The Fifth Estate
Julian Assange, de enigmatische Australische hacker die een paar jaar geleden de wereld op zijn kop zette met de Wikileaks-onthullingen en zich sindsdien verschanst in de Ecuadoriaanse ambassade in Londen (in de chique wijk pal achter Harrods; je kan een kijkje gaan nemen als je straks gaat kerstshoppen), was niet opgetogen toen hij hoorde dat deze film zou worden gemaakt.
Assange ging zelfs zover dat hij de Britse acteur Benedict Cumberbatch persoonlijk aanschreef om hem te smeken toch maar niet in zijn huid te kruipen. Gelukkig trok Cumberbatch zich daar niets van aan. Hij liet hij zijn haren spierwit verven en mat zich een Australisch accent aan. Zijn lijzige, maar hypnotiserende vertolking is het hoogtepunt van een film die maar wat graag de Europese The Social Network zou willen zijn, maar daar niet in slaagt. Er worden wel wat pertinente vragen opgeroepen over klokkenluiders, journalisten en hun wederzijdse verantwoordelijkheden, maar die worden verpakt in een nerveuze stortvloed van videoclip-achtige beelden die het nu eenmaal weinig fotogenieke hackersgegeven schermbreed proberen uit te smeren. Dat lukt voor geen meter. Dichtklappende laptops als interpunctie na de zoveelste pedante praatscène? Dat pikten we één keer, maar daarna waren we het al beu. Om het hectische bestaan van Assange te illustreren, werd zowat overal in Europa gefilmd, ook bij ons. Al moeten ze stilaan wel uitkijken met scènes op de bovenste verdieping van het MAS, want Jan Verheyens Het Vonnis begon daar ook al. Straks wordt het nog een gimmick.
(HDP)