Jan Vandenwyngaerden, ceo van Wolters Kluwer België
Jan Vandenwyngaerden (50) staat aan het hoofd van zevenhonderd mensen die ‘need to know-informatie’ produceren, Wolters Kluwer België. Zijn start was klassiek: na studies handelsingenieur vijftien jaar Unilever. Daarna ging het richting media
: Sanoma (o.a. Humo), dan via een korte tussenstop bij de Gouden Gids naar Wolters Kluwer. “De ambitie om door te groeien, is pas ontstaan toen ik al tien jaar was afgestudeerd.”
GUIDO: Moeten we niet meteen van plaats wisselen? Jij wou ooit journalist worden.
Vandenwyngaerden: Hoe weet je dat?
GUIDO: Met het internet bestaat er geen privacy meer.
Vandenwyngaerden: Dat was toen de jongensdromen - om kapitein of piloot te worden - voorbij waren. In het laatste jaar van het Atheneum van Diest werd een forum georganiseerd, waarbij iedere laatstejaars de kans kreeg om twee of drie voorkeursrichtingen op te geven, en een gesprek te hebben met een oud-leerling die dat beroep uitoefende of die opleiding had gevolgd. Ik had onder meer journalistiek gekozen, en had een gesprek met Hugo Camps. Die zei dat het een heel boeiende job is, maar heel belastend voor het gezinsleven, en dat ik er nog maar eens goed moest over nadenken. Dat ik beter eerst iets algemeens kon studeren, om het even wat. Ik wist niet goed wat ik wou worden. En volgens mij, als je weet wat je wil, bijvoorbeeld dierenarts worden, dan studeer je daarvoor. Als je het niet weet, studeer je iets algemeens. Ik heb voor handelsingenieur gekozen, voor de combinatie van exacte en menswetenschappen. Vóór mijn legerdienst ben ik een jaar junior accountant geweest. Tijdens mijn legerdienst heb ik dan echt gesolliciteerd, bij de grote bedrijven en de banken. Ik wou een commerciële functie bij een bank of een producent van consumentengoederen. Unilever was eerst. Ik ben daar aan de slag gegaan, eerst twee jaar als trainee, voor alweer een brede opleiding.
GUIDO: Het was niet uit ambitie dat je koos voor een bedrijf waar je kon doorgroeien?
Vandenwyngaerden: Neen, met de arbeidsmarkt van toen was het belangrijkste: werk hebben. De ambitie om door te groeien is pas midden de jaren tachtig ontstaan, toen ik al tien jaar was afgestudeerd. Toen zei een mentor me: 'Jan, jij moet directeur worden'. Pas dan heb ik het licht gezien (glimlachje). Ik ben me toen niet anders gaan gedragen, maar ben wel anders gaan nadenken. Tot dan ging ik om de twee jaar een stapje hoger, zonder daarbij stil te staan. Door dat gesprek besloot ik ervoor te gaan.
GUIDO: Hoe doe je dat, 'ervoor gaan'?
Vandenwyngaerden: Ik ben een turbodiesel. Ik start traag, het duurde lang. In 1988, ik was toen 34, heb ik de eerste bewuste keuze gemaakt. Ik kreeg de kans naar het buitenland te gaan. En als je bij Unilever voor een directiefunctie ging, moest je via het buitenland. Het kon zonder, maar dan was de kans kleiner en moest je in ieder geval langer wachten. Daarom hebben we dat toen beslist, de kinderen waren nog klein. We zijn toen naar Ivoorkust vertrokken. Na een jaar ging mijn baas er weg en ontstond een vacature. Zo werd ik van marketing manager marketing director, directeur dus. Exact op mijn 35ste verjaardag heb ik ter plekke mijn contract voor vier jaar verlengd.
GUIDO: Uiteindelijk koos je toch voor een Belgisch traject.
Vandenwyngaerden: Het buitenland beviel ons en het doel was nog een buitenlandse stap te zetten. In 1990 werd echter voor het eerst de stabiliteit in Ivoorkust verstoord, met geweld, onveiligheid. De scholen bleven gesloten. Toen heb ik mijn contract beëindigd en een directiefunctie in België opgenomen. In 1994 had ik vijftien jaar Unilever achter de rug en was ik veertig. Toen vroeg ik me af wat ik de komende twintig jaar wou doen. Voor Unilever moest ik naar het buitenland en dat kon toen niet, daarom heb ik in België uitgekeken. Ik ben toen naar VNU overgestapt, om er de reclameregie Medialogue te leiden. Voor het eerst als algemeen directeur, van een organisatie van een veertig man. Een jaar later ging mijn baas weg, en schoof ik door naar de tijdschriftengroep Mediaxis, die intussen Sanoma heet.
