Zweten in de buik van Bangkok
De gruwelijk drukke luchthaven van Bangkok is voor het gros van de westerse
backpackers hun allereerste kennismaking met het Verre Oosten. Wie douane en paspoortcontrole heeft overleefd, laat de
airco achter zich en krijgt buiten een loodzware deken van vochtige hitte over zich heen, gekruid met dikke slierten uitlaatgassen. Overal zie je niks dan beton, staal, wolkenkrabbers en auto's. Die eerste, helse indruk zorgt bijna gegarandeerd voor bittere teleurstelling in de mythische hoofdstad van het koninkrijk Thailand. Tot je je ogen van de vormeloze torengebouwen afneemt en naar beneden kijkt. Naar de krioelende, bruisende buik van Bangkok. Wie de tijd neemt om daarin rond te neuzen, ontdekt een van de meest fascinerende steden van Azië.
Backpackers' Heaven
Als één straat ter wereld de naam Backpackers' Heaven verdient, dan is het wel de legendarische Khao San Road, de kloppende ader van de wervelende volkswijk Banglamphu. Op Khao San tuimel je van de ene verbazing in de andere: het is een groezelige, maar tegelijk ultrahippe microkosmos, op maat gesneden voor studenten en travellers die een paar dagen willen acclimatiseren voor ze met een minimaal budget hun trektocht door Zuidoost-Azië aanvatten. De straat is nauwelijks 300 meter lang, maar reken op dik anderhalf uur per kant om er zomaar eens doorheen te wandelen. Je loopt langs tientallen cybercafés, klerenwinkels, pensionnetjes, souvenirstalletjes, reisagentschappen, wisselkantoren, restaurants, cafés, noodleshops, boekenwinkels, craftshops en scharrelaars van allerhande pluimage. Wie niet bang is van wat burengerucht, kan moeiteloos op Khao San zelf een kamer vinden (vanaf ±150 Thaise baht). Alle taxichauffeurs en tuk-tuk drivers (overdekte driewielertjes) rijden er blindelings heen, en de grote bezienswaardigheden van de stad liggen binnen wandelafstand. Iets vergeten thuis? Geen probleem: op Khao San is alles te koop. Maar dan ook werkelijk álles: van "handgesneden" houten boeddha's tot venijnige, vlijmscherpe knipmesjes. Van flodderige, spotgoedkope batikbroeken tot vervalste internationale studenten- en perskaarten met vervaldatum naar keuze. Van driedelige maatpakken tot vervaarlijke ninja-werpsterren. Van kleurige chopsticks en bamboe tafelmatjes tot vervalste merkkledij voor een tiende van de prijs. Van degelijke Japanse titanium brilmonturen tot visums voor Cambodia, Vietnam of Laos. Van hangslotjes om je rugzak te beveiligen tot Chinese potjes tijgerbalsem. En dan durven we er nog niet eens aan te denken wat hier allemaal onder de toonbank wordt verkocht. Een luimige, hete namiddag slenteren op Khao San is een onvergetelijke ervaring: breed glimlachende verkopers wuiven je hun winkel binnen, ongewassen rugzaktoeristen op doorgelopen sandalen zitten onderuitgezakt onder een grote plafondventilator naar een film op TV te kijken met een half opgegeten bord fried noodles voor hun neus, tuk-tuks willen je van straat plukken voor een sightseeingtour door de stad, onbeschaamde con artists zitten met een vergrootglas studentenkaarten te vervalsen, een vrouw herstelt een scheur in een rugzak met haar antieke naaimachine, bedelaars met flinterdunne poliobeentjes steken breed glimlachend een kartonnen bekertje onder je neus, een man deelt folders uit met "English teacher wanted", een guesthouse biedt 10.000 baht beloning voor wie de Britse traveller "arresteert" die hun heeft bestolen, Chinese wasvrouwtjes hangen de kleurige onderbroeken van hun stamgasten aan een wasdraad die over de hele breedte van een zijsteegje is gespannen, roodverbrande Britse meisjes met enorme rugzakken vegen met een geblokte Khmer-sjaal het zweet uit hun ogen, fotografen ontwikkelen de eerste vakantiefilmpjes van een horde Japanse toeristen, een ouwe hippie rolt een joekel van een joint, enzovoort enzoverder. Khao San slaapt nooit, en is bovendien de ideale uitvalsbasis voor een bezoek aan de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad. Het klassieke sightseeingkwartet van Bangkok bestaat uit de tempel Wat Phra Kaeo met daarin de superheilige Smaragden Boeddha, het overdonderende Koninklijk Paleis, de charmante Wat Po met de reusachtige liggende Gouden Boeddha en het uitgestrekte Nationaal Museum. Maar daarover lees je alles in de klassieke reisgidsen.
Full speed over de khlongs
Wie de stad met zijn eeuwige verkeersopstoppingen een beetje claustrofobisch begint te vinden, moet dringend het water op. Aan de Chao Phraya-rivier vlakbij het Koninklijk Paleis vind je een pier waar je makkelijk een longtailboat (een snelle, banaanvormige boot met een propeller achterop het lange roer) naar Nonthaburi kunt huren, het eerste plaatsje ten noorden van Bangkok, op zo'n 45 minuten varen. Nonthaburi is een gezellig rommelig gat, met een erg pittoreske markt die je het stadsbeton van Bangkok meteen doet vergeten. Van daaruit kan je ook verder de khlongs in, het labyrint van smalle kanaaltjes ten westen van de rivier. En daar ben je echt helemaal in het Verre Oosten zoals je je het had voorgesteld: je glijdt (of stuift, afhankelijk van het temperament van je longtailpiloot) langs houten paalhutjes aan het water, waarin vriendelijke mensen bezig zijn zich te baden, de (af)was te doen, of zomaar wat lummelen tussen de exotische planten op hun balkon. Ploeterende kindjes zwaaien enthousiast naar de voorbijkomende longtails, hier en daar ligt een armzalige woonboot te dobberen en bruinverbrande vrouwtjes varen met gekookte rijst en noedels van huis tot huis. Je passeert bananenboomplantages waarachter de gouden daken en kleurrijke curves van tempels en kloosters en reuzengrote boeddhabeelden opdoemen. Zo'n boottochtje is echt subliem. Het kan in iets meer dan een halve dag, maar zorg wel dat je een longtail met dakzeil huurt, want in de vlakke zon word je - ook op het water - levend geroosterd.
