Luik : Citytrip naar de Cité Ardente aan de Maas
Eigenlijk zijn wij dommeriken. We geven al die euro's uit aan citytrips naar Londen, Parijs, Praag of Amsterdam, terwijl in eigen land tientallen parels van steden liggen waar niemand ooit heengaat. In Wallonië bijvoorbeeld: voor de prijs van één Go Pass-treinreisje ben je in een andere wereld, en toch vind je op elke straathoek uitstekende frituren en smaakt het bier net zo lekker als in je eigen stamcafé. Guido Online Magazine slikt zijn communautaire vooroordelen in en bezoekt de Waalse studentensteden. En avant marche, et vive les Wallons!
Luik is een studentenstad naar ons hart. Geen sardineblik à la Leuven, waar je de oorspronkelijke bewoners met een loep tussen de nachtbrakende studenten moet gaan zoeken, en ook geen studentonvriendelijke metropool als Brussel, maar een bruisende, levende stad waar het studentenpubliek het zout in de soep is. Luik telt acht hogescholen en één universiteit. De zetel van de unief (ULG) ligt in het centrum aan de place du XX-Août, maar het gros van de gebouwen ligt buiten de stad in het groen, op de campus Sart Tilman. Te voet kan je daar onmogelijk naartoe. Als je er toch heen wil vanuit het centrum, neem dan bus 48 aan de Opera (boulevard de la Sauvenière, halte tegenover het gebouw van de krant La Meuse). De occasionele bezoeker wordt er vergast op een openluchtmuseum met beeldhouwwerken (Domaine Universitaire B25 - Sart Tilman - 04/366.22.20) en een portie frisse Ardense lucht.
Station Palais
Een gouden tip voor wie met de trein komt: loop het station Liège Guillemins niet uit, hoewel dat op het eerste gezicht de meest logische keuze lijkt. Luik is erg groot, en Guillemins is een Thalys-mastodont die vrij ver van het centrum ligt. Nee, rijd verder naar Liège Palais, een extra ritje van 6 minuten. De aansluiting in Guillemins met de treinen die arriveren uit Brussel is vrijwel onmiddellijk: neem om het even welke boemel richting Liers of Herstal. Als je uitstapt in het station Palais, sta je meteen pal in het centrum en kun je je schrap zetten voor een epische stadswandeling.
De flanken van de citadel
Het grote, natuurstenen gebouw dat aan je linkerkant opdoemt is het Prinsbisschoppelijk Paleis. Het staat bij de place Saint-Lambert, waar sporen van menselijke activiteit tot 50.000 jaar oud werden gevonden. Iets recenter stond daar een Romeinse villa, hadden de Merovingers er een nederzetting en ooit werd hier de kathedraal van Notger opgetrokken. Notger was de eerste Luikse Prins-Bisschop en stamvader van de stad. Die kathedraal werd zonder pardon gesloopt tijdens de Franse Revolutie. Vandaag staat er een soort megalomane stalen reconstructie ("Le choeur de Liège au coeur de Liège"). Ga als je wil nog even het splinternieuwe winkelcentrum Ilôt Saint-Michel bezoeken (vanuit de verkeersvrije rue de la Populaire heb je een mooi zicht op de Opera), en loop dan naar de achterkant van het Paleis. Loop de rue du Palais in tot je aan huisnummer 60 bent, vlak naast de modezaak Kalahan. Daar vind je een poort die open is van 9 tot 18 uur. Als je daar inloopt, zal je een onbekend stukje Luik ontdekken dat je van je leven niet meer zal vergeten. Via nauwe, gammele, kronkelende en duistere trapjes klim je naar de Toren van de Oude Biezen. Nog meer naar boven kom je op een Ardens aandoend pad terecht. Je ziet een panorama over de stad en kan dan oostwaarts verder. De stadsgeluiden geraken maar gedempt tot hier, en voor je het weet vernauwt het pad tot een fascinerende doolhof van zeer nauwe steegjes, treden, trappen en deurtjes. Wees niet bang om hier en daar een poortje open te duwen of een steil hoekje af te snijden: verdwalen doe je toch en het maakt deel uit van de charme dat je af en toe niet weet of je nu over iemands privé-koertje aan het wandelen bent of niet. Op den duur zal je - na een paar hopeloos doodlopende pogingen - vanzelf arriveren aan de voet van de montagne de Bueren, een ongenadig steile trapstraat die bestaat uit niet minder dan 373 treden. Wie kan leven zonder het ultieme panorama over de stad, kan zich de klim naar de citadel besparen, maar echt mannen hossen natuurlijk fluitend naar boven. Het hoogteverschil komt neer op een verdieping of 20, dus onderschat het niet. Gelukkig zijn elke paar meter bankjes voorzien om uit te puffen. Afgezien van het schitterende uitzicht is boven niet veel meer te zien dan een foeilelijk oorlogsmonument, een speelterrein en een ziekenhuis. Naar beneden gaat makkelijker. Wie zijn knieën wil sparen, kan doen zoals de plaatselijke jeugd en in etappