Image
04/10/2004

Groentjes op de campus

“Maar lieverd, zou je je bureau niet dichter bij het raam zetten? Dan heb je toch wat meer licht tijdens het studeren.” Zoonlief rolt met de ogen maar antwoordt beleefd: “Nee ma, rechtstreekse lichtinval is niet goed voor m’n pc."
Moeder kijkt bedenkelijk, maar neemt vrede met het antwoord. Het inrichten van je kot, samen met moeder de vrouw, kan behoorlijk spannend zijn. Nog even, en de ouwelui zijn helemaal van het toneel verdwenen. Vanaf dan is het alleen nog feesten, maffen en af en toe een pizza bestellen. Wij polsten naar de verwachtingen van de nieuwkomers en luisterden met open mond naar de eerste kotverhalen van enkele anciens. Zet de tapkraan maar open, Eddy.

Er zijn studenten en er zijn studenten. Voor de ene zijn hogere studies het begin van een megaparty die minstens zeven jaar duurt. Anderen maken van de tijd gebruik om zoveel mogelijk lieven uit te proberen.

"Hier zal ik de vent van mijn leven vinden"

Een hevige romance ziet Ellen P. wel zitten. Het middelbaar vond ze saai, maar vanaf nu liggen de wegen open. De vent van haar leven zal ze op de Mechelse Hogeschool zeker vinden. "Bij het inschrijven heb ik al eens goed rondgekeken. Resultaat? Twee ferme kerels. Maar ik weet niet of zij dezelfde richting zullen volgen als ik. Als dat niet zo is, zal ik ze in de gang wel eens tegen het lijf lopen zeker? Dit jaar wil ik een echte man. In de vakantie heb ik het uitgemaakt met mijn lief, hij was nog niet volwassen genoeg. Hogere studies beginnen met een lief aan je zijde, is trouwens heel onverstandig. Je moet allerlei soorten jongens uitproberen. Nietwaar, Saskia?" Saskia, de vriendin van Ellen, knikt. Al heeft zij nu toch al een tijdje een vaste vriend. "Ik stop met studeren. Na het middelbaar hoeft het niet meer voor mij. Vanaf oktober kan ik in een broodjeszaak aan de slag. Dat zal me meer bevallen. Eindelijk kan ik mijn eigen centen verdienen." Voor Saskia moeten er dan ook geen rijen mannen meer klaar staan. Die tijd heeft ze gehad. "Ellen gaat er stevig invliegen, heb ik de indruk. En gelijk heeft ze. Maar ik ben twee jaar ouder dan haar en ben op tijd met vriendjes begonnen (lacht). Op dit moment ben ik gelukkig met mijn lief. Ik zou zelfs te lui zijn om nog op jacht te gaan. Ik kijk er vooral naar uit om in mijn eigen huisje te wonen en 's avond gezellig televisie te kijken met zijn tweeën." Ellen gniffelt, ze vindt het gek om zo'n uitspraak uit de mond van haar vriendin te horen. Excuseer, fuifvriendin. "Saskia kwam vroeger nooit voor zes uur 's ochtends thuis. En nu wil ze in de zetel tv kijken. Het is me wat. Maar ik begrijp het wel, misschien weet ik over enkele jaren ook wel meer de rustige avondjes te appreciëren. Laten we zeggen dat de tijd daarvoor nog niet rijp is (knipoogt veelbetekenend)."

"De Overpoort bestuderen is mijn eerste opdracht"

Misschien kan Ellen eens op stap gaan met Dries Vandevoorde. Ze zal dan wel de trein moeten nemen, want Dries is van plan om in Gent te gaan studeren. Wat weet hij nog niet. "Ik kan maar niet beslissen. De dag dat ik me ga inschrijven, maak ik mijn keuze. Als het me niet bevalt, kan ik na enkele maanden nog wat anders proberen." Het studeren op zich interesseert Dries dan ook weinig. "Ik zal eerst de Overpoort bestuderen. Als ik het daar onder de knie heb, zullen we nog wel zien. Blokken doe je toch alleen net voor de examens. De rest van het jaar maak ik plezier, goe geweten."

