Absynthe Minded: "Niets menselijks is ons vreemd."
Soms spreek je beter af in eigen stad. Bert Ostyn heeft net een ongelukje met blikschade achter de rug in Brussel en dan is praten bij café De Roos net zo makkelijk. Jungle eyes is een album met een heel duidelijk verhaal en gezicht, plezier, gefocust en duidelijk. Absynthe Minded is er opnieuw, nog steeds, maar anders?
Bert: Het is een verderzetting, en ook nieuw. Qua instrumentarium en ook qua aanpak is het anders. Er is meer neiging tot consistentie. Meer eenvoud, simpeler? We hebben niet veel fantasie moeten gebruiken over hoe de productie moest zijn, iedereen was het erover eens dat het de sound van de band moet zijn. Nu speel ik op elektrische en akoestische gitaar. Sergej speelt elektrische bas, terwijl hij vroeger tot vier verschillende instrumenten speelde, van bas over contrabas tot synth. Het blijft wel ik die nummers schrijf voor een band, persoonlijke teksten en lyrische passages met invloed uit jazz.
GUIDO: Zeker in uitsmijter ‘Surrender’!
Bert: We hebben die track vooruit gestuurd omdat we het zelf de max vinden. Het is een vrij nummer en het verbreedt ongedwongen ons spectrum. Het toont samen met ‘The execution’ goed wie Absynthe Minded nu is. Ik heb er deze keer op willen letten en we zijn er ook in geslaagd vind ik: er zit inhoud in deze plaat! Als we deze tien tracks gebald brengen, zijn de verhalen van de plaat duidelijk.
GUIDO: Vind je het plezanter of moeilijker dan vroeger?
Bert: Ik vind de sfeer in de muziekwereld veel leuker dan vijf jaar geleden. Het illegale downloadspook is bedwongen, het heeft weer richting. Er is plaats voor vinyl voor de audiofreaks en anderzijds is er streaming. Het lijkt of de industrie opnieuw zijn draai heeft gevonden.
Sneeuwlawine
GUIDO: Voelt het aan als een wedergeboorte van jouw band?
Bert: Absynthe Minded is voor mij altijd te belangrijk geweest om te laten schieten. Ik heb heel andere dingen gedaan, met misschien te hoge verwachtingen. Het was moeilijk, de soloplaat en de filmmuziek, zoeken naar een manier om dat live te brengen. Die soloplaat was een studioplaat met synths, en voor ik het door had was die tour voorbij. "Wat komt hierna?" Het voelde opeens
full circle, terugkomen bij het gegeven van een band. Als collectief ervoor gaan. Repeteren, de nummers laten leven. Zo anders dan schrijven en dat dan opnemen met studiomuzikanten. Op den duur hol je van de ene studio naar de andere, tempo veranderen, tekst aanpassen… Ik zat op mijn eentje nogal vast in mijn manier van werken.
GUIDO: Je bent een meer tevreden muzikant?
Bert: Absynthe Minded in de eerste bezetting was een groep die elf jaar heel hard heeft geleefd. Het was op. De laatste plaat en de laatste tour, het was niet meer plezant. Voor niemand. Niets menselijks is ons vreemd. Als het moeilijk gaat, komen de slechte kanten van de mensen boven. Mijn soloplaat was al met een nieuw management, verfrissend. Dat heeft geleid tot bepaalde inzichten en ook tot het feit dat ik me ben gaan hechten aan muzikanten waar ik in die periode bij terecht kwam. Ik kende Simon nochtans al van voor Absynthe Minded. Sergej was terug aan boord en zo konden we er weer invliegen. Het leuke is dat het met de productie eigenlijk even makkelijk ging. Op een bepaald moment was het ook met Stephan Misseghers zo evident en duidelijk wat het moest worden. Hij heeft al op fantastische platen meegespeeld: Soulwax, Deus.. Hij wist dat ik een producer nodig had, iemand die ik kan vertrouwen. Een klankbord. Voor we het wisten waren we vertrokken, die vliegende start was heerlijk. Dat plezier zit ook in de plaat.
GUIDO: En wat is er dan toch anders?
