De studententijd van Matteo Simoni
Vergeet Smos en omhels Devon Macharis, want rasacteur Matteo Simoni kruipt in de nieuwe humoristische VIER-reeks Callboys van Jan Eelen (In de Gloria, Het Eiland, De Ronde...) in de huid van een testosteronrijke gigolo. Zou Matteo ook een gepimpte en geoliede studententijd hebben gehad? We hebben het hem gevraagd.
Matteo: Ik heb in Leuven op internaat gezeten, vanaf het derde middelbaar. Dat was kunsthumaniora, aan het
Lemmensinstituut. Het is niet dat ik het echte Leuvense studentenleven heb gekend, want dat internaat was vrij streng. Eén keer per week mochten we de stad in, op woensdag, tussen acht en tien 's avonds. Toen dronken we natuurlijk alles wat we konden drinken op twee uur tijd. Maar de fakbars en zo, dat heb ik nooit gekend. De andere dagen feestten we gewoon op het internaat zelf, op de slaapkamers. Of we ontsnapten. Daar was ik echt wel een specialist in. In de turnzaal hingen van die dikke klimtouwen. Die maakten we los en verstopten we. Op de kamer knoopten we ze vast aan de radiator, en zo konden we uit het raam naar beneden
rappellen. Dat ging natuurlijk niet zomaar: we moesten wachten tot middernacht, want toen ging de surveillant slapen. Vervolgens gingen we de hele nacht fuiven en drinken in de Rumba, en we maakten dat we tegen zes uur terug waren, want om zeven uur moesten we opstaan. Van de dagen op school na zulke nachten weet ik niks meer. Van de nachten zelf eigenlijk ook niet.
(lacht) Maar ik was er wel sterk ik in. Na het vierde jaar hebben ze het internaat verbouwd, en ik was de eerste die toen is kunnen ontsnappen. Ik had een heel systeem gekraakt met lopers en deuren die een alarm triggerden. Ik had de dag ervoor al met een schroevendraaier het alarm gesaboteerd, en een rooster opengeschroefd...
GUIDO: Het lijkt bijna Mission Impossible.
Matteo: Ja, ik was daar wel mee bezig. Ik vond dat te gek. Ze hebben me maar één keer gesnapt, in de laatste week dan nog. Toen ben ik geschorst. Terecht.
Glansrijk geslaagd
GUIDO: Was het na je kunsthumaniora een logische stap om naar de toneelschool te gaan?
Matteo: Absoluut. Kunsthumaniora is een inleiding op wat toneelschool zou kunnen zijn. Ik werd er echt door geprikkeld, door gevoed. Ik denk ook dat zowat iedereen die afstudeert aan het
Lemmensinstituut auditie doet voor een toneelopleiding. Ik dus ook. Anders had ik dat misschien nooit aangedurfd. Ik had wel horen waaien dat ze aan het
Herman Teirlinck Instituut niet zo happig waren op studenten die aan het
Lemmensinstituut hadden gezeten. Ze hadden liever mensen die nog niet te veel gevormd waren.
GUIDO: Als een onbeschreven blad?
Matteo: Ja, mensen die je nog kunt kneden en vormen.
GUIDO: En dat bleek ook zo te zijn?
Matteo: Wel, ik was glansrijk geslaagd voor het toelatingsexamen, dus dat cliché ging in elk geval niet op. Maar ik snap het wel, dat docenten liever iemand hebben met wie ze nog alles kunnen doen, iemand die vier jaar lang een speelbal van die school kan zijn.
GUIDO: Heb je je ouders moeten overtuigen van je studiekeuze?
Matteo: Nee. Mijn ouders hebben me altijd onvoorwaardelijk gevolgd in de dingen die ik deed, en daar ben ik ze nog altijd heel dankbaar voor. Ze hebben me de vrijheid gegeven om te doen wat ik wou, maar ze zagen ook wel in dat het goed was. Dat het bij me paste.
GUIDO: Na je internaatsjaren in Leuven ging je naar Antwerpen studeren. Hoe heb je de vrijheid daar ervaren?
Matteo: Wel, ik woonde al jaren niet meer thuis in de week, dus op kot gaan was niet zo'n schok voor mij, maar inderdaad: die plotse vrijheid was overweldigend. Echt zot. Rondhangen in de stad, doen wat je wil... Dat kende ik niet. Daar heb ik me wel even aan moeten aanpassen, maar ik ben geen dommerik, ik heb mezelf niet laten gaan. Ik ben niet als een totale naïeveling op de toneelschool gearriveerd.
Schaamteloos fouten maken
GUIDO: Andere acteurs hebben me verteld dat die toneelopleiding een soort eilandje is in het Antwerpse studentenleven.
Matteo: Dat is correct. Een theaterschool leeft heel erg op zichzelf, maar dat is ook wel nodig. In een gewone studierichting wordt niet van je verwacht dat je elke dag je ziel op tafel legt. Aan de toneelschool wel. Daar moet je je zwakheden en gevoelens juist gebruiken. Dat gaat verder dan gewoon blokken om bij te leren, zoals de meeste studenten. Dat moesten wij ook doen, maar daarnaast moesten we onszelf heel de tijd bevragen. Onszelf kwetsbaar opstellen. Als je met acht mensen in een klas zit en iedereen legt zijn ziel bloot, dan ga je stevig aan elkaar hangen.
GUIDO: Lotgenoten?
Matteo: Ja, dat is het. Je zit samen in hetzelfde schuitje. Studenten aan een theaterschool zijn letterlijk aan elkaar verbonden. Iedereen weet er alles van elkaar. Je kan die opleiding niet loskoppelen van jezelf. Een gitarist kan zijn ziel in zijn gitaar steken, maar hij kan die gitaar ook wel in een hoek zetten en even iets anders gaan doen. Een acteur kan dat niet. Wij
zijn ons instrument. We kunnen onszelf niet zomaar in een hoekje zetten. Dat is soms heftig. Vaak heb je dan het gevoel dat je weg bent van de wereld. Je werkt samen, je speelt samen, je studeert samen, je gaat samen op café...
GUIDO: En op café wordt ook louter over theater gesproken?
Matteo: Het dringt zichzelf op. Maar kijk, ik heb vrienden in Hasselt, en ik heb vrienden in Antwerpen. Soms is het echt een zaligheid om eens met mijn vrienden in Hasselt op café te gaan, want die spreken niet over theater.
(lacht) Nee, vooral de combinatie is heerlijk.
GUIDO: Was je studententijd de mooiste tijd van je leven?
Matteo: Het enige wat je in je studententijd moet doen, is naar de les gaan en zorgen dat je geslaagd bent. En onderweg mag je schaamteloos fouten maken. Dat is alles, al de rest is van geen enkel belang. Die rust in je hoofd is fantastisch en komt nooit meer terug. Eenmaal dat voorbij is en je in het echte leven staat, komt er zoveel meer bij kijken.
(HDP)
foto: VIER