GUIDO: Je begon bij consumentenproducten, karikaturaal gesteld 'waspoeders', ging over naar ontspanningslectuur en zit nu in de opleidingen. Maakt het product niets uit?
Vandenwyngaerden: Het was geen waspoeder, maar margarine. Ik heb ooit een lunchcauserie gehouden 'Van margarines naar magazines'. Het maakt wel uit. Ik heb lange tijd in de business-to-consumer-markt gezeten. Hier, en in mijn vorige job bij de Gouden Gids, is het business-to-business. Wij zijn op professionele gebruikers gericht, met een enorm pakket producten. Een Libelle of zelfs een Humo (Sanoma-uitgaves - DDW) bevatten informatie, maar het is ook ontspanning. Het is 'nice to know-informatie'. Hier gaat het om 'need to know-informatie'. Dat vergt een totaal andere aanpak. In de kennispyramide staan we een paar niveaus hoger.
(DDW)
"Tot je dertigste kan je niets fout doen"
”Als je het bedrijfsleven in wil, ben je best met een algemene opleiding: economie, rechten, psychologie... Een brede opleiding, en probeer er dan iets bij te doen. Niet noodzakelijk een postgraduaat. Ik ben geen voorstander van blijven studeren. Veel beter is eerst een basisopleiding te volgen, en dan te werken. Pas na een paar jaar weet je wat je nog niet weet. En dan kan je een jaar bijdoen. Of stop na tien jaar werken, en doe dan een MBA.”
”Meer en meer raken lange carrières, ook bij grote bedrijven, uit de mode. De mensen én de organisaties hebben er belang bij dat mensen eens van sector veranderen.”
”Mijn stelregel is: tot je dertigste kan je niets fout doen. Jobhoppen hoort daar bij. Voor je dertigste moet je dan echt met iets starten, waarmee je doorgaat tot je veertigste, en dan nog eens tien jaar, en nog eens tien jaar.”
”Toen ik bij de tijdschriften zat, heb ik beslist dat ik daar voor mijn vijftigste zou uitstappen. Bij Unilever heb ik ooit gedacht dat ik er tot mijn pensioen zou blijven. Maar toen ik naar de tijdschriften overstapte, vond ik dat zo verfrissend, dat ik dat nog eens wou doen. Ook al ben ik niet iemand die om de drie jaar van job wil veranderen.”
”Ik heb toen, samen met een paar mensen die me goed kennen, de analyse gemaakt van wat ik erna wou doen. Wat kan ik, wat wil ik? Op een A4'tje de 'do's en don'ts' van de volgende stap. Hoe kon ik de volgende stap succesvol zetten, voortbouwend op het verleden en toch met de mogelijkheid nieuwe dingen te leren? Voor mijn vijftigste wou ik starten aan een derde lang traject.”
Het verschil tussen chemie en alchemie
”Er is een verschil tussen de chemie en de alchemie in een organisatie. Chemie is voorspelbaar. Je kan het proces telkens opnieuw herhalen, het blijft gelijk. De alchemie in een organisatie is anders. In bijvoorbeeld de media krijg je telkens een andere uitkomst. Ook al ligt de format van je tijdschrift vast, toch is de uitkomst telkens anders, door de mensen die het maken. Ik heb het enkele keren meegemaakt dat een tijdschrift met een nieuwe hoofdredacteur een nieuwe dynamiek kreeg, en een ander blad werd. Daar heb je als uitgever geen vat op, dat zit breder. De vraag is: hoe ga je om met die alchemie, hoe integreer je dat? Elke organisatie is anders, door de mensen die anders zijn. Aan jonge mensen die solliciteren zeg ik altijd dat ze een dag bij ons moeten rondlopen, en praten met jonge werknemers, die maximaal een jaar bij ons werken. Die kunnen best vertellen wat ze hebben meegemaakt. Het is heel belangrijk je niet te vergissen in het type bedrijf waar je wil werken. Je moet vooraf de tijd nemen om te voelen of het klikt.”