Patpong: de tuin der lusten
Je kan bij de beruchte Thaise seksindustrie je wenkbrauwen fronsen zoveel je wil, maar een citytrip naar Bangkok is niet compleet zonder een bezoekje aan de flamboyante hoerenbuurt Patpong. En wees gerust: er valt na zonsondergang geen minderjarige te bekennen. Ooit begonnen als een ruig seksparadijs voor Amerikaanse soldaten op verlof uit Vietnam, is de wijk vandaag uitgegroeid tot een toeristische attractie als een andere, waar je niet langer bang hoeft te zijn dat je keel wordt afgesneden. 's Nachts door de smalle steegjes van Patpong slenteren is als een bad nemen in kitscherige neon. Eindeloze rijen exotische meisjes staan wervend op het trottoir onder de flikkerende uithangborden. In de krioelende drukte word je aan je mouw getrokken door verkopers van vervalste merkhorloges terwijl pushers van pussybars geplastificeerde briefjes met daarop de details van hun smerige spektakels onder je neus steken. Uit pure nieuwsgierigheid zijn we toch maar eens zo'n beruchte vaginale acrobatieshow gaan bekijken, in het fijne etablissement Super Pussy. Het was nog hallucinanter dan we verwacht hadden: lelijke boerenmeiden deden allerhande ondenkbaars met bananen, pingpongballetjes, blaaspijpjes, vuurwerk, kroonkurken en zelfs scheermesjes, en dat met een verveelde gelaatsuitdrukking als waren ze hun teennagels aan 't lakken. Enfin, voor wie het toch wil zien en een beetje bang is om in zo'n gore tent letterlijk en/of figuurlijk uitgekleed te worden, het werkt als volgt: als je zo'n pusher volgt, mag je een minuutje gratis kijken of het je bevalt. Indien niet, meteen oprotten. Toch blijven? Dan hoest je ogenblikkelijk 300 baht op voor een biertje en de show. En dan laat men je - desgewenst - met rust, al komt men wel nog rond met de fooienpot. Een beetje pervers naar je zin? Geen probleem: zolang je uit de pussybars blijft, is Patpong een ongeëvenaard kleurrijk voorbeeld van een levendige oosterse uitgaanswijk. Wél dubbel zo duur als de rest van Bangkok, je bent gewaarschuwd.
(HDP)
Bangkok praktisch
Locatie
Bangkok ligt op ongeveer 11 uur vliegen van Brussel. Reken op minimaal 500 euro voor het ticket. Het is er 5 uur later dan bij ons (in de winter 6 uur). Op voorhand een visum regelen hoeft niet, je krijgt het bij aankomst gratis en zonder enig probleem in je reispas.
Klimaat
Het hele jaar door is het in Bangkok meer dan 30 graden, en 's nachts koelt het nauwelijks af. Het regenseizoen loopt van mei tot november. Dat wil niet zeggen dat het dan hele dagen hoost: meestal pakken overdag geleidelijk wolken samen, om dan 's avonds of 's nachts in volle hevigheid los te barsten in tropische stortbuien. 's Voormiddags is het echter het hele jaar door bijna zeker zonnig en warm.
Geld
De munteenheid van Thailand is de Thaise baht. Er gaan 39 baht in een euro, je kunt de waarde dus ongeveer vergelijken met onze ouwe Belgische frank. Je kan overal wisselen, en zelfs geld uit de muur halen. Wissel niet al te veel, want Bangkok is een verrassend goedkope stad. Laten we zeggen dat één euro er in Thailand drie tot vijf waard is. Op extra korting met je studentenkaart hoef je niet te rekenen: de handel in goedkope, valse ISIC-kaarten op Khao San heeft ervoor gezorgd dat ze bijna nergens meer worden aanvaard.
Vervoer
Het valt bijna niet op doordat de meeste straten eenrichting zijn en het verkeer sowieso steeds in een reusachtige file staat, maar in Bangkok rijdt men links. Opletten bij het oversteken dus. Taxi's en tuk-tuks zijn alomtegenwoordig en buitengewoon goedkoop, maar je kan wel lang in de file staan. De stadsbussen hebben ook airco, dus als je het routeplan hebt weten te ontcijferen, why not? Let wel goed op in de tuk-tuks: de chauffeurs hebben contracten met souvenirwinkels: als ze jou daar binnenloodsen, krijgen ze benzinecoupons. Hamer er dus op dat ze je recht naar je bestemming voeren: "No detours!" En zelfs dan zullen ze nog een laatste truc uit hun mouw schudden: ze zullen beweren dat het museum of de tempel die jij wil bezoeken gesloten is wegens een of andere boeddhistische feestdag. Niets van geloven!
Gezondheid
In tegenstelling tot de rest van Thailand is Bangkok malariavrij en relatief proper, dus speciale gezondheidsvoorzorgen hoeven niet als je in de stad blijft. Neem wel muggenmelk mee.