Cedric Dumont: ‘De man die kan vliegen’
Naast een diploma sport- en prestatiepsychologie heeft Brusselaar Cedric Dumont (43) ook zo’n 11.000 skydives, 2000 basejumps en een 60-tal wingsuit-vluchten op zijn cv staan. En niet van de minste. Zo sprong hij onder andere van een 431 meter hoge wolkenkrabber in Shanghai en van een 900 meter hoge waterval in Peru, en vloog hij over de duizenden jaren oude Nazcalijnen in de Zuid-Amerikaanse woestijn. In de media noemen ze hem de man die kan vliegen, en die bijnaam heeft hij dus niet gestolen. Integendeel. Hij doet hem nog elke dag eer aan.
GUIDO: Ik las dat je vroeger een pilotenopleiding hebt gevolgd?
Cedric: Ja, ik heb er altijd van gedroomd om te kunnen vliegen. Op mijn negentiende ben ik ervoor naar Florida getrokken, maar het skydivecentrum recht tegenover de vliegschool bleek al vlug interessanter.
(lacht) ‘t Is daar dat ik mijn eerste parachutesprong heb gemaakt. Een duosprong was dat, intussen al 20 jaar geleden… En ik vond het onmiddellijk veel leuker om zélf door de lucht te vliegen dan in een machine te zitten en knopjes te moeten bedienen. Het heeft niet lang meer geduurd voor ik met de opleiding ben gestopt en ik me volledig op skydiven heb toegelegd. Na zeven of acht sprongen had ik het brevet om alleen te mogen springen. Dat was al een stap dichter naar mijn doel, het basejumpen.
GUIDO: Dus het mocht onmiddellijk straffer?
Cedric: Absoluut. Dat leek mij helemaal geweldig. Twee jaar later was het al zover. Voor mij moet het vooruitgaan hé.
(lacht) Vandaag is basejumpen nog altijd geen massasport, maar toen waren er echt wel nog maar een paar mensen mee bezig. De
wingsuit bestond zelfs nog niet. Ik weet nog goed wanneer ik voor het eerst foto’s van zo’n
wingsuit-vlucht in handen kreeg. Dát wou ik doen. Van vallen naar vliegen. Een vriend van me heeft dan met zijn naaimachine een
wingsuit in elkaar geknutseld voor mij en in 1999 was ik de eerste Belg ‘die kon vliegen’. Vandaag hou ik me voor 90 percent bezig met
wingsuit. In ons land zijn er natuurlijk niet veel bergen en dus spring ik uit een vliegtuig, maar ik ga ook een paar keer per jaar naar het buitenland, want in de bergen is het natuurlijk nog veel toffer en intenser. Je voelt je veel dichter bij de natuur.
Hiken en vliegen...
GUIDO: Wat zijn de meest idyllische plaatsen ter wereld?
Cedric: Noorwegen is prachtig, de Alpen ook. Er zijn veel mooie plekken in Europa. Wij gaan meestal naar dezelfde locaties, omdat ik niet veel tijd wil verliezen met op zoek te gaan naar nieuwe spots. Pas op, er zijn wel veel plaatsen waar ik als eerste heb gesprongen. In Peru bijvoorbeeld, van een waterval van 900 meter - daar is trouwens een documentaire van gemaakt, maar ’t is niet zo dat ik met opzet op zoek ga naar records die ik kan breken. Ik zou wel écht graag eens springen in Alaska. Die ruige landschappen, de ongerepte natuur. Daar voel ik me echt toe aangetrokken.
GUIDO: Van skydiven over basejumpen naar wingsuit. Wat is het volgende in het rijtje?
Cedric: Er is geen volgende stap meer, nu wil ik gewoon beter worden in wat ik doe. En als het even kan ook anderen inspireren om hun grenzen te verleggen.
Life starts outside the comfort zone, zeg ik altijd. Ik geef intussen al dertien jaar lezingen aan bedrijven en jonge topsporters en ondernemers, waarbij ik ze vanuit mijn eigen ervaringen probeer aan te sterken, zodat ze beter kunnen omgaan met stress en angsten en zich beter kunnen focussen op hun doel. Ik heb psychologie gestudeerd trouwens.
(lacht) Als ik één op de tien kan raken en een positieve switch kan laten maken, is het voor mij een geslaagd bezoek. Ook daar haal ik voldoening uit.
Info:
www.cedricdumont.be
(SVR)