Nieuw in de cinema: 'Eden'
Er zijn twee redenen waarom we schoorvoetend de zaal binnentraden voor Eden. Ten eerste: de mysterieuze gebeurtenissen een eeuw geleden op het Galapagos-eiland Floreana zijn frustrerend, want uiteindelijk weet niemand wat er toen precies is gebeurd. Ten tweede: regisseur Ron Howard is doorgaans een wel héél gepolijste Hollywoodveteraan. Zou die combinatie wel goedkomen?
Het antwoord luidt (enigszins tot onze verbazing): jawel! Sterker nog, Eden is Ron Howards beste film in vele jaren. Meer dan twee uur lang neemt hij je mee naar een steeds claustrofobischer wordende samenleving op het einde van de wereld. Terwijl in Europa de economische crash het ontluikende fascisme voedt, gebeurt op Floreana eigenlijk net hetzelfde, maar dan op microschaal tussen drie groepen pioniers. Die parallel is slim, boeiend, en bij momenten zelfs fascinerend. We kunnen ons geen andere film van Howard voor de geest halen waarin hij zo diep in de zwarte ziel van het mensdom gluurt. Hij trapt niet in de visuele val van zijn dankbare locatie - hoewel het een barre plaats is om te gaan wonen, hebben de Galapagos-eilanden iets idyllisch - want in Eden is Floreana veeleer de hel dan het paradijs. Howard is op dreef en voert ook een uitstekende acteursregie. Hij haalt het beste uit zijn sterrencast: Jude Law, Ana de Armas, Vanessa Kirby, Daniel Brühl en Sydney Sweeney spelen uitmuntend. Eden is dus een aanrader, tenzij je bang bent van de tandarts, want Howard heeft één truc gepikt van zijn generatiegenoot Robert Zemeckis: als je geïsoleerde ontbering tastbaar wil maken in een bioscoopzaal, breng dan geen honger in beeld, maar wel... tandpijn.
Tekst: Herbert De Paepe