Munich
De hele
war on terrorism heeft meer indruk gemaakt op beroepsescapist Steven Spielberg dan we vermoedden.
War of the Worlds was al een nauwelijks verholen allegorie voor de terreur in z'n meest vreeswekkende gedaanten, en in het bijna drie uur durende
Munich exploreert Spielberg het dolgedraaide mechanisme van terreur, wraak en weerwraak.
Aangezien hij daarvoor een echt gebeurd verhaal uitkiest dat Israël niet bepaald in een zonnig daglicht stelt - de ultrageheime vergeldingsliquidaties na de Palestijnse aanslag op de Olympische Spelen in Munchen in 1972 - regende het al bakken kritiek nog voor ook maar iemand de film had gezien. Het is dan ook een feit dat de spiraal van geweld die na Munchen in gang werd gezet tot op de dag van vandaag het Midden-Oosten (en bij uitbreiding de wereld) in vuur en vlam zet. Of de film dat ook zal doen, is een ander paar mouwen. Hoewel Spielbergs boodschap nobel is en meer dan één scène blijft hangen, is
Munich een uur te lang om echt te overtuigen. Het schrappen van een flinke portie obligate Spielbergiaanse meligheid - de schattige dochtertjes, de bezorgde moeders, de zilte traantjes... - had er een veel krachtiger film van kunnen maken. Wat natuurlijk niet wegneemt dat
Munich naast een te voorzichtig
statement ook een grandioos gemaakte thriller is, waarin op een virtuoze manier de dreigende sfeer van de vroege jaren zeventig wordt opgeroepen. De link naar het heden kan je zelf wel leggen, al doet Spielberg dat desgewenst ook hapklaar voor jou. Zo is-ie nu eenmaal.
(JC)