Studeren in het groen: Diepenbeek (bij Hasselt)
De steden van ons land worden overspoeld door studenten, en dat is een van de redenen waarom het er dag en nacht leeft en bruist. Maar niet alle studenten wonen, studeren en spelen in het hart van een studentenstad. Nogal wat grote campussen bevinden zich buiten de stadskern. GUIDO trok op verkenning naar deze groene randcampussen en ging er de sfeer opsnuiven. Vandaag reizen we naar Diepenbeek, bij Hasselt.
Toen in 1973 in Diepenbeek het Limburgs Universitair Centrum officieel werd geopend, sprak de toenmalige Limburgse gouverneur Louis Roppe zijn "grote en diepe sociale bekommernis voor de jongeren van deze gouw" uit. Je ziet, een universiteit hoeft niet eeuwenoud te zijn om oubollig taalgebruik te genereren. In 1971 werd de wet gepubliceerd die de uitbouw van een universiteit in Limburg mogelijk maakte. Een geschikte locatie werd gevonden op de Miezerik, een terrein op het grondgebied van de gemeente Diepenbeek, een kilometer of vijf van het centrum van Hasselt. De Miezerik, genoemd naar de gelijknamige beek die door Diepenbeek kronkelt, was toen nog een voorbeeld wat men in het Engels zo mooi wetlands noemt. Moeras is een te sterk woord, maar het is wel een vochtig landschapstype. Beemd komt nog het dichtst in de buurt. Daar kan je nog resten van zien ten noorden van het huidige Wetenschapspark, waar kikkers en salamanders vrolijk buitelen in de Miezerikvijvers. Leuk detail: de oudste studentenvereniging van de universiteit heet vandaag nog altijd 'Miezerik'. Op dit idyllische terrein werden in nog geen twee jaar tijd ambitieuze universiteitsgebouwen opgetrokken om de studenten van het eerste academiejaar te ontvangen. Een volwaardige universiteit mocht het LUC toen nog niet worden genoemd - vandaar de nogal vage benaming 'universitair centrum' - maar het was van meet af aan duidelijk: voortaan zouden Limburgse studenten ook in eigen streek hoogstaand onderwijs kunnen volgen.
Van de Universiteit Hasselt naar het Wetenschapspark
Er is in die veertig jaar heel wat veranderd, zo merken we als we uit de bus stappen op de Campus Diepenbeek, na een rit van een kwartier vanaf het station van Hasselt. De naam Limburgs Universitair Centrum is al een tijdje afgedankt ten voordele van het stukken beter klinkende Universiteit Hasselt, een naam die trots op de grote schoorsteen prijkt die je van heinde en verre kunt zien als je de campus nadert. Daar was het gemeentebestuur van Diepenbeek aanvankelijk niet zo blij mee, maar ach, die moeten niet te veel morren. Juist ja, de campus ligt op Diepenbeeks grondgebied, maar het centrum van Diepenbeek ligt verder van de universiteitsgebouwen verwijderd dan het centrum van Hasselt. Waar trouwens ook een faculteit is gevestigd, maar dat is een ander verhaal. Het voormalige LUC'ke is vandaag dus een volwaardige universiteit geworden. En wat nog belangrijker is: de campus aan de Universiteitslaan heeft meer hoger onderwijs te bieden dan alleen maar de unief: er zijn ook vestigingen van twee Limburgse hogescholen.
First things first: de universiteit. De hoofdingang (gebouw D) ligt op anderhalve minuut stappen van de bushalte. Als je de trappen opgaat, kom je meteen in de agora terecht, een aantrekkelijke, multifunctionele open ruimte waar altijd tientallen studenten rondhangen. Vroeger was die agora nogal kil en donker, maar sinds 2010 is ze helemaal opengetrokken en vernieuwd, met een aangenaam resultaat. Weetje: de beek die voor de universiteitsgebouwen kabbelt, is niet de Miezerik, wel de Oude Stiemer. Hoewel je je hier aan de zuidgrens van de domein bevindt, voelt het toch aan als het hart van de campus, met het "sport- en trefcentrum" Fitlink vlakbij en erachter nog meer fitnessgeweld in een vestiging van HealthCity.
