Een weekend in BARCELONA
Onlangs heeft Barcelona Londen ingehaald als tweede favoriete citytrip van de Belgen, na Parijs. Dat heeft niet alleen te maken met het feit dat je er al geruime tijd goedkoop heen kunt vliegen, maar ook met de immer stijgende reputatie van Barcelona als dé hippe uitgaansstad van Zuid-Europa.
En er is nog vanalles te zien ook!
Toegegeven: Ibiza heeft net iets méér partyritme, maar dan heb je niet zo'n bruisende metropool aan je voeten. Want dat is Barcelona meer dan ooit: sinds de stad in 1992 een grondige facelift kreeg voor de Olympische Spelen is z'n ster steeds meer gaan schitteren.
Barcelona kan je ruwweg opdelen in drie stukken. De meeste toeristen hangen rond in de Middeleeuwse oude stad, een kronkelend mierennest, in twee gesneden door de pompeuze wandelboulevard de Ramblas. Veel chiquer is L'Eixample, het in roosterpatroon aangelegde moderne Barcelona met z'n eindeloos brede lanen. En al helemaal pittoresk is de haven, tot voor de Olympische spelen bijna een no go area, maar nu het centrum van het uitgaansleven.
Flaneren op de Ramblas
Vraag iemand om iets typisch van Barcelona te noemen, en je krijgt gegarandeerd de Ramblas op je bord. Toegegeven, ze zijn een klein beetje overroepen. De Ramblas (meervoud, omdat de Rambla om de zoveel meter van naam verandert, maar het is wel één laan) vormen een anderhalve kilometer lange wandelboulevard tussen de Plaça de Catalunya en de haven, propvol restaurants, terrassen, shops en straatartiesten. Loop ze gerust eens op en neer (en maak een ommetje in de overdekte markt ongeveer halfweg), maar blijf hier niet het hele weekend hangen, want Barcelona heeft zoveel meer te bieden. Pas op, het kan er best leuk zijn, zeker wanneer op zondagmorgen de lokale bewoners komen flaneren en een bloemetje kopen, maar dit is ook de plek waar luidruchtige bendes kaalgeschoren Britten met "It's Beer O'Clock" T-shirts zich al van 's middags zitten te bezatten.
Verdwalen in de oude stad
De oude stad is groot, warrig en chaotisch. Daar wandel je niet in, daar raak je in ondergedompeld. Vanouds gold het motto: al wat ten oosten van de Ramblas ligt, is ok; al wat ten westen ligt, is gevaarlijk. Nou ja, El Raval is ruig, maar dat geldt evenzeer voor de buurt rond de Plaça Reial, en daar gaan dan alle toeristen juist wel naartoe. De waarheid is dat het openlijke heroïnegebruik van eind jaren '80 en de opdringerige dealers naar de achtergrond zijn verdreven en hebben plaatsgemaakt voor een toch wel wat sympathiekere bohemian crowd. Laat je dus vooral gaan en verdwaal gerust in de nauwe steegjes, waar je nog authentieke ambachtswinkeltjes vindt, heerlijke tapasrestaurantjes, trendy bars en de oudste funderingen van Barcelona.
Visionaire architectuur van Gaudí
Als je wat ademruimte wil, trek dan naar L'Eixample, het uitgestrekte gebied ten noorden van de Plaça de Catalunya. Hier worden de straten breed en kaarsrecht en kom je plots in een moderne metropool terecht. Dit was ook de speeltuin van de geniale architect Antonio Gaudí en zijn modernistische collega's. Op de Passeig de Gràcia, de chiqueste boulevard van allemaal, vind je zijn meesterwerken La Pedrera (bezoek het dak, een surrealistische belevenis!) en het sprookjesachtige Casa Battló. Nog meer Gaudí? Komt eraan: verder noordelijk ligt zijn onafgewerkte megaproject La Sagrada Família, een kathedraal als een organisch uit de stad oprijzend visioen. En bijna helemaal de stad uit (metro Lesseps en dan de wegwijzers volgen) kom je in het Parc Güell, een visionair stadspark waarin Gaudí steen, glas en keramiek naadloos liet overlopen in de aanwezige plantengroei. Subliem, prachtig, en uniek in de wereld.
