Regisseur Nabil Ben Yadir over 'Dode Hoek'
Molenbekenaar Nabil Ben Yadir debuteerde in 2009 met zijn langspeelfilm
Les Barons. Met de spannende politieke thriller
Dode Hoek, over een keiharde Antwerpse politiecommissaris (Peter Van den Begin) die op de dag van zijn overstap naar een extreemrechtse partij terechtkomt in een spiraal van noodlottige gebeurtenissen, maakt Nabil zijn eerste Vlaamse film.
Nabil: Dode Hoek is vóór alles een genrefilm: het thrilleraspect is het belangrijkste.
GUIDO: Zat de politieke dimensie er al van bij het begin in?
Nabil: Jazeker, want ik was op zoek naar een troebel personage. Een radicaal. Jan Verbeeck is een held bij de speciale drugsbrigade van Antwerpen, omdat hij hard is en mensen afblaft. Dan neemt hij ontslag, gaat in de politiek, en is goed op weg om de Trump van België te worden. Zoiets had ik van bij het begin voor ogen. Het is een gelukkig toeval dat die thematiek momenteel actueler blijkt dan ooit.
GUIDO: Ja, het lijkt wel of het scenario gisteren is geschreven.
Nabil: Inderdaad, we zijn ingehaald door de werkelijkheid. Dat heeft ervoor gezorgd dat de film vandaag zo dicht bij de actualiteit staat.
GUIDO: Er is al eens een gelijkaardig geval geweest: de Brusselse politiecommissaris Johan Demol werd in 1999 lijsttrekker voor het toenmalige Vlaams Blok.
Nabil: Ja, maar daar heb ik me helemaal niet op gebaseerd.
Dode Hoek is niet het verhaal van Johan Demol, want die kerel had niet het charisma van Jan Verbeeck. Demol was een stille, bijna verlegen man. Jan Verbeeck is het tegenovergestelde.
GUIDO: Verbeeck is in elk geval geen karikaturale slechterik. Soms kan je hem enigszins begrijpen en voel je zelfs enige sympathie.
Nabil: Het blijft een mens, met zijn eigen breekbaarheid. Hij is hard, maar menselijk. Tien of twaalf jaar geleden had ik nooit een film kunnen maken als
Dode Hoek. Toen zou men mij hebben gezegd dat de held alleen maar goed mocht zijn, en de booswichten alleen maar slecht. Zwart-wit. Maar de samenleving is veranderd. Dit soort mensen bestaan, kijk maar naar de Brexit. Ik wil geen films maken waarin de personages karikaturen zijn van goed tegen slecht.
Dode Hoek is
Star Wars niet. Ik wou genuanceerde personages, anders werkt het niet.
GUIDO: Verbeeck is loyaal tegenover zijn team, maar hij gaat daar zodanig ver in, dat het gevaarlijk wordt.
Nabil: Exact! Tot hoever reikt loyauteit? Tot op welk punt kan je eerlijk blijven? Hoever kan je gaan zonder van mening te veranderen over iemand? Daar komen vroeg of laat vodden van, en dat verhaal wou ik vertellen, zonder de afloop te verraden. Het zit al in de titel. De
Dode Hoek is de voorgeschiedenis die Jan Verbeeck met zich meezeult. Wat je ziet op tv als een politicus aan het woord komt, is alleen maar wat hij wíl vertellen. Het echt interessante is proberen te achterhalen wat erachter schuilt. Wat zich in de
Dode Hoek bevindt.
GUIDO: De fictieve extreemrechtse partij VPV uit je film, heb je die gemodeleerd op het Vlaams Belang of op de N-VA?
Nabil: Die vraag heb ik mezelf niet gesteld, maar het is in elk geval niet Groen.
(glimlacht) Ik wou het vooral over populisme hebben, iets wat we overal zien opduiken, ook in zogenaamde democratische partijen.
GUIDO: Waarom heb je als Franstalige een Vlaamse film gedraaid?
