Frank De Winne : "Toen ik voor het eerst de spaceshuttle zag wist ik dat ik zelf ook de ruimte wou."
Nauwelijks drie maanden na Frank De Winnes terugkeer uit de ruimte spatte de Space Shuttle uiteen. Een harde klap voor de bemande ruimtevaart, een zaak waar onze nationale held als adviseur bij ESA nochtans al zijn energie, kennis en ervaring wil blijven insteken. Gesprek met een pionier.
"Met de Space Shuttle is het voor mij begonnen," mijmert Frank De Winne. "In 1981, toen ik in de militaire school zat in mijn tweede kandidatuur voor ingenieur, heb ik die voor de eerste keer zien gelanceerd worden en landen, en toen wist ik dat ik zelf ook naar de ruimte wou."
GUIDO: Je hebt dus nog twintig jaar geduld moeten hebben.
DE WINNE: Wel, ik heb me in 1990 kandidaat gesteld bij ESA. Dan heb ik de eerste proeven gedaan in België, waar na selectie 5 man overbleef. We zijn voorgesteld geweest aan ESA, waar we al de proeven opnieuw hebben gedaan. In 1992 is er dan een eerste selectie geweest van 6 astronauten. Daar was ik niet bij, maar ik was wel geslaagd in alle testen en proeven, waardoor ik in de wervingsreserve terechtkwam. Daaruit ben ik opgediept in 1998. In 2000 ben ik dan effectief gerekruteerd door ESA.
>> KRITISCH MOMENT
GUIDO: Je vloog mee met een Russische Soyoez-raket. Hoe zit het met de veiligheid van die toestellen?
DE WINNE: Bij de lancering gaat alles automatisch. Je moet wel de goede werking van de systemen controleren en bepaalde commando's geven, maar dat zijn zeker geen kritische commando's. De besturing zelf gebeurt volledig automatisch. Bij de Shuttle is dat ook zo trouwens. Er is bij mijn weten geen enkele raketlancering die manueel bestuurd wordt.
GUIDO: En als er iets misloopt? .
DE WINNE: Bij de Soyoez is er een automatisch systeem dat in geval van nood de capsule wegneemt van de raket en meteen in de landingsfase brengt. Maar op het kritische moment zelf heb je geen invloed. De crew heeft bijvoorbeeld geen knop waarmee je de lancering kunt stopzetten.
GUIDO: Zijn de G-krachten sowieso niet te groot om nog veel handelingen te verrichten?
DE WINNE: Nee, dat valt wel mee. Bij de lancering heb je 4G, terwijl je in een F16 tot 9G kunt trekken. Bij 4G is het niet makkelijk om iets te doen, maar het is ook niet onmogelijk.
>> HET PLASJE VAN GAGARIN
GUIDO: Ik heb gehoord dat als je met de Russen meevliegt, je een aantal leuke rituelen ondergaat.
DE WINNE: Dat klopt: een heel deel van de zaken die Joeri Gagarin gedaan heeft vóór zijn eerste vlucht, worden nu nog steeds herhaald. Ze hechten daar heel veel belang aan. Zo bekijkt elke bemanning de dag voor de lancering dezelfde film als Joeri Gagarin: De Witte Zon over de Woestijn, zo'n typische Sovjetfilm.
GUIDO: Staat je hoofd er op zo'n moment wel naar om een film te zitten bekijken?
DE WINNE: Ja, dat is heel aangenaam. Al die rituelen trouwens. Het laatste ritueel is als je van het centrum waar je je ruimtepak aankrijgt naar de raket rijdt. Onderweg heeft Joeri Gagarin nog een laatste plasje gedaan tegen het achterwiel van het voertuig dat 'm bracht, omdat hij toch urenlang in die raket moest gaan zitten. Nu doen alle kosmonauten dat ook nog. Ik ook dus. (lacht) Maar die ritueeltjes zijn heel aangenaam. De Russen zijn op dat gebied psychologisch toch wel heel goed. Stel dat je de laatste twee dagen voor je vlucht niets meer te doen hebt. Dan zit je voortdurend te kniezen over die lancering en die vlucht, en zou je jezelf nerveus maken. Maar wij werden echt stap voor stap begeleid. Je denkt niet echt van: "Oei, morgen word ik gelanceerd!" Nee, je denkt: "Straks gaan we naar de film kijken." En op de dag van de lancering sta je op en staat het programma ook vast. Eerst ontbijten. Daarna de laatste traditionele toost. Dan onze naam op de deur schrijven. Dan komt een orthodoxe priester ons zegenen. Daarna rijden we met de bus naar het centrum waar je het ruimtepak krijgt, waar je een film bekijkt over je training. Enzovoort. Je gaat gewoon stap voor stap mee in dat proces, en zo ben je eigenlijk veel meer relaxed op het moment dat je aan de voet van de raket komt.
