal dan maar je fraaiste stropdas uit de kast.
16) Is het nodig om als groentje constant te 'meneren' en te 'mevrouwen'? Het kan in elk geval geen kwaad, zeker in het prille begin. Het komt beleefd en voornaam over, en de collega's die je zo vormelijk bejegent, zullen zelf snel genoeg melden dat je hun gerust Pol en Marieke mag noemen. Maak niet de fout om jongere collega's met de voornaam aan te spreken en oudere met meneer of mevrouw, want de baas is niet noodzakelijk de rijpste grijsaard in het bedrijf. Ofwel spreek je in het begin iedereen vormelijk aan, ofwel niemand. Al is dat laatste riskant.
17) Het is niet de bedoeling dat je op je eerste werkdag doodstil in een hoekje gaat zitten. Je mag gerust vragen stellen, maar zorg ervoor dat je je directe collega's niet gaat stalken met domme kwesties. Voor hen is jouw eerste werkdag een dag als een andere, waarop ze ook nog wat moeten zien te presteren.
18) Dat je je eerste werkdag nodig hebt om je draai te vinden, is niet meer dan normaal. Zorg ervoor dat je je weg terugvindt in het computersysteem en het intranet van het bedrijf. Check of je nieuwe e-mailadres werkt. Leer werken met de telefooncentrale, de printers, de fax en het kopieerapparaat. En neem dan je eerste dossier ter hand. Het geeft een goede indruk als je op het einde van je eerste werkdag toch al een vleugje echte arbeid hebt verricht.
(HDP)