Milo Meskens: "Ik heb mijn Quarter Life Crisis al achter de rug."
Acht jaar nadat hij finalist werd van De Nieuwe Lichting en vijf jaar na zijn debuutplaat Contrast pakt Milo Meskens uit met Quarter Life Crisis, een album met vijftien gevoelige songs vol rock, blues en soul. En gitaar natuurlijk, iets waar snarenvirtuoos Milo nog voor heeft gestudeerd, al was dat wellicht niet meer nodig...
GUIDO: Je nieuwe album heet Quarter Life Crisis. Wat versta jij daaronder?
Milo: In 2019 heb ik een motor gekocht en een mottige pornosnor laten groeien, die ondertussen al wel is gemorpht tot een schaambaard. Ik heb ook een halfsleeve tattoo laten zetten en heb rondgereden in een AMG Mercedes. Alle dingen waarvan je hoopt dat je vader ze niet zal doen als hij vijftig wordt, heb ik al achter de rug. (lacht, maar wordt dan plots ernstig) Het zijn superzware jaren geweest voor mij, daar moet ik niet flauw over doen. Quarter Life Crisis gaat over samen zijn met iemand die in een suïcidale depressie zit, en over covid, wat mijn carrière als muzikant heeft doen imploderen en mijn bankrekening heeft doen leegbloeden. Ik ben ook tot het besef gekomen dat zowat iedereen met wie ik sinds 2016 samen ben geweest me heeft bedrogen, en vorig jaar in september ben ik bijna gestorven aan allerhande ontstekingen, waardoor ik nu nog altijd chronisch vermoeid ben. Achter de glamour van platina platen en mainstage Pukkelpop gingen veel zware momenten schuil op persoonlijk vlak. Die moest ik kwijt, en gelukkig heb ik daarvoor mijn muziek. Quarter Life Crisis is bijgevolg geen lichtvoetige plaat geworden, maar ik heb die gebeurtenissen van me afgeschreven, wat ervoor zorgt dat ik er nu zelfs op een luchtige manier met jou over kan praten.
GUIDO: Waarvoor dank. Je beweert dat je niet bent veranderd, maar dat je nu naar buiten komt als wie je altijd bent geweest.
Milo: Wie me kent van mijn hits, zal verrast zijn door deze plaat. Er zit veel blues en rock in. Mensen die me al langer kennen, reageren minder verrast. Integendeel, zij zeggen: ah, maar dit is Milo zoals we hem kennen van vroeger. Begrijp me niet verkeerd, ik ben nog steeds trots op mijn eerste plaat. Die heeft het ook heel goed gedaan, met zes singles in de Ultratop, en dat voor een debuut. Ik had verder kunnen gaan in die elektronische, commerciële poprichting, maar ik ben teruggekeerd naar mijn roots. Als tiener heb ik veel gespeeld in rock- en bluescafés, en in jeugdhuizen voor drie drankbonnetjes. Dat heeft me gevormd als muzikant. Mijn unieke positie is dat ik een bluesmuzikant ben die catchy popsongs schrijft. Die twee sterke kanten van mezelf heb ik op deze plaat proberen te combineren. Was dat de meest commerciële en lucratieve keuze? Dat zal moeten blijken.
Drie maanden in Londen
GUIDO: Er staan vijftien nummers op Quarter Life Crisis. Ik vond dat al redelijk veel, maar wat blijkt? Je hebt er vijfhonderd geschreven!
Milo: Klopt! Daaruit de vijftien beste songs selecteren, was een aartsmoeilijk proces, waar op den duur zelfs mijn eigen team wat ambetant van werd. In 2019 heb ik zes maanden aan een stuk elke dag een nummer geschreven, opgenomen in demoversie, gemixt en doorgestuurd naar mijn management. Op een bepaald moment kreeg ik als antwoord: "Gast, je moet daarmee stoppen, anders ga je een burn-out krijgen nog voor je plaat uitkomt. Het is te veel, het is niet houdbaar, we kunnen nu al niet kiezen." Ik weet dat het een beetje anachronistisch klinkt, maar ik wou niet zomaar de vijftien beste songs op de plaat, ik wou dat ze een coherent geheel zouden vormen. Dat maakte de selectie uit die berg materiaal nog moeilijker dan ze al was.
GUIDO: Je bent drie maanden in Londen gaan wonen om aan de plaat te werken. In een 'Bad part of town', zoals in je liedje?
Milo: (lacht) Naar Londen vertrekken was een impulsieve beslissing. Ik werd zevenentwintig en dacht: dit is het moment om alles te doen waar ik ooit van heb gedroomd. Een van die dromen was in Londen wonen. Ik heb toen wat vrienden gebeld en een enkel ticket gekocht. De eerste week heb ik op een zetel geslapen en ondertussen een eigen plek gezocht. Londen is pokkeduur, man! Uiteindelijk ben ik anderhalf uur uit het centrum beland, ergens in het zuiden van de stad. Dat was wel schizofreen: overdag stond ik in de studio met de producer van Rihanna en de songwriters van Lewis Capaldi, maar 's avonds mocht ik terug naar mijn gore buitenwijk. (lacht) Die tijd in Londen was heel nuttig, niet alleen voor de plaat, maar ook om afstand te nemen en zonder afleiding na te denken over mijn carrière en mijn leven. Het was bijzonder inspirerend.
Tekst: Herbert De Paepe
Foto: Damon De Backer