Haven, vis, strand en nachtclubs
Op naar de haven! Aan het eind van de Ramblas, aan de Columbus-kolom, moeten scheepvaartliefhebbers eerst en vooral het museum in de koninklijke scheepswerven binnenduiken, om het imposante galjoen van Don Juan te gaan bewonderen. 't Is eens wat authentieker dan Pirates of the Caribbean. En dan kan de maritieme pret losbarsten: steek de voetgangersbrug over naar het Maremàgnum-complex, een toeristenparadijs vol visrestaurants, bars, winkels en een groot aquarium met een indrukwekkende haaientunnel. Als je langs de andere kant weer op het vasteland komt, krijg je nog eens een lading restaurants, waarna je de Barceloneta-strandwijk inloopt. Dit is niet Spanjes meest aantrekkelijke strand, dus loop maar verder richting Port Olímpic (waar die enorme koperen vis staat) voor nog meer nachtclubs, cafés en restaurants.
Montserrat
Nog tijd over? Je kan nog Montjuïc beklimmen, het Barcelonese equivalent van de Heizel in Brussel, met een subliem Miró-museum, het Olympisch stadion en 's zomers een kleurrijk fonteinenspel. Of rijd in een uurtje met de FGC-trein R5 van Plaça d'Espanya naar Montserrat, een indrukwekkende berg van meer dan een kilometer hoog, met bizarre rotsformaties waartegen een klooster staat gebouwd en waar je met een kabeltrein of -lift helemaal op kunt. En dan lijkt het niet aflatende geroezemoes van Barcelona plots heel ver weg...
Barcelona praktisch
Hoe er geraken?
Barcelona's luchthaven El Prat ligt op 12 kilometer van de stad. Lijn 1 van de Rodalies-trein brengt je in geen tijd naar het centrum (diverse haltes mogelijk). Een alternatief is de rechtstreekse Aérobus A1. Als je met Ryanair bent gekomen, heb je nog een stevige busrit voor de boeg, want zij vliegen op Gerona, bijna 100 km noordelijker, nabij de Franse grens. Bussen van het verbeeldingrijk gedoopte bedrijf Barcelona Bus vertrekken daar na aankomst van je vlucht en rijden rechtstreeks naar Barcelona (nabij metrostation Tetuan). Pas wel op bij aankomst, want op de Passeig de Sant Joan hangen zakkenrollers rond.
Geld
Afgezien van het feit dat er een bevriende vorst op de muntstukken staat, betaal je in Barcelona net als hier in euro's. Helaas ligt de tijd dat Barcelona een spotgoedkope stad was inmiddels ver achter ons. Alleen sigaretten zijn nog beduidend goedkoper, maar die hebben we niet nodig, toch? Dit gezegd zijnde: wie avontuurlijk genoeg is om eens een metrotrip naar de buitenwijken te maken (het levendige Cornellà bijvoorbeeld), zal merken dat je daar heerlijk en absoluut niet duur kan lunchen in om het even welke volkse bar.
Slapen
Het lijkt paradoxaal, maar in de uiterst centraal gelegen Ciutat Vella vind je de goedkoopste pensionnetjes, meer bepaald rond de beruchte Plaça Reial. Je zit dan op twee minuten wandelen van zowel de haven als de Ramblas, dus je gelooft je ogen niet dat het zo goedkoop is. Tot je 's nachts probeert te slapen: de Ciutat Vella produceert meer nachtlawaai dan de Overpoort in Gent en de Oude Markt in Leuven samen. En als het dan in het holst van de nacht iets kalmer wordt, komen de vuilniskar (echt waar!) en de eerste vrachtwagens om de winkels te bevoorraden. Maar goed, als je gekomen bent om uit te gaan, hoeft dat geen probleem te zijn. Wil je echter op tijd onder de wol, overweeg dan toch een iets duurdere slaapplaats in L'Eixample. Of probeer de prachtige jeugdherberg Mare de Déu de Montserrat niet ver van Parc Güell, een schitterend gebouw dat uitkijkt over de stad.
Vervoer
Barcelona's metro is een van de beste van Europa: in een mum van tijd ben je overal waar je wil. Er zijn allerhande tariefformules: van een enkel ticket tot pasjes voor 10 ritten (Targeta T-10), een ongelimiteerd dagticket (Targeta T-DIA) of abonnementen voor 2, 3, 4 of 5 dagen. Het leuke nieuws is dat je met je ticket ook op de stadsbussen en de FGC-treinen mag.
Taal
Meer nog dan Spaans, zal je in Barcelona Catalaans horen en lezen. Het is een ietwat bizarre taal die wel een kruising lijkt tussen Frans en Spaans. Je hoeft je er niet per se in te verdiepen, want alle Catalanen spreken ook vloeiend Spaans. En als je veel geluk hebt, zijn ze in staat tot een mondje Engels of Frans...
(HDP)