Ex-studentenbegeleider Koen herkent de verhalen van Dries. "Hij is zeker niet de enige die zo denkt," zegt Koen. "Het zijn vooral jongens die in het middelbaar nauwelijks hebben moeten studeren, zij gaan ervan uit dat de hogere studies even vlot zullen verlopen. Pas op, sommige studenten kunnen een heel jaar fuiven en dan nog met glans slagen. Maar het blijft een minderheid. Om je diploma te halen, moet je toch regelmatig met de stof bezig zijn. Ik zeg niet dat je sowieso buist als je een paar keer brost. Dat kan allemaal geen kwaad. Maar enkele weken voor de examens beginnen te studeren, loopt zelden goed af. De pakketten zijn van een iets zwaarder kaliber dan in het middelbaar, neem dat maar van mij aan." Volgens Koen is het vooral moeilijk om opnieuw beginnen te studeren, eens je als fuifbeest door het leven gaat. "Je bouwt immers een ander ritme op. Fuifnummers kruipen 's ochtends pas hun bed in komen er na de middag uit. Vaak zijn ze met enkele kameraden bij mekaar, ze hangen 's namiddags bij mekaar op kot. 's Avonds trekken ze opnieuw naar de uitgaansbuurt of kijken ze films. Tegen de tijd dat ze dringend moeten beginnen te blokken, kunnen ze het niet meer opbrengen om hun luilekkerleventje om te gooien. De discipline of gewoon het dagelijkse leven kunnen ze niet meer aan. Van studeren komt dus niets meer in huis." Vogels voor de kat? Niet allemaal, volgens Koen. "Sommige studenten openen op tijd de ogen en halen het nog in tweede zittijd. Nog anderen weten dat ze een jaar verknald hebben. Ze krijgen thuis een serieuze waarschuwing en beseffen dat ze maar best eens naar de les kunnen gaan. Met de meerderheid van de studenten komt het uiteindelijk nog wel goed, maar de profiteurs zullen altijd blijven bestaan. Ze gaan vijf jaar of langer op kot op de kap van hun ouders. Het stomme is dat ze niet beseffen dat ze zichzelf daarmee naar de kloten helpen." Ho maar, een studentenbegeleiders die met grove taal begint te experimenteren... wegwezen, mannen!

"De jonge koppels geven hier stevig van katoen"

In de Leuvense Frederik Lintstraat staat gelukkig een brave, schattige jongen die alleen maar mooie woorden in de mond neemt. Matthias R. pent naarstig de telefoonnummers over die achter de ramen op de 'te huur' vignetten staan. Dit is de laatste studentenkamer die hij zal bekijken, het is genoeg geweest. "Eigenlijk heb ik al een geschikt kot gevonden, maar mijn moeder was er niet meteen enthousiast over. Het was er niet proper genoeg volgens haar. Daarom heb ik beloofd vandaag nog eens op pad te gaan. Maar ik blijf bij m'n eerste keuze. Ik zal mijn moeder wel overtuigen." Matthias besluit de laatste kamer zelfs te laten voor wat ze is en belt zijn moeder. Wij bijten op onze onderlip en crossen our fingers. Nu maar hopen dat de jongen met de bruine reeënogen niet te veel tegenwind krijgt van mama. "Mama? Ja, Matthias hier. Ik heb nog een stuk of zeven (hij heeft er in het echt maar drie gezien) koten bezocht, maar het was niet echt de moeite. Zou ik toch niet die ene kamer nemen? Ik weet dat je het daar niet al te proper vond, maar mijn eigen kamer kan ik toch zelf onderhouden. Misschien zijn het dit jaar nettere studenten die de keuken daar wel netjes houden." Matthias friemelt aan zijn broekzak en wringt zich in 268 bochten. Als hij zijn gsm weer wegstopt, zegt hij met fonkelende ogen: "Bingo!" De moeder heeft toegehapt. Zonder enige aarzeling toetst Matthias het nummer van zijn toekomstige kotbaas in. Bambi weet van aanpakken. "Ik hoop maar dat er nog geen andere huurder met mijn kot gaan lopen is," fluistert hij. Maar de kotbaas heeft woord gehouden en heeft de kamer voor Matthias bewaard. Dronken van enthousiasme vliegt Matthias door de straten van de stad. Op weg naar zijn nieuwe huisje. Binnen houden we bij de derde trede halt en giechelen. Blijkbaar verblijven er nog enthousiaste studenten op kot (een jong koppeltje geeft stevig van katoen). Op naar de vierde verdieping dan maar, naar Matthias' nieuwe stek. Met de sleutel plechtig in de hand opent het hertenjong zijn toekomstige woud. Maar dit keer is moeder er niet bij om zijn pootjes vast te houden op het gladde ijs. Matthias vraagt nog even een bevestiging en haalt dan zijn denkbeeldige champagne boven. Op een nieuw leven. Schol.

