Vijf highlights langs de Pacific Coast Highway in Californië
Als je van Los Angeles naar San Francisco wil rijden, of omgekeerd, dan gaat dat het snelst via Highway 5, die vrijwel kaarsrecht door de centrale vallei van Californië loopt. Maar waarom zou je dat doen? Highway 1, alias de Pacific Coast Highway, is een van de mooiste autoroutes die je in de Verenigde Staten kan rijden. GUIDO bolde van Los Angeles naar San Francisco en hield onderweg halt bij deze vijf highlights.
1) Santa Barbara
Santa Barbara is de eerste echte stad die je tegenkomt als je vanuit Los Angeles de
Highway 1 noordwaarts volgt, het weinig interessante aardbeitelersstadje Oxnard niet te na gesproken. Het is een mooie, aangename plek tussen de bergen en de zee, vol fraai gerestaureerde historische gebouwen (Santa Barbara werd gesticht als een Spaanse missiepost), gezellige koffie- en eethuisjes, een compact winkelwandelcentrum en een groot strand met een jachthaven en een historische pier. Toegegeven: Santa Barbara kan op het eerste gezicht een tikje saai ogen vergeleken met de individualistische
glamour van Los Angeles of de
hippie chic van San Francisco. Hier zie je veel minder exuberante tattoos en coole
surfer dudes rondhangen dan in pakweg Venice Beach of Santa Cruz. Het publiek is iets ouder en bezadigder. Alhoewel: het nachtleven aan
Lower State Street is - dankzij de vele universiteitsstudenten - bepaald levendig. Niet te missen: het
Courthouse in Spaans-Moorse stijl (gratis toegang!), het 18de-eeuwse fort
El Presidio en een wandelingetje op de oudste pier van de Amerikaanse Westkust.
2) San Luis Obispo
Dit charmante stadje ongeveer halfweg tussen L.A. en Frisco, een paar kilometer richting binnenland, weg van de
Pacific Coast Highway, werd door de invloedrijke talkshowdiva Oprah Winfrey uitgeroepen tot
'happiest town of America'. Kom op een donderdagavond, en je zal zien waarom. De hoofdstraat
(Higuera Street) verandert dan in één groot wijkfeest.
San Luis Obispo Farmers Market heet dat evenement heel bescheiden, maar het is zoveel meer dan een avondmarkt. De grootste barbecues die je ooit zag, live muziek op elke straathoek, uitpuilende bars en niets dan
good vibes en vriendelijke mensen om je heen. Je kater kan je 's anderendaags gaan wegdrinken tijdens een wijnproeverij in de idyllische nabijgelegen
Edna Valley. In San Luis Obispo zelf is verder niets bijzonders te zien, het is gewoon een relaxte plek om een dag of twee rond te hangen. Liefhebbers van curiosa kunnen eens halthouden bij de
Moon Tree op
Mission Plaza, een
redwood-boom die gegroeid is uit een zaadje dat door de
Apollo 14 werd meegenomen naar de maan. En het kan nog meer bizar: bezoek
Bubblegum Alley, een steegje dat helemaal is volgekleefd met stukjes kauwgum.
3) Big Sur
Ruwweg tussen Coronado en Monterey rijd je over het meest spectaculaire stuk van de
Pacific Coast Highway. Ter hoogte van
Big Sur versmalt
Highway 1 tot een ouderwetse tweevaksbaan die over de kliffen slingert.
Slow down, net als iedereen, want dit is Californië op z'n allermooist. Hier zie, hoor en ruik je een indrukwekkende kolonie zeeolifanten (tien minuutjes voorbij
Hearst Castle), kan je een vijfentwintig meter hoge waterval recht uit de jungle op een hagelwit strand zien kletteren
(Julia Pfeiffer Burns State Park), zie je met wat geluk een condor overvliegen
(Andrew Molera State Park) en gaap je in een canyon vanop een duizelingwekkend hoge brug uit 1932
(Bixby Bridge). Er zijn tientallen kleine
State Parks in
Big Sur. Het systeem is eenvoudig: je betaalt toegang in het eerste
State Park waar je je wagen parkeert, en je ticket is de rest van de dag ook geldig in de andere parken van
Big Sur. Je kan hier korte en langere wandelingen maken (draag geen sandalen: wij kwamen een ratelslang tegen op het pad!) of gewoon chillen op paradijselijke stranden zonder enige vorm van commercie. Als je overweegt om ergens te kamperen langs de
Highway 1, doe het dan in
Big Sur.