Nabil: Ik had zin om met Vlaamse acteurs te werken. Jullie hebben ongelooflijke acteurs. Ik denk dat ik zowat alle Vlaamse films heb gezien. Het is geen toeval dat Jan Decleir al in mijn debuutfilm zat. Toen ik als puber op school zat in Molenbeek, keken we in de klas naar
Daens op video. Ik heb toen gezegd: op een dag ga ik samenwerken met die acteur. Mijn lerares van toen is dat nooit vergeten, want toen
Les Barons uitkwam, heeft ze me een berichtje gestuurd over wat ik toen in de klas had gezegd. Jan Decleir is de acteur die mijn nieuwsgierigheid voor de Vlaamse cinema heeft geprikkeld. Sinds
Les Barons is hij trouwens een superster in Molenbeek. Ik zweer het: iedereen in de wijk is zot van hem.
GUIDO: Jan zit ook in Dode Hoek, maar de hoofdrol ging naar Peter Van den Begin.
Nabil: Ik kende hem uit
Matroesjka's, en toen zag ik toevallig een aflevering van
Debby & Nancy, de talkshow die hij samen met Stany Crets presenteerde als travestie. Ik had hem niet herkend. Dat is die gast uit
Matroesjka's, zeiden ze me. Ik kon het niet geloven. Een acteur die twee zulke uiteenlopende rollen aankan, dat is iets heel bijzonders. Dat is een performer. Het was een uitstekend idee om hem te casten als Jan Verbeeck, want hij heeft het fantastisch gedaan.
GUIDO: Over travestie gesproken: weet je dat Peter ooit nog Tante Sidonia heeft gespeeld in een 'Suske en Wiske'-film?
Nabil: (trekt grote ogen) Nee! Je meent het?
Il a joué Sidonie?!
GUIDO: Ja, in De Duistere Diamant, uit 2004. En Stany Crets was Jerom.
Nabil: (komt niet meer bij van het lachen) Geweldig! Die film moet ik zien! Ik ga Peter meteen een sms'je sturen.
GUIDO: Dries is ook een interessant personage: een jonge flik van Marokkaanse afkomst die Jan Verbeeck beschouwt als zijn mentor. Op een bepaald moment zegt hij: "In mijn wijk ziet men mij als een verrader..."
Nabil: "... en hier blijf ik een makak." Ja, inderdaad. In Borgerhout wordt Jan Verbeeck gezien als de vijand: een extreme, racistische populist. Als Dries voor zo iemand gaat werken, is dat automatisch verraad. Je mag de radicaliteit van zo'n keuze niet onderschatten. Hij verandert zelfs de spelling van zijn naam: Driss is een bestaande Marokkaanse naam; hij maakt er Dries van. Dit soort personages zie je niet vaak in films. Uiteindelijk blijkt Dries nog racistischer dan zijn baas. Dries is de spirituele zoon van Jan Verbeeck. Hij haat wie hij is en breekt volledig met zijn roots. Dat gaat niet. Als je een boom omzaagt en ergens in een tuin in de grond steekt zonder de wortels, dan valt hij om bij de eerste windvlaag. Als Marokkaanse Belg moet je uiteraard Belg zijn, maar je mag je wortels niet vergeten. Maar wat wil de maatschappij vandaag? Radicale keuzes. Ja of nee. Zwart of wit. Je kan niet zeggen: ik hou van blauw, maar ik vind rood ook mooi. Nee! Je moet kiezen. En dat wou ik aanklagen aan de hand van het personage Dries.
GUIDO: Adil El Arbi heeft een klein rolletje in Dode Hoek, en zijn spitsbroeder Bilall Fallah stond achter de tweede camera. Hoe goed kennen jullie elkaar?
Nabil: Heel goed. Die mannen zijn mijn filmbroertjes! Zij hebben indertijd de
making-of van
Les Barons gemaakt, en ik ben nu samen met hen hun nieuwe film
Patser aan het schrijven.
GUIDO: Ga je hen volgen naar Hollywood?
Nabil: Ik ben er nog niet aan toe om films te regisseren die niet van mij zijn. Ik wil zelf mijn scenario's schrijven. En ik ben een baron hé, een luierik uit Molenbeek.
(lacht) Ik zit liever gewoon thuis, in plaats van in Hollywood. Maar wie weet komt het er ooit wel eens van.
(HDP)