Als je vervolgens verder noordwaarts stapt, kom je op de campus van de KHLim terecht. Een verrassend grote campus, waar studenten industriële wetenschappen en handelswetenschappen thuis zijn, en waar ook de lerarenopleiding zit. Loop daar helemaal doorheen, en dan kom je bij de ingang van het Wetenschapspark, een fraai voorbeeld van hoe een campus het lokale bedrijfsleven kan bestuiven, en vice versa. Een handvol gespecialiseerde, hoogtechnologische bedrijven werkt er nauw samen met de wetenschappelijke onderzoekers. Het principe van de spin-offs in volle actie. Hier ben je aan de noordgrens van de campus: als je nog verder gaat, tuimel je in de Miezerikvijvers.
Rollebollen in de mais
Het grote nadeel van een constructie die is uitgedacht door architecten met een mentaliteit van de vroege jaren zeventig, is dat er toen nog volop werd gedacht in functie van de automobiel. Dat merk je al snel als je van het Wetenschapspark over de rotonde terugwandelt over de Agoralaan. Je passeert dan eerst BioVille (laboratoria waar aan biotechnologisch onderzoek wordt gedaan) en vervolgens kan je rechtsaf slaan, door een stukje bos. Hier moet je echt uitkijken of je wordt overhoop gereden. Er is niet eens een trottoir; het lijkt wel het Vierarmenkruispunt. De reden dat we hier ons leven komen wagen, is dat je langs deze weg bij de ietwat geïsoleerde campus van de PXL Hogeschool uitkomt, die in de praktijk uit één groot gebouw bestaat. Hier lijkt het of men plots wel medelijden kreeg met de voetgangers, want naast de Oude Stiemer loopt een mooi voetpad terug naar de hoofdingang van de universiteit. Vlak voor je daar arriveert, passeer je aan de linkerkant een vijver waar ijsvogels te spotten zijn. Natuurpunt is trouwens volop bezig met de aanleg van een soort natuurpark rondom de onderwijsgebouwen, wat de biodiversiteit van de omgeving zou moeten verhogen. Een begeleide terugkeer naar de oorspronkelijke wetlands, als het ware.
Het loont de moeite om ook eens van de campus weg te stappen om het typische en unieke landelijke studentenleven van Diepenbeek te ervaren. Voorbij de Fitlink kom je via een parking in de Ginderoverstraat terecht. Die mag er op het eerste gezicht misschien uitzien als om het even welke landelijke straat in Limburg, maar schijnt bedriegt. Zowel rechts als links (voorbij de brug over de Demer verandert de straat van naam in de Nierstraat) staan tussen de woningen, akkers en boerderijen studentenhomes met 'spitsvondige' namen als Alfa-bed. Je zou er zo naast kijken, maar de rijen belknoppen en de volgestouwde fietsenparkings verraden dat hier opvallend veel studenten op kot zitten. Zij beleven een totaal andere studententijd dan hun confraters in het hart van de stad. Hier kan je 's nachts in een dronken bui nog eens een koe omverduwen, of met je lief gaan rollebollen in de mais. Even verderop in de Ginderoverstraat vind je zelfs het laatst overgebleven studentencafé in het groen rondom de campus: 't Stiemerke.
Hoe raak je in Diepenbeek?
- Campus Diepenbeek bereik je via de Universiteitslaan. Dat is de grote verbindingsweg waarlangs ook Plopsa Indoor, Ethias Arena en Kinepolis liggen. Als je met de wagen komt: er is veel parkeergelegenheid op de campus.
- De bussen naar Genk en Maastricht (36 en 45) die aan het station van Hasselt vertrekken, houden halt op de campus.
- Diepenbeek heeft een treinstation, maar dat is eigenlijk alleen maar handig als je in het dorpscentrum moet zijn. Arriveer je er toch, dan kan je alsnog met bus 36 naar de campus.
5 highlights in Diepenbeek
1) Een nacht doorzakken in 't Stiemerke, een unieke combinatie tussen een luimige plattelandskroeg en een uitbundig studentencafé.
2) Met een paar vrienden een namiddag rondlummelen in de gezellige agora van de unief, waar iedereen elkaar ontmoet en altijd wel wat te beleven valt.
3) Tussen twee lessen door een frisse neus halen langs het wandelpad naast de Oude Stiemer.
4) Verbroederen met de Limburgse studenten in de Fitlink, waar ook vochtige sporten als pinten heffen en fuiven worden uitgeoefend.
5) Op bezoek gaan in een van de landelijke studentenhomes in de Ginderoverstraat of de Nierstraat.
(HDP)