>> GEWICHTLOOSHEID
GUIDO: Hoe druk was je werkschema in de ruimte? Was er nog tijd over om door het raampje te kijken en je te realiseren dat je iets unieks meemaakte?
DE WINNE: Ik had natuurlijk niet veel tijd en was liever nog wat langer daar boven gebleven. In het begin moet je nog heel veel wennen, en het is eigenlijk pas de laatste dagen dat je je op je gemak begint te voelen, en dan moet je al aan terugkeren beginnen te denken. Maar ik heb toch wel heel bewust wat tijd vrijgemaakt om die unieke ervaring in me op te nemen. Niet alleen voor mij, maar ook om het te kunnen meedelen aan de mensen die niet die kans krijgen.
GUIDO: Kun je de gewichtloosheid beschrijven?
DE WINNE: Dat is heel moeilijk. Je kunt het een beetje vergelijken met een luchtzak in een vliegtuig. 't Is ook heel aangenaam. In het begin voel je je niet zo goed omdat het nogal desoriënterend is, maar na een tijdje wordt het echt heel leuk. Toen ik aankwam in het Internationaal Ruimtestation zat de permanente bemanning daar al 4 maanden. Hoe die mannen zich voortbewegen, hoe zij alles doen! Een heleboel zaken gaan in gewichtloosheid ook veel makkelijker dan op de aarde, terwijl andere handelingen moeilijker zijn.
>> RUIMTETOERISME
GUIDO: Heb je er begrip voor dat het grote publiek nogal schouderophalend staat tegenover de ruimtevaart? Er werd ook relatief onverschillig gereageerd op de Shuttle-ramp.
DE WINNE: Wij zijn ook maar mensen die ons werk proberen te doen. Heel uitzonderlijk werk, maar ik denk dat we er alleen maar baat bij hebben als meer en meer mensen naar de ruimte kunnen gaan. Wat belangrijk is, is dat we daar essentieel werk kunnen blijven verrichten, dat we daar een klein steentje kunnen bijdragen tot de vooruitgang van de mensheid. En vergeet ook niet dat de meerderheid van de mensen die het belangrijkste wetenschappelijke werk doen in de ruimtevaart, aan de grond blijven. Dat zijn de echte wetenschappers, wij zijn de uitvoerende partij.
GUIDO: Hoe sta je tegenover de ruimtetoeristen die tegen forse betaling meevliegen?
DE WINNE: Op dat vlak zitten we zo'n beetje in een overgangsperiode. Het Internationaal Ruimtestation is een infrastructuur die opgebouwd is met publieke middelen. Nu heb je een aantal mensen die door tamelijk veel geld te betalen daarheen kunnen. Ik heb daar in principe niets op tegen, voor zover het wetenschappelijk en technologisch onderzoek dat daar gedaan wordt voorrang blijft krijgen.
GUIDO: Misschien kan sponsoring wel een oplossing bieden.
DE WINNE: Daar ben ik nog niet zo zeker van. Neem nu Lance Bass van *NSYNC, die wou zich laten sponsoren om zo de ruimte in te kunnen. Dat is niet gelukt, omdat ruimtevaart de dag van vandaag nog te veel onzekerheden kent, zoals spijtig genoeg op 1 februari nog is gebleken.
>> OVER DE MUUR
GUIDO: Je vertelde daarnet dat je militaire school hebt gedaan.
DE WINNE: Ja, tussen 1979 en 1984. Ik heb gekozen voor telecommunicatie en burgerlijke bouwkunde, en tegelijk werd ik piloot. De opleiding is niet zo diepgaand als een ingenieursopleiding aan de universiteit, maar ze is wel breder. Meer een polytechnische opleiding.
GUIDO: Was er een beetje studentenleven aan de militaire school?
DE WINNE: Natuurlijk! In mijn tijd was dat zeker nog niet zoals aan de unief, maar toch. De school had een eigen sociaal weefsel. We waren opgedeeld in 'families'. Als de nieuwe lichting binnenkwam, organiseerden we de 'Soirée des parrains', waar we met de families gingen uit eten om de nieuwelingen te verwelkomen. Wat uitgaan betreft: de eerste twee jaren mochten we maar één of twee keer in de week naar buiten, en dan nog niet langer dan middernacht. Dan gingen we wel eens naar Leuven, een pintje drinken op de Oude Markt. Dat was nog tamelijk strikt, maar goed, 't is ook al twintig jaar geleden.
GUIDO: Bestond de verleiding dan niet om stiekem over de muur te klimmen om te gaan pintelieren?
DE WINNE: (brede glimlach) Dat is zeker gebeurd ja.
Herbert De Paepe