"De eerste week belandden we meteen op spoedgevallen"

Over hilarische avonturen kunnen de toekomstige studenten alleen nog maar dromen. Maar enkele anciens herinneren zich nog letterlijk hun eerste stappen in het woelige studentenleven. Zo ook Kristien. "Mijn eerste week op kot was meteen raak. Ik zat samen met drie andere meisjes en twee jongens. Eén meisje zagen we nauwelijks en één jongen was altijd op stap. Met de rest van het gezelschap ging ik een van de eerste weken een pintje drinken. Want eigenlijk kenden we mekaar nog helemaal niet. We reden met de fiets naar een studentencafé in de buurt en begonnen mekaar wat uit te horen. Toen we terug naar huis wilden gaan, begon het hevig te regenen. Om snel thuis te zijn, reden we zo hard we konden. Maar tegelijk waren we nog aan het tateren en gillen. Mijn vriendin riep nog: "Ik ga niet op mijn zadel zitten, want dan is mijn gat nat." Dat was dan meteen ook het 'laatste' wat Kristien van haar kotgenoot hoorde. "Voor ik het wist zag ik mijn vriendin op de grond liggen. Door het snelle fietsen en babbelen had ze het fietspad niet meer in het oog gehouden en was ze recht op een verkeerspaal geknald. Met een redelijke snelheid, mag ik wel zeggen. Daar lag mijn kotgenoot, ik zal haar voor de gemakkelijkheid Griet noemen. Misschien heeft ze niet graag dat ik haar naam vermeld. Ze was net tussen twee geparkeerde wagens beland. Met haar handen hield ze haar hoofd vast, net alsof ze het bij mekaar wilde houden. Op haar hand zag ik plots bloed. Zij had het ook opgemerkt en zei heel kalm: "Ik denk dat mijn hand bloedt." Intussen waren ook de twee andere kotgenoten erbij komen staan. En plots riepen we met drie: "Het is je hoofd, je hebt een mega groot gat in je hoofd!" Toen we dat zagen, raakten we toch een beetje in paniek. In de gietende regen hielpen we Griet overeind. Te voet zijn we dan naar het ziekenhuis gestrompeld, dat gelukkig vlakbij lag. Onderweg hield ik de wonde toe met een zakdoek. Mijn moeder is verpleegster, ik wist dus wel een beetje wat ik moest doen. Eenmaal op de dienst spoedgevallen mochten we meteen binnen. De wonde moest uiteraard genaaid worden. Voor de arts een prikje gaf ter verdoving, zei Griet nog heel voorzichtig: 'Dokter, ik heb drie krieken gedronken. Maakt dat iets uit?' De arts hield zijn lach in en prikte."

