VIRTUAL REALITY: een computer is geen babe-magneet
De tijd dat computerfreaks nerds werden genoemd, is volledig passé. De gamers, IT’ers en andere cracks zijn anno 2005 hippe kerels – de computerwereld is nog overwegend een mannenaangelegenheid – die goed weten wat de wereld te bieden heeft.
Wees welgekomen in het land der virtuele oorlogen.
Dat je van gamen en aanverwanten zelfs rijk kan worden, ontdekte Jonathan Wendel uit Kansas City. De 24-jarige kerel, beter bekend als Fatal1ty, is de beste gamer ter wereld. Sinds enkele jaren reist hij de wereld rond om overal waar mogelijk deel te nemen aan internationale gamecompetities. De wedstrijden leverden de jongeman al 400.000 dollar prijzengeld op. Van zijn moeder kreeg Wendel echter weinig steun. Ook zijn vader was aanvankelijk niet erg enthousiast over de droom van zijn zoon. Toen hij echter zag dat zijn ‘jongen’ het lang niet slecht deed, stond hij als een blok achter hem. Als dank kocht de 24-jarige Wendel zijn vader een Cadillac. Een kleinigheidje af en toe moet kunnen.
Lara Croft en andere ‘cyberstoten’
Maar niet elke jonge gamer zwemt in het geld. Dat herinnert Astrid zich nog wel. “Vorig jaar hadden wij een echte computergek op kot,” vertelt ze. “Hij studeerde, hoe kan het ook anders, informatica. Naar de les ging hij zelden, want hij kende toch alles al. Terwijl wij met de hele bende op stap gingen, bleef Wizzy, zo noemden we hem, de hele nacht op zijn kamer om te gamen. Het geld dat hij van thuis kreeg voor syllabussen en aanverwanten besteedde hij aan nieuwe spelletjes. Zijn kot hing dan ook vol posters van Lara Croft en andere ‘cyberstoten’. Hij is maar een jaar bij ons gebleven, want hij was er op het einde van het jaar uiteraard niet door. Wat er van hem is geworden, weet ik niet. Misschien heeft een of ander hip computerbedrijf hem wel opgevist, en verdient hij nu tonnen geld.”
Dat computerspelletjes ontzettend veel geld kosten, weet ook fervent gamer Mike. “Voor een game betaal je ongeveer vijftig euro, voor een consolespel komt daar makkelijk nog eens twintig euro bovenop. Het dure eraan is dat sommige games in enkele uren uitgespeeld zijn, nadien is er nog maar weinig uitdaging aan om het spel opnieuw te spelen. Bij een MMORPG(Massive Multiplayer Online Role Player Game) betaal je dan weer het spel plus een maandelijkse kost van enkele euro’s om de servers draaiende te houden. Er zijn natuurlijk ook wel gratis varianten in dit genre, waarbij de aankoopprijs de enige is. Guild Wars is daar een voorbeeld van. En dan moet je nog de aankoopprijs van een console en een goede, meestal erg dure game-pc in het oog houden.” Mike speelde al op jonge leeftijd computerspelletjes. Zijn eerste game was Donkey Kong op een Atari-console. Mike: “Ook nu nog ben ik dagelijks twee tot drie uur bezig met gamen. Al hangt dat wel af van mijn gemoedstoestand, en of ik in een relatie zit of niet. Mijn vorige vriendin was heel begrijpend op dat gebied. Met vrienden praat ik vaak over het gamen. We wisselen regelmatig games uit. De laatste tijd speel ik vooral WorldofWarcraft (een MMORPG) en Doom 3 (een shooter). Om af en toe wat af te wisselen, speel ik ook soms een game op de Xbox of PlayStation 2. Meestal is dat een racegame of een platformspel. Het actiespel God of War op PlayStation 2 heeft me zelfs al enkele slapeloze nachten gekost. Gamen is voor mij echt spannend, ik kan me ook veel beter inleven in een personage tijdens een game dan bijvoorbeeld wanneer ik een boek lees of naar een film kijk.”
Twee nachten gamen
Liefhebbers die helemaal weg zijn van computergames kunnen tegenwoordig terecht op een lanparty. Centraal bij een lanparty staat het Local Area Network dat de computers met elkaar verbindt. Je kan er dezelfde zaken doen als op het internet, maar dan vele keren sneller. Op een lanparty heb je geen last van lag, het haperen en de vertraging bij games door een slechte verbinding. Beeld je bijvoorbeeld vijftig computers in, allen verbonden met elkaar: één virtuele oorlog. Alle aanwezige personen worden in een netwerk geplaatst en kunnen zo bestanden met elkaar uitwisselen, en spelen in eenzelfde spel. Nico begon op zijn vijftiende met het organiseren van kleine lanparty's. Nico: “In het begin nodigde ik een paar kameraden thuis uit, twee jaar later huurden we onze eerste zaal. Nu organiseer ik party's voor ongeveer 25 personen. We houden het aantal bewust laag om een aangename sfeer te kunnen creëren in de zaal. Op dit moment bereiden we ons voor op een lan in Weerde. Dit keer verwachten we zo’n vijftig liefhebbers.”
