Just like heaven
Just like heaven, een draak van een film, is gebaseerd op de Franse bestseller
Et si c'était vrai... van Mark Levy, een roman die de afgelopen jaren zowat alle vrouwen bij onze zuiderburen heeft doen snotteren. Als van zo'n slijmerig boek dan ook nog eens een zeemzoeterige Amerikaanse film wordt gemaakt, krijg je iets wat nauwelijks te harden is.
Het verhaal? Een kerel huurt een appartement en krijgt daar bezoek van een geest. Een leuk ogende geest weliswaar, in de persoon van Reese Witherspoon, maar het blijft een spook. Na wat omwegen en veel onnozele gags komen ze tot de conclusie dat het lieve spookje de vorige bewoonster van de flat was, die al drie maanden in een coma ligt na een auto-ongeluk. En laten de boze doktoren nu juist niet van plan zijn om de stekker van de
life support uit te trekken zeker? Deze gênante verschrikking van een film lijkt wel gesponsord door de
pro-life beweging; je kan er vanop aan dat
Just like heaven weldra op de affiche zal staan op bingo-avonden voor bijbelvreters in de Amerikaanse South. "Zie je wel dat terminale comapatiënten alles horen en begrijpen en elk moment weer tot leven kunnen komen? Ik heb het gezien in tóch zo'n ontroerende film!" Een verschrikkelijk slechte film
for that matter, een soort
Ghost voor debielen die romantiek verwarren met een overdosis suikergoed.
Just like heaven is een van de meest kleffe prenten die we dit jaar zagen, en het onderliggende conservatieve toontje beviel ons voor geen meter. Dat Reese Witherspoon kan acteren, weten we sinds
Walk the Line, de Johnny Cash-
biopic die begin februari in onze zalen komt. Maar in dit verschrikkelijke onding is ze weer net zo'n irritante kwekdoos als voorheen.
(JC)