Image
10/01/2004

75 jaar Kuifje

Deze week is het 75 jaar geleden dat stripheld Kuifje het daglicht zag, het startschot voor een feestelijk Kuifje-jaar. Wordt het een heuse hype? Dat blijft afwachten. Ondertussen blikken wij even terug naar wat er 75 jaar geleden gebeurde in Brussel…


Autodidact

Op 1 november 1928 verscheen het eerste nummer van Le Petit Vingtième, de jongerenbijlage van de Brusselse, nogal rechtse krant Le XXe Siècle. Verantwoordelijk voor dit supplement was de eenentwintigjarige ontwerper Georges Remi, die zijn tekeningen signeerde met zijn omgekeerde initialen. RG. Hergé dus. Hergé werkte al bij de krant sinds hij op zijn achttiende de school verliet, zij het wel als bediende op de abonnementendienst. Toch zat er een tekenaar in hem te groeien, want voor het scoutsblad Le Boy-Scout Belge maakte hij al illustraties en zelfs een heuse strip: Totor, PL van de Meikevers. Zijn ouders zagen hem daarmee in de weer, en besloten hem in te schrijven voor een cursus op Sint-Lucas. Zijn eerste opdracht was het tekenen van een Corinthische zuil. De jonge tekenaar wierp meteen zijn potlood neer, liep naar buiten en kwam niet meer terug. Hij zou trouwens nooit ofte nimmer nog een grafische cursus volgen, maar werd fulltime autodidact.

Pater Wallez

In 1926 werd Hergé onder de wapens geroepen, en toen hij in 1927 weer bij Le XXe Siècle ging aankloppen, maakte hij prompt promotie. Hij werd de beschermeling van pater Norbert Wallez, een reactionaire katholiek die de plak zwaaide over de krant. Hergé mocht beginnen als leerling-fotograaf, assistent-chemigraaf en illustrator van speciale pagina's. Hij waakte over de vormgeving van de hele krant, en Wallez zag dat het goed was. Toen de pater eind 1928 besliste van start te gaan met een jongerenbijlage, kwestie van de jeugd zo vroeg mogelijk aan zijn krant te binden, was het logisch dat hij zijn jongste kracht inschakelde. Op 1 november van dat jaar was het dus zover: het eerste nummer van Le Petit Vingtième zag het daglicht. Er stond zelfs een strip in, geïllustreerd door Hergé: Les Aventures de Flup, Nénesse, Poussette et Cochonnet. Nu was dat een slappe en zoutloze bedoening, in een vrij halfuurtje tussen de middag geschreven door een sportredacteur van de krant. Hergé, die tekenverhalen serieus nam, kapte er al vlug mee en besloot zelf met een strip op de proppen te komen.

Totor met een kuif

Omstreeks die tijd had Le XXe Siècle een correspondent in Mexico. In zijn biografie van Hergé schrijft Pierre Assouline dat het ging om niemand minder dan Léon Degrelle, de latere Rex-leider en notoir nazicollaborateur. Om maar eens aan te stippen in welk onfris gezelschap Hergé zich in die tijd bevond. Soit, die Degrelle had Mexicaanse kranten naar de redactie gestuurd. Toen Hergé die doornam, zag hij dat er Amerikaanse comics instonden, zoals Bringing up Father, Krazy Kat en de Katzenjammer Kids. Nadat hij die strips had bestudeerd, wist hij het wel zeker: met het beeldverhaal was veel meer te doen dan tot nu toe werd aangenomen. Hij pikte zijn oude scoutsheld Totor weer op, maakte er een reporter van Le XXe Siècle van, voorzag hem van een flinke kuif (opdat de mensen hem meteen zouden herkennen), gaf hem een wit, sprekend hondje mee en besloot hem een groots avontuur te laten beleven. We zijn inmiddels 10 januari 1929 en de eerste prent van Tintin au Pays des Soviets verschijnt op pagina 4 van Le Petit Vingtième. Een mythe is geboren.

De eerste stappen van Kuifje

Kuifje was een vrijwel onmiddellijk succes, wellicht omdat er in ons land niets was dat men ermee kon vergelijken. Die 10 januari, 75 jaar geleden, kan je eigenlijk meteen brandmerken als de geboorte van het Belgische stripverhaal.