Ook Nico maakte al op jonge leeftijd kennis met de computer. “Het was voor mij in het begin een onbekende wereld. Maar toen we onze eerste computer in huis haalden, liet het eerste computerspel niet lang op zich wachten. De passie om met meerdere mensen eenzelfde spel te beleven, groeide. En al vlug nodigde ik een paar vrienden uit met hun computer. Het overige netwerkmateriaal leenden we van elkaar. En niet veel later kocht ik het zelf. Ik merkte ook al vlug dat veel jongeren geïnteresseerd waren, velen kwamen me helpen. De liefde voor het organiseren is gegroeid met de jaren. Momenteel houden we twee lans per jaar. De rest van de tijd evalueren we voorbije party's en doen we nieuwe ideeën op. Het is een enorm leuk tijdverdrijf. Tijdens een lanparty kom je in contact met mensen die dezelfde interesse hebben als jij. Ik merk ook dat veel computerliefhebbers amper hun huis verlaten, het is dan prachtig dat op zo’n moment iedereen samenkomt om twee nachten lang te gamen. Er wordt ook altijd gelachen en zot gedaan. Voor mij is het een hobby die me maar niet loslaat.”
Een vijs los
Dat is ook het geval bij Kevin. Hij is into ‘modding’ en ‘tuning’. Omdat wij alleen een typemachine kennen, is een klein beetje uitleg welkom. Kevin: “Modding komt van modification, je past je pc aan zodat het een uniek stuk wordt. Dat is een korte omschrijving. Meest gebruikelijk is het plaatsen van een doorzichtige zijdeur en een neon. Deze kan je in vrijwel elke computerwinkel vinden. Maar als je echt een ‘vijs los’ hebt, zoals ik en nog enkele zotten, dan begin je met ietwat extremere aanpassingen. Dit kan gaan van zelf vormen uitsnijden uit de zijdeur tot zelf een case maken van scratch. Het inbouwen van pc’s in gebruiksvoorwerpen zoals tv’s en flightcases komt ook vaak voor. Net zoals het airbrushen van de case. Tunen is iets heel anders. Een tuner beschikt over of een goede airflow of watercooling, op die manier kan je een pc al dan niet krachtiger maken.”
Ook Kevins eerste stappen in computerland waren met de Atari-spelcomputer. Sindsdien is het niet meer opgehouden. “Zo ben ik zo’n drie jaar geleden op het modden gebotst. Voor ik begon, heb ik eerst enkele jaren zoveel mogelijk informatie gezocht over het onderwerp, elektriciteit en hoe je een degelijke airflow door je pc laat lopen. Op het eerste gezicht lijkt het allemaal gewoon alsof je wat ventilatoren in een pc moet duwen, maar een juist gebruik is wel noodzakelijk. Met modden ben ik elke week toch wel enkele uren bezig. Ik lees ook vaak over nieuwe onderdelen of cases die andere mensen hebben omgebouwd. Als je aan een case bezig bent, slorpt het je volledig op. Dan kan ik stellen dat je er bijna 24/24 mee in je hoofd zit, en dat voor enkele maanden, tot ze daadwerkelijk af is. Je steekt er verschrikkelijk veel tijd in als je er een wil bouwen. Je bent bezig met het design, het soort stukken, de manier van coolen, budget en materiaalkeuze. En dat is alleen nog maar wat je moet weten voor je begint te bouwen. Dan begint het echte werk pas.”
Bliksem treft heilige box
Kevin heeft drie pc’s in zijn bezit die qua snelheid de evolutie van de home computer mooi weergeven: een hele oude, eentje ertussenin en een recente. Kevin: “Tijdens een blikseminslag ben ik mijn vorige ‘gemodde’ pc kwijtgeraakt, wat het nodige lijden met zich meebracht. Maar ik ben nu bezig met een nieuw project dat al het voorgaande hopelijk zal overtreffen. Het is nu wachten op de stukken. Voor mij is die computer echt een passie. Je weet dat wat je doet compleet zinloos is, maar op een of andere manier kan je niet anders. Het is sterker dan mezelf, een soort verslaving. Voor vele ‘collega’s’ heeft het vooral te maken met pronken op lanparty's bijvoorbeeld. Bij mij is dat niet het geval. Ik denk dat ik het vooral doe om die grijze kast, waar ik uren en uren achter slijt, zo mooi mogelijk te maken en zo vlot mogelijk te laten draaien. En ik kan op deze manier ook wat creatief bezig zijn. In elk geval is het geen hobby waar je babes mee aantrekt. Dan kan je beter auto’s tunen.” Babes kosten geld, een computer allicht ook. Kevin: “Het hangt ervan af hoever je daarin wil gaan. Hoe extremer je gaat, hoe duurder het wordt. Iemand die modt, wil natuurlijk ten eerste kwaliteitsonderdelen. Je wil de beste grafische kaarten, moederbord, ram en cpu. Dus daar betaal je al veel geld voor. Tel daar dan nog eens de ventilatoren, lampen, led's, displays, fan-controllers, gereedschap en eventueel waterkoeling bij, dan kom je aan een stevig bedrag. En de tijd staat niet stil, dus je moet voortdurend nieuwe stukken ‘steken’ om met de tijd mee te kunnen. Zo gaat dat nu eenmaal.”
Compudoc: huisarts voor de pc
Computerkennis en organisatietalent: het is niet iedereen gegeven. Dag Flachet beschikt echter wel over deze eigenschappen. Enkel jaren geleden ontdekte hij als student bedrijfsbeheer in Leuven een gat in de markt: het herstellen van computers tegen een zacht prijsje. Computerbedrijf Compudoc – huisarts voor de pc – was geboren. Intussen werkt al een volledig team voor de computerdokter. Mensen die problemen hebben met hun pc kunnen 24 uur op 24 bellen. Ook in Antwerpen en Limburg staat de dokter der computers klaar met raad en daad. Compudoc is nog wekelijks op zoek naar nieuwe medewerkers. Studenten die wat willen bijverdienen, kunnen het examen afleggen. Na een geslaagde proefperiode kan je volwaardig lid worden.
Info op 070 22 55 52 of www.compudoc.be.
(RE)