Nieuw in de cinema: 'Death of a Unicorn'
Death of a Unicorn wil een horrorfilm zijn, een komedie, een coming of age-prent en een satire op het cynisme van Big Pharma. Helaas slaagt de debuterende regisseur Alex Scharfman slechts in één van die vier voornemens. En eigenlijk zelfs maar een beetje.
Jenna Ortega speelt Ridley, een tienermeisje dat met haar vader op weg is naar het afgelegen familiedomein van diens baas, een doodzieke farmamagnaat die zijn opvolging wil regelen. Onderweg rijden ze een overstekend stuk wild aan, dat zowaar een eenhoorn blijkt te zijn. Het beest verliest blauw bloed, dat Ridley's hardnekkige acné geneest. Maar het beest is ook boos, en heeft scherpe tanden...
Laten we beginnen met het positieve nieuws: Jenna Ortega is uitstekend, en haar dochter-vaderrelatie (met Paul Rudd) voelt authentiek aan. We zijn ook blij dat we dankzij deze film de mysterieuze middeleeuwse tapijtenset The Hunt of the Unicorn hebben leren kennen, te bewonderen in The Cloisters in New York. Maar verder hebben we dit onding tandenknarsend van ergernis uitgezeten. De bloeddorstige eenhoorns zijn ronduit bespottelijk, de actiescènes waarin ze voorkomen allesbehalve spannend, geen enkele grap heeft ons doen lachen en de kritiek op de geneesmiddelenindustrie - ongetwijfeld terecht - klinkt vingerdik belerend. Kortom, die harige knol met zijn lichtgevende hoorn op de snuit was beter in zijn bos gebleven, dan was ons een hoop onbenullige onzin bespaard gebleven.
Tekst: Herbert De Paepe