"Een lichte walging ging door zijn lijf, twee seconden later kotste hij alles onder"

Nog meer prikjes, of beter prikkelingen kregen de studenten in Hasselt enkele jaren geleden te verwerken. Toen Yves L. pas op kot zat, waren de kook- en andere voedingsregels hem nog niet meteen duidelijk. Van moeder kreeg hij wekelijks een resem gerechten mee, mooi verpakt in Tupperwarepotjes. Maar Yves, een druk bezet man als hij was, vergat de potjes met bloemkool en worst en bestelde in plaats daarvan pizza, at frieten en verorberde de nodige pita's. Elke week kwamen er potjes bij, tot de ijskast na een tijdje niet meer dicht kon. Yves begon aan een grote opruimactie en opende voorzichtig enkele doosjes. "Ik weet niet meer precies om welk gerecht het ging, want de smurrie was onherkenbaar. En stinken dat het deed. Ik gooide het potje meteen aan de kant, ik moest echt bekomen van de stank. Maar toen ik eenmaal over de schok heen was, borrelde er een leuk idee op in mijn hoofd. Ik had namelijk ook nog leuke kotgenoten (wrijft zich in de handen). Toen een maat van mij de keuken binnenkwam, vroeg ik of hij zin had in een gerecht van mijn moeder. Ik had hem wijsgemaakt dat het een vreemde geur had, maar dat het een uniek recept was. Mijn kotgenoot, die altijd wel voor een stevige schotel te vinden is, opent zonder twijfelen het potje... Het gezicht dat hij toen trok, zal ik nooit vergeten. Eerst ging er een lichte walging door zijn lijf, twee seconden later had hij de hele tafel ondergekotst. Zo'n hevige reactie had ik nu ook niet meteen verwacht (grijnst). Mijn maat leek er echter al gauw bovenop en we besloten om nog een andere kotgenoot beet te nemen. Het volgende slachtoffer opende dus ook nietsvermoedend het potje. Maar de slimmerd was zo verstandig het deksel er meteen weer op te doen. Voor mijn andere vriend, mijn eerste slachtoffer, was het jammer genoeg te laat. Opnieuw gebeurde er iets onaangenaams in zijn maag en gaf hij over. Recht op mijn andere maat zijn kleren. Sindsdien heb ik toch regelmatig het eten dat ik van thuis meekreeg opgegeten. Of ik gooide het tenminste op tijd de vuilbak in." Maar zover waren de andere kotgenoten nog niet. "Als je in de keuken voorbij een kast kwam, werd je altijd misselijk van de geur die er hing. Een bepaald deel van die kast stonk echt verschrikkelijk. Maar we konden niet vinden wat die stank veroorzaakte. Tot we alles eens behoorlijk hebben uitgemest: achteraan lag een worst. En die worst was niet zo vers meer. Die worst was zelfs nauwelijks te herkennen. Want op die worst kropen allemaal maden. We hebben de keuken toen eens goed onder handen genomen en gepoetst. Ik kan je verzekeren dat we sinds die ontdekking nog maar weinig eten hebben laten liggen."

(RE)

<

  • Slider
  • Slider

SOCIAL





 

Job in the picture

  • Slider
  • Slider
  • Slider

Blijkbaar is het nog niet zo slecht gesteld met de mobiliteit in Brussel

Volgens de Urban Mobility Readiness Index van het internationale adviesbureau Oliver Wyman staat Brussel [...]

27/06/2025

Mis vanavond de finale van de Campus Cup niet

Welk studententeam wint de Campus Cup op Canvas? Vanavond wordt het spannend, want dan mag Otto-Jan Ham [...]

26/06/2025

Hier vind je de vijf nieuwe fietswrakvakken in Gent

Gent, als grootste studentenstad van het land, is een fietsstad. Heel leuk, maar dat heeft ook als gevolg [...]

25/06/2025

GUIDO NV is het nummer 1 Belgische niche-mediabedrijf naar de doelgroep jongeren (studenten in het bijzonder), scholieren en Young Starters

Bruiloftstraat 127, 9050 Gentbrugge
Tel.: +32 (0) 9 210 74 84