Bert: Ik ben veranderd. Ik heb het gevoel dat de mensen hun aandacht vlugger weg is, dat je ze meteen moet grijpen. Je moet duidelijk zijn. Ik wil verhalen vertellen en dit was het moment om dat eens heel duidelijk te stellen.
GUIDO: De songs komen recht uit het hart. ‘At first sight’, ‘Avalanche’…
Bert: Twee lovesongs, maar tegelijkertijd speel ik binnen dat gegeven ook wel met wat een lovesong is. De ‘Avalanche’, de sneeuwlawine, is destructief en overweldigend en dat vond ik een mooi beeld. In ‘Love at first sight’ steekt dan weer wat humor. "An apple falls fast, a feather falls slowly", ik heb zodanig gezocht op die verwoording, mijn vriend en kunstenaar Frederik Van Simaey heeft trouwens meegeschreven aan die song. Het gaat over liefde op het eerste gezicht, maar er wordt meteen over gefilosofeerd/ Mocht je iemand ontmoeten die het op die manier over liefde op het eerste gezicht heeft, weet ik niet of je die persoon zou vertrouwen.
GUIDO: Je ventileert ook je mening over wat er mis is met de wereld, de titelsong meteen al.
Bert: We kijken er allemaal naar. We worden ouder en beseffen hoe de wereld in elkaar zit. Het is eigenlijk een neo-liberalistische superheld, iemand die steeds opnieuw kan beginnen en ergens ook ‘avontuurlijk’ is. Dat fascineert me, want het bestaat ook echt. Mensen kijken zo naar mode en beroemdheden en tegelijk zit er ook compassie in, want "don’t look at the jungle but see through it" en "you’re not alone in paradise". Je moet de wereld begrijpen en misschien is dat de kracht van mijn muziek.
Complexe wereld
GUIDO: Ben je anders als songschrijver sinds je vader bent geworden?
Bert: Mijn leven is in elk geval veel veranderd, maar of ik daardoor anders schrijf? Ik heb veel meer te verliezen, maar ik heb niet het gevoel dat het vaderschap iets is waar meteen een song in zit voor mij.
GUIDO: ‘The pearl’?
Bert: Klopt. Als je jong bent, heb je het gevoel dat er overal geheimen zijn. Dat er nog zoveel te ontdekken valt. Omdat je weet dat je kinderen dat ook zullen meemaken. Alles wat ze zullen beleven, alle zeven sloten waar ze tegelijk in zullen lopen. Ze zijn nog jong, zes en drie. Wat ik heel graag doe, als we langs de grote appartementsblokken in Antwerpen rijden, is mijn oudste erop dat wijzen dat de wereld vol mensen zit en best wel complex is. Hij lijkt dat te snappen. Ik hou van de vibe van een gesprek met een kind.
GUIDO: Wie is eigenlijk wie in je nieuwe band?
Bert: Wouter, de keyboardspeler, die is er het laatst bijgekomen en die ken ik eigenlijk al van in het begin van Absynthe Minded, toen we repeteerden in dezelfde plek als Tomán as. Hij komt echt uit die postrock-scene. Een multi-instrumentalist met heel goeie oren en ook een producer die bijvoorbeeld eind dit jaar in de studio zit van Sigur Rós om een plaat te producen van een Chinese postrock-band. Simon speelt bij De Beren Gieren, Black Flower, die is altijd aan het spelen en altijd in vorm, hele leuke muzikant om mee te spelen. Toon komt dan weer uit de blues-scene. Ik ben ook een betere muzikant geworden, ik heb meer geduld, meer volharding. Ik heb de controlefreak die lang in me zat wat kunnen loslaten, ook in mijn zang.
GUIDO: Ja, daar zit duidelijk meer durf in. Hoger ook.
Bert: Meer inzicht, ik heb de lat hoog gelegd. Bepaalde nummers zing ik inderdaad hoog, omdat ik vond dat het paste, ‘Echo chamber’ is net mijn bereik en ik vond dat het de sfeer van de song hielp. Ik heb geleerd dat ik niet bang moet zijn om nog verder te gaan met mijn stem. Er zit nog meer in, het is een spier die je ontwikkelt, het geeft zelfvertrouwen.
(LAD)