Cd: Moiré: Shelter
Anderhalf jaartje aan de gang en al een plaat? Het is de werkwijze van de nieuwe generatie. Software, producen, melodie, vernieuwing, het lijkt stilaan genetisch bepaald bij het verse muziekvolk. Moiré maakt een soort techno, een soort dance, house, tech-house… Het is al eeuwen niet meer dat ene ding. Glimmend roestvrij staal in zwarte lak, synthetisch diepblauw rokende
astroturf of misschien per seconden traag druppelende koffie op versgekraakte ijsblokjes, ook die beelden kan muziek je geven (en wij nemen niet eens drugs). Maar ‘attitude’ klinkt toch echt als dat traag gewrongen staal, een melodie die gaandeweg zijn vorm zoekt. ‘Dali house’ is bedwelmend diepblauw, ‘Bones’ die er echoënd door vlechtfluistert, een dikke bas die je wimpers doet trillen. En het kraakfrisse en lome van druppelende koffie zoek je dan maar in ‘No gravity’. Het lukt, vertrouw ons. Moiré maakt indruk en is een kille verleider, veel klinkt aanvankelijk hermetisch, afstandelijk terwijl hij eigenlijk een diepe, zware klankdeken over je heen spreidt waar je je best voorzichtig, in duisternis dansend aan overgeeft. ‘Rings’ is bedwelmend, de bassen ruiszinderend, opnieuw die instrumenten die een tikje te traag buiten de maat toch werken. Alsof de software een verkoudheid heeft, alsof de processen door een kolenkachel zijn aangedreven, ijl en toch huiselijk. ‘Shelter’ is vaak zoals zijn titel: een muziekplek om even te schuilen, die toch diep in de nacht kan liggen en waar een omhelzing nooit veraf is. Vaak in de buurt van een Andy Stott,
very British en ferm volwassen om nog geen twee jaar klankmeester te zijn.