Alleluia
Fabrice du Welz is terug! Onze Franstalige landgenoot verdiende een instant cultstatus met
Calvaire, de film waarna je de Hoge Venen nooit meer kon betreden zonder over je schouder te kijken.
Daarna kwam
Vinyan, een huiveringwekkende
Heart of Darkness-hommage waarvoor Du Welz acteurs Emmanuelle Béart en Rufus Sewell tot het uiterste dreef op locatie in Zuidoost-Azië. Ondertussen regisseerde hij nog de Franse
polar Colt 45, meer uit liefde voor het genre en omdat de gelegenheid zich voordeed dan wat anders. Maar
Alleluia, dat is helemaal een film van Fabrice zelf, die nu op relatief jonge leeftijd kan pochen met een indrukwekkende gruweltrilogie over gewone mensen die tegen wil en dank medeplichtig worden aan hun eigen afdaling in de hel. Du Welz is altijd een intense regisseur geweest, maar nooit zat hij zo dicht op de huid van zijn personages. Het op ware feiten geïnspireerde verhaal over een duivelskoppel dat eenzame vrouwen verleidt, afperst en vermoordt, is aanleiding voor een verstikkende fabel over alles waar liefde, seks, geld en jaloezie toe kunnen leiden. Fabrice kleeft zijn korrelige camera zo gênant dicht op de acteurs en gaat zodanig tekeer met kleurenfilters dat
Alleluia tegen het
giallo-genre aanleunt. Du Welz is echter een zodanig originele filmmaker dat hij daar moeiteloos mee wegkomt. Driekwart van de film is
vintage Du Welz, vol overkokende operettegruwel, psychotische personages (de angst en waanzin in de ogen van Lola Dueñas en Laurent Lucas - die je nog kent uit
Calvaire - is schier ondraaglijk) en beelden die barsten van de creativiteit. Vergelijkingen met Tarantino worden vaak misbruikt, maar als de meester van het gestileerde übergeweld een Brusselse evenknie heeft, dan is het Fabrice du Welz.
(HDP)