4) Monterey
Monterey Bay is een van de beste plaatsen ter wereld om walvissen te gaan spotten. De inwoners van Monterey weten dat als geen ander en zullen je met plezier op een van hun boten uitnodigen om op zoek te gaan naar bultrugwalvissen, orka's, grijze walvissen en blauwe vinvissen, de grootste dieren die ooit op aarde hebben geleefd (ja, nog enormer dan de omvangrijkste dino's). Welke soort walvis je te zien krijgt, hangt af van het seizoen en een portie geluk, maar je kan heel het jaar door uitvaren en het is bijna altijd prijs. Dolfijnen en zeeotters zijn een aangename bonus. Onthoud wel een paar dingen: de
whale watching-tochten op de baai zijn lang, koud, nat en hobbelig. Wie snel last heeft van zeeziekte, kan maar beter twee keer nadenken. Je vindt de
whale watching-bedrijfjes op de pier
(Fisherman's Wharf), waar je trouwens ook heerlijke zeevruchten kan smullen.
Voor het overige is Monterey een niet onaardige, maar schaamteloos commerciële badplaats.
Cannery Row, waar in de eerste helft van de twintigste eeuw tonnen sardines werden ingeblikt, lijkt vandaag meer op de
main street van Disneyland dan wat anders, maar het
Monterey Bay Aquarium op het uiteinde ervan is zeer de moeite waard.
5) Santa Cruz
En dit is ze dan, ondanks het koudere water zo dicht bij San Francisco, de surfhoofdstad van Californië: Santa Cruz! Deze plek is übercool, vol
groovy figuren, hippies met lange grijze baarden, wietrokers met wuivende dreadlocks en wereldverbeteraars die je aanklampen voor een vrijblijvend praatje. Als je ergens wil leren surfen, doe het dan hier - er is zelfs een surfmuseum. Maar zelfs als je geen waterrat bent, is Santa Cruz een stop waard. Aan
Main Beach, een tiental minuten wandelen van
downtown, ligt een
boardwalk die zo op en top Amerikaans is dat je je ogen niet zal geloven. Het ding werd gebouwd in 1907 en je vindt er vandaag nog tientallen aandoenlijk kitscherige kermisattracties op terug. Mis vooral een ritje op de
Giant Dipper niet, een houten rollercoaster uit 1924 die zowaar is erkend als
National Historic Landmark. Vooral op zondagochtend is slenteren op de
Santa Cruz Beach Boardwalk een feest voor het oog, want dan loopt het er vol
All-American gezinnetjes. Je kunt apart betalen voor elke attractie, of een voordelige dagpas kopen als je je eens helemaal wil laten gaan.
Meer reizen op
www.guido.be
CALIFORNIË praktisch
Hoe er geraken?
Je kan dagelijks naar L.A. of San Francisco vliegen vanuit Brussel, meestal met een overstap in een stad aan de oostkust. Je bent verplicht vooraf een (twee jaar geldige) ESTA aan te kopen op https://esta.cbp.dhs.gov en je moet aan alle immigratie- en douaneformaliteiten voldoen in de luchthaven waar je je eerste voet op Amerikaanse bodem zet, wat in de praktijk vaak wil zeggen dat je twee keer op je bagage zal moeten wachten.
Slapen
Hostels vol jonge gasten zijn het goedkoopst, hotels het duurst en motels er ergens tussenin. Die laatste zijn op en top Amerikaans en veruit de meest praktische oplossing als je een huurwagen hebt. Of je kan kamperen, da's nog voordeliger.
Geld
Californië is niet goedkoop, tenzij je je culinair beperkt tot fastfood. Cash komt gezwind uit de muur, en een creditcard wordt bijna overal aanvaard. Opgelet in bars en restaurants: je wordt geacht een fooi ('tip') te geven van 15 tot 20% boven op je rekening. Dit is niet optioneel! Als je met een creditcard betaalt, kan je het bedrag van de fooi met de hand op het daarvoor voorziene lijntje schrijven.
Documenten
Je Belgische reispas dient nog zes maanden geldig te zijn op de dag van terugkeer. Een gewoon Belgisch rijbewijs is goed genoeg, maar de meeste verhuurmaatschappijen stellen wel een minimumleeftijd (soms zo hoog als 25 jaar!) voor wie een auto wil huren. Neem ook je identiteitskaart mee, om te tonen als je een pint wil bestellen (legal drinking age: 21 jaar).
(HDP)