Uit het GUIDO-archief: de studententijd van Cath Luyten
Cath Luyten heeft Communicatiewetenschappen gestudeerd aan de Vrije Universiteit Brussel, omdat ze "iets in de media" wou gaan doen. "Iets met communicatie, als er maar geleuter en gebabbel bij kwam kijken. Dat heeft er bij mij altijd ingezeten."
Cath: De VUB was in mijn tijd de enige plek waar je al van in het eerste jaar Communicatiewetenschappen kon volgen. In Gent en Leuven moest je eerst Pol & Soc doen en kon je pas na twee jaar overschakelen. In de praktijk kwam het wel op hetzelfde neer, want wij kregen ook veel recht en filosofie en zo. Het grappige was dat ze me op de katholieke middelbare school waar ik zat, Presentatie in Sint-Niklaas, wanhopig in de richting van Leuven probeerden te duwen, terwijl ik al had beslist dat ik naar Brussel wou. Ik kreeg uiteindelijk toch een brochure van de VUB, maar ik moest die in een folder van de KU Leuven verbergen voor ik terug de klas binnen mocht. (lacht)
GUIDO: En? Bleek de VUB effectief het hol van de duivel?
Cath: Eigenlijk wel. Je wordt als groentje van zeventien of achttien jaar in dat wilde campusleven gedropt... Het eerste jaar zat ik op de campus zelf op kot, in Etterbeek. Ocharme. Ik weet nog goed dat mijn ouders en ik pas de zondag voor het academiejaar begon dat kot voor het eerst kregen te zien. Vóór mij moet er een of ander gothic type hebben gezeten, want alle muren waren pikzwart geverfd en je kon de nicotine en andere rookwaren zo van de wanden afkrabben. Mijn ouders trokken een gezicht van: moeten we jou echt hier achterlaten? De eerste nacht heb ik geen oog dichtgedaan, en de volgende dag stond mijn papa aan de deur met liters verf. "Kom schat, we gaan je kot opfrissen!" (lacht) Ik ben daar gelukkig geweest, maar ook ongelukkig. Ik verjaar in juni, midden in de examens. Ik had het te druk om naar huis te gaan, dus waren mama, papa, zus en vrienden naar mijn kot gekomen met een picknickmand. Heel gezellig, maar op het einde vroeg ik met een klein hartje of ik alsnog mee naar huis mocht...
GUIDO: De VUB-campus ligt nogal geïsoleerd, vrij ver van het centrum.
Cath: Dat heb ik dat eerste jaar ondervonden. Ik heb de ontgroening meegemaakt, en die was tamelijk heavy. Eigenlijk konden wij twee keer worden ontgroend: één keer bij de Persgroep, de toenmalige kring van de Communicatiewetenschappen, en ook nog eens bij de Letteren en Wijsbegeerte, waaronder wij ressorteerden. De eerste ontgroening heb ik ondergaan. We moesten toen 's avonds laat naar het Jubelpark. We stonden daar in een lange rij, heel dreigend in het donker. De ouderejaars kwamen langs met hondenvoer... Ik vond dat walgelijk. Op dat moment voelde ik een soort klik. Als dit het echte studentenleven was, dan wist ik nog niet zo zeker of het wel aan mij was besteed. Daarom heb ik de volgende drie jaren samen met twee vriendinnen een appartement gehuurd op de Nieuwe Graanmarkt, in het centrum van Brussel. Veel beter qua ligging. Ik ging toen ook al niet meer zo vaak naar de lessen. Ik wou leren op eigen benen staan en deed een heleboel studentenjobs. Kabels slepen of stand-in spelen bij de tv, stands opstellen voor evenementenbureaus, hier en daar de hostess uithangen, je kent dat. Alles was goed om centen te verdienen en het idee te hebben: ik regel mijn zaakjes hier toch maar mooi zelf. Ik was niet graag afhankelijk van mijn ouders. Het gevolg daarvan is dat ik vanaf het tweede jaar niet meer alle studentenfuiven heb platgelopen. Onze studententijd aan de Nieuwe Graanmarkt leunde al meer aan tegen het echte leven. Maar goed, die tijd is voorbij. Af en toe krijg ik van de VUB nog wel eens een bericht voor alumni toegestuurd, maar ik lees dat zelfs niet meer. Mijn studentenjaren beschouw ik als een afgesloten hoofdstuk.
Tekst: Herbert De Paepe
Foto: Paul Van Welden