Gerry
Eerlijk gezegd: we hadden Gus Van Sant al afgeschreven. Zijn
Finding Forrester had ons bijna doen braken, het stroperige dieptepunt van een ooit eigenzinnige regisseur in vrije val
sinds Hollywood hem dankzij
Good Will Hunting met toeters en bellen had opgenomen in de
mainstream. Maar dan zagen we
Gerry, en we geloofden onze ogen niet.
Gerry is zo strak minimalistisch en zo ongelooflijk gedurfd dat je Van Sant onmiddellijk al z'n zonden vergeeft.
Gerry is Gus Van Sants
welgemeende fuck you richting Hollywood, zo van "ik heb vijf jaar lang meegehuppeld in jullie mallemolen en heb daarmee genoeg geld verdiend om dit te doen." En dit, dat is een van elke franje ontdane, poedelnaakte film over twee jongens die in Desert Valley gaan wandelen, verloren lopen en twee dagen en twee nachten met zichzelf en met elkaar worden geconfronteerd. De camera filmt hun ontbering heel afstandelijk, alsof het om een natuurdocumentaire gaat. De dialogen zijn schaars en lijken wel geïmproviseerd. Van Sant schreef ze samen met de twee hoofdacteurs Matt Damon en Casey Affleck, die zo naturel en sober mogelijk door de barre woestijnlandschappen trekken.
Gerry is cinema in zijn puurste en meest essentiële vorm. Dit is zelfs niet de bizarre Gus Van Sant van
My Own Private Idaho; Gerry is nog een heel stuk radicaler, een filmisch experiment dat zo sterk is dat het nog dagen in je kleren blijft hangen.
(JC)