Moeten Vlaamse studenten meer les krijgen in andere talen?
Onderwijsminister Crevits heeft een rapport gepresenteerd waarin staat dat slechts 1,5 percent van de Vlaamse bacheloropleidingen (deels) anderstalig gegeven wordt. Bij de masterstudies is dat 17 percent. Allesbehalve indrukwekkend. Onze noorderburen doen bijvoorbeeld veel beter, daar verliep in academiejaar 2012-2013 een kwart van de bacheloropleidingen en maar liefst 70 percent van de masters in het Engels. Een gigantisch verschil, zeker als je weet dat opleidingen zich daar, in tegenstelling tot bij ons, pas ‘anderstalig’ mogen noemen als ze volledig in een andere taal gegeven wordt. Vanwaar dat grote verschil? In de krant De Tijd halen meerdere universiteitsbestuurders “absurde oorzaken” aan. Zo mogen over heel Vlaanderen amper 6 percent van de bachelor- en 35 percent van de masterstudies anderstalig verlopen; het zogenaamde ‘maximumplafond’. Daarnaast moeten professoren sinds begin dit jaar over een taalattest beschikken. Dat op zich is niet absurd, maar wel dat tot op vandaag 153 hoogleraars of assistenten dat attest nog niet op zak hebben. Bovendien moeten anderstalige professoren die in ons land willen lesgeven een degelijke kennis van het Nederlands hebben, wat veel kandidaten afschrikt. Didier Pollefeyt, vicerector onderwijsbeleid van de KU Leuven, haalt nog een andere oorzaak aan: “Voor elke ingerichte Engelstalige opleiding eist de overheid dat er op Vlaams niveau een Nederlandstalige equivalent is.” Dat verhindert de internationalisering van de universiteiten, aangezien ze nu al aan de limiet zitten wat aantal opleidingen betreft.
foto:
Shutterstock