Goed, Kuifje trok dus naar de Sovjetunie, een idee van - weer maar eens - pater Wallez. Hardcore katholiek als die was, vond hij het prima dat de jonge reporter ter stichting van de jeugd de gevaren van het communisme zou blootleggen. Hij had de jonge Hergé een boek in handen geduwd - Moscou sans voiles van Joseph Douillet, de vroegere Belgische consul in Rostov, een rabiate aanval op het nog jonge Russische communisme. Hergé, die later toegaf dat hij in die periode zeer beïnvloedbaar was, gebruikte dit boek als enige bron voor zijn eerste Kuifje-strip. Sommige scènes zijn er zelfs letterlijk uit overgenomen, zoals de fameuze "verkiezingen", waarbij de Rode Hond van dienst met een geladen pistool in de hand vraagt of er eventueel tegenstemmen zijn.

Leerschool

Tintin au Pays des Soviets was dus op zijn minst een eenzijdig, ondergedocumenteerd verhaal met een extreem-rechts geurtje eraan. Het is dan ook het enige avontuur van Kuifje dat Hergé later niet heeft herwerkt naar een 62-pagina's kleurenalbum, wat het zo'n beetje de titel van "het vergeten Kuifje-album" heeft bezorgd. Toegegeven, het is een ietwat pijnlijk document, maar voor de lezer van vandaag is het vooral een unieke blik op het reactionaire katholieke denken van dat tijdperk. En voor de stripliefhebber is er nog veel meer moois. Het is namelijk opmerkelijk hoe de jonge tekenaar al na een paar tientallen platen (hij leverde er twee per week) de basis legt voor zijn later zo geroemde stijl. Hoewel het verhaal vrij doelloos van de hak op de tak springt, ontdek je er toch al de kiemen in van Hergés unieke talent: de helderheid van de tekeningen, de situatiehumor en vooral het efficiënte gebruik van de pure beeldtaal van het stripverhaal. Die 138 platen van Tintin au Pays des Soviets waren een onmisbare leerschool voor Hergé.

De terugkeer van Kuifje

Op donderdag 8 mei 1930 verscheen de laatste plaat van Kuifjes Russisch avontuur in Le Petit Vingtième, en de gekuifde reporter was inmiddels een begrip geworden. Tenminste, daar was pater Wallez van overtuigd, want hij bedacht een grootse promotiestunt. In de krant kondigde hij de triomfantelijke terugkeer in Brussel aan van Kuifje, reporter van Le Petit Vingtième, zopas op heroïsche wijze ontsnapt aan de snode bolsjevieken. Er werd een jongen uitgekozen die Kuifje moest spelen; Hergé schminkte hem eigenhandig en doste hem uit in een Russisch kostuum met rode laarzen. Samen trokken ze naar Keulen, vanwaar ze de trein naar Brussel namen. Bij hun aankomst in het Noordstation, op 8 mei dus, bleek de terugkeer van Kuifje een enorm succes te zijn. Honderden kinderen en adolescenten stonden hun held op te wachten en toe te juichen - het leek wel een toekomstvisioen van een optreden van K3. "Op dat moment besefte ik dat Kuifje in de lift zat," sprak Hergé later in een interview met Les Cahiers de la BD. Inderdaad. De gigantische opmars van Kuifje zou nooit meer stoppen, zelfs niet na de dood van de tekenaar in 1983. Kuifje groeide uit tot de meest succesvolle én de beste stripreeks ter wereld. Nu al 75 jaar lang...

(HDP)

Illustraties © Hergé/Moulinsart 2004


  • Slider
  • Slider

SOCIAL





 

Job in the picture

  • Slider
  • Slider
  • Slider

TEDXUHasselt: Shifting Perspectives

Over eender welk onderwerp valt er inmiddels wel een TED Talk te vinden. Wil je meer zelfvertrouwen? [...]

21/02/2025

Duitse unief lanceert chatbot voor studenten

Onderzoekers van de Technische Universität München (TUM) hebben de chatbot Iris ontwikkeld, die [...]

20/02/2025

Midstudentcrisis: alles over de februaristart

Sinds een week hebben alle studenten de uitslagen van de laatste examenperiode. De een huppelt vrolijk [...]

16/02/2025

GUIDO NV is het nummer 1 Belgische niche-mediabedrijf naar de doelgroep jongeren (studenten in het bijzonder), scholieren en Young Starters

Bruiloftstraat 127, 9050 Gentbrugge
Tel.: +32 (0) 9 210 74 84