CALEXICO: "Onze muziek kent geen grenzen."
Met een fleurig en kleurrijk tiende album nemen Joey Burns en John Convertino ons mee naar het hart van Arizona. El Mirador is zonovergoten en staat vol aanstekelijke melodieën. Dit is het meest consistente album van de Amerikaanse band. Interview met Joey Burns, zanger-gitarist en medeoprichter van het duo.
GUIDO: Het album voelt licht en kleurrijk aan. Je voelt het plezier en de goesting.
Joey: We hebben mekaar lang niet gezien door de lockdowns, maar toen we elkaar terugzagen, was dat met een grote intensiteit. We namen onze instrumenten en de magie was meteen terug. Zoals altijd eigenlijk. Het simpele feit dat we urenlang in de studio zaten in Tucson - de home studio van onze toetsenman Sergio Mendoza - om samen te spelen, dat was echt geniaal. Dat plezier hoor je ook op het album. Ik kan niet wachten om de nieuwe songs op het podium te brengen.
Cultuur als vuurtoren
GUIDO: Calexico, da's officieel John en Joey, maar toch vinden we een hele hoop samenwerkingen en invloeden terug op dit album.
Joey: Calexico is een groep met een variabele geometrie. We leven in een creatieve bubbel, maar met een open blik op de wereld en andere artiesten. Op dit album vind je onze gebruikelijke muzikanten terug, maar ook de dichteres Pieta Brown, zangeres Gaby Moreno uit Guatemala, de Spanjaard Jairo Zavala, de Mexicaanse producer Camilo Lara en ook nog Sam Beam, van de groep Iron & Wine. Typisch Calexico: alles is mogelijk. Onze muziek kent geen grenzen.
GUIDO: El Mirador klinkt muzikaal erg vrolijk, maar het is ook een politiek geïnspireerd project.
Joey: Zodra je ideeën uit, doe je aan politiek. Calexico is altijd een geëngageerde groep geweest en dat zal nooit veranderen. Een song als 'Cumbia Peninsula' roept grenzen op. Tussen landen natuurlijk - De VS en Mexico - maar ook tussen mannen en vrouwen. 'El Mirador' verwijst dan weer naar een toren die zich op een archeologische Maya-site bevindt op een paar kilometer van de Mexicaanse grens. Het lijkt wel een vuurtoren in de jungle. Ik hou van het beeld van zo'n vuurtoren die ons beschermt. We leven in turbulente tijden. We worden geconfronteerd met politieke en ecologische aardverschuivingen, en dan hebben muziek en poëzie een belangrijke rol te spelen. Cultuur is als een vuurtoren. Als muzikanten kunnen wij hoop bieden. Dat is buitengewoon belangrijk.
GUIDO: Jullie zijn al meer dan een kwarteeuw bezig. Trekken jullie de kaart van de nostalgie?
Joey: Ik heb het gevoel dat de groep beter wordt met de jaren. We zijn nog nooit zo creatief geweest. Als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat ik wel hou van 'best-of'-tournees, of van concerten waarop een groep een cultalbum integraal speelt. Ik ben gaan kijken naar Television die de volledige Marquee Moon speelde, en ik vond dat prachtig. Maar wij hebben nog te veel zin om te creëren en experimenteren. Wij zijn nog niet klaar om de nostalgische toer op te gaan. Wij willen vooruit!
Gasten op het podium
GUIDO: Jullie vertrekken op wereldtour. Zullen jullie lokale artiesten uitnodigen op het podium?
Joey: Door corona leek het een redelijk idee om met een afgeslankte groep te gaan touren, maar John en ik wilden veel liever all the way gaan. Maar nu je daarover begint, we hebben ooit eens Françoiz Breut op het podium gevraagd. Ik zou wel eens een Europese tournee willen doen met alleen de kerngroep - John, Sergio en ik - en dan lokale artiesten vragen om mee te spelen. We zouden dan ook nummers kunnen opnemen en een touralbum uitbrengen.
GUIDO: In 2020 hebben jullie een kerstplaat uitgebracht. De ideeën blijven blijkbaar komen!
Joey: Ik zal je een ander project verklappen waarover we aan het nadenken zijn. Onze kinderen worden groot en zijn eveneens dol op muziek. Ze schrijven songs en ik weet dat ze die graag zouden opnemen. Ik zou hen daar graag bij helpen en een soort 'Calexi Kids Album' uitbrengen. Hoe cool zou het zijn als ze dan zouden kunnen samenspelen met kinderen van bevriende muzikanten? De leden van Flaming Lips en Wilco hebben ook kinderen die muziek spelen. Het klinkt misschien maf, maar ik denk dat er iets in zit!
Tekst: Christophe Thienpont