Nieuw in de cinema: 'The Smashing Machine'
In 2002 maakte HBO een documentaire over de ietwat vergeten Amerikaanse worstelkampioen Mark Kerr. Die heette The Smashing Machine, een titel die regisseur Benny Safdie zo goed vond dat hij 'm ook gebruikte voor zijn recente verfilming van Kerrs verhaal.
Mark Kerr is een onoverwinnelijke Mixed Martial Arts-vechter die naast de ring worstelt met een verslaving aan pijnstillers, wat een steeds zwaardere hypotheek legt op zijn gezondheid en huwelijk. De strijd met zichzelf blijkt stukken moeilijker dan de kolossen die hij tegen de mat moet werken. Winnen kan hij al. Nu moet hij nog leren verliezen.
Mark Kerr wordt vertolkt door niemand minder dan Dwayne 'The Rock' Johnson, in deze film zowel fysiek als acteertechnisch vrijwel onherkenbaar. Zijn ingetogen, verfijnde en geconcentreerde vertolking van een gentle giant die zich zowel ontpopt tot een beest in de ring als een breekbare junk thuis, is zonder meer verbluffend. Ga dat zien, want wat The Rock presteert in The Smashing Machine, is een quantum-carrièresprong zoals je die maar eens om de zoveel jaar onder ogen krijgt.
Benny is de helft van de Safdie Brothers, bekend van films als Good Time en Uncut Gems. The Smashing Machine is de eerste film zonder zijn broer Josh, en wat een schot in de roos is dit! Het is een lyrische liefdesbrief van de regisseur aan de gevechtssport, die je ondanks al het klop- en smijtwerk zonder meer teder kunt noemen. Safdie pelt - met dank aan de verpletterende vertolking van The Rock - zijn personage als een ui, tot alleen nog een naakte ziel overblijft. Magistraal.
Tekst: Herbert De Paepe