De studententijd van Titus De Voogdt
Titus De Voogdt speelt een hoofdrol in Welp, wellicht de meest bloederige Vlaamse film ooit, en dan komt hij ons met een grijnslachje verkondigen dat hij blij is eens niet gecast te zijn als een stuk crapuul. "Meestal vragen ze mij voor rollen als dief of drugsdealer. Toen Jonas Govaerts me voorstelde om een verantwoordelijke scoutsleider te spelen, dacht ik: aha, nu kan ik eindelijk eens een ander facet van mezelf laten zien." Het facet waar wij vandaag het meest in zijn geïnteresseerd, is dat van Titus als al dan niet crapuleuze student.
"
Mensen uit het theatermilieu gaan minstens even vaak op café als studenten."
GUIDO: Scouts dragen een uniform, ze zingen liedjes, ze hebben hun eigen rituelen... Eigenlijk allemaal dingen die te vergelijken zijn met wat er later bij studentenclubs gebeurt.
Titus: Zelf heb ik daar niets mee te maken gehad, noch met de scouts, noch met studentenclubs. De enige rituelen die ik ken, zijn die van het theater.
GUIDO: Je hebt beeldhouwen gestudeerd. Geen evidente keuze, zeker niet voor een acteur.
Titus: Ik ben opgegroeid op het platteland. Ik had daar een grote garage waarin ik als tiener veel zat te knutselen, onder meer aan het brommertje waarmee ik rondreed. Ik ben nogal handig aangelegd, moet je weten. Tegelijk deed ik al iets voor televisie, in een jeugdprogramma dat
TV Tam Tam heette. Om dat een beetje goed te doen, volgde ik dictielessen. Een goede vriend van mij - Arend Pinoy, je kent hem wellicht, hij is ook acteur - vroeg me toen om hem te vervangen in een toneelstuk. Dat waren mijn eerste stappen in het theater, ik moet toen een jaar of veertien zijn geweest. Omstreeks dezelfde periode waren er audities voor
Bernadetje, een stuk van Arne Sierens en Alain Platel.
GUIDO: Dat stuk met die autoscooters op scène?
Titus: Inderdaad. Een vriendin van mij ging daar op auditie. Ik ging mee om haar te vergezellen en ik werd gekozen, zij niet.
(lacht) Dat stuk werd een enorme hit. We hebben er heel Europa mee afgereisd. Tweehonderdtwintig voorstellingen hebben we gespeeld. Ik was nog een jonge snuiter, maar tijdens tweehonderdtwintig voorstellingen steek je veel op van je oudere collega's. Dat was voor mij een goede leerschool en ik werd ook gebeten door het acteervirus. Ik vond mezelf op dat moment nog geen acteur, maar ik voelde dat het iets was wat ik wou blijven doen.
GUIDO: Waarom ben je dan niet naar een toneelschool getrokken?
Titus: Ik weet niet of het vandaag nog zo is, maar toen was er een regel in toneelscholen dat je niet in een theatergezelschap mocht spelen terwijl je studeerde. Ik begrijp dat ergens wel. Als de docenten je iets aanleren en de regisseur zegt juist het tegenovergestelde, dat geeft spanningen. Ik heb voor de lol toelatingsexamen gedaan voor
Studio Herman Teirlinck, maar ik was niet geslaagd. Toen dacht ik: weet je wat, ik werk graag met mijn handen, ik heb al kunstonderwijs gevolgd in het middelbaar, dus ik ga lekker beeldhouwen studeren. Dat interesseerde me echt en zo kon ik ondertussen toch theater blijven spelen. En dat is gelukt: ik heb een diploma beeldhouwen behaald terwijl ik heel mijn studententijd lang in het weekend in toneelstukken heb gespeeld. Zo had ik iets achter de hand: als mijn acteercarrière ooit zou mislukken, had ik tenminste een diploma.
GUIDO: Heb je het echte studentenleven niet een beetje gemist op die manier?
Titus: Uitgaan en op café zitten bedoel je? Daar bleef nog tijd genoeg voor over. In de toneelwereld zijn de borrels na de voorstelling legendarisch. Geloof me vrij: mensen uit het theatermilieu gaan minstens even vaak op café als studenten. Af en toe moest ik wel eens passen voor een schoolreisje, of sprong ik op vrijdagavond na school direct in de auto om ergens te gaan spelen terwijl mijn vrienden op café bleven plakken. Maar ik heb niet het gevoel dat ik iets heb gemist.
GUIDO: Dat je nooit naar de toneelschool bent geweest, daar heb je ook geen spijt van?
Titus: Soms knaagt het een klein beetje als ik de studentenverhalen hoor van collega-acteurs. Zij beschrijven de toneelschool als een soort vrijplek waar je dingen kunt uitproberen en voluit op je bek mag gaan. Dat moet wel iets bijzonders zijn geweest. Met 'vrijplek' bedoel ik vrijheid hé, vrij zijn in je hoofd en zo.
GUIDO: Al meer dan één acteur heeft me verteld dat de toneelschool ook wel letterlijk een 'vrijplek' is.
Titus: (lacht) Zulks heb ik eveneens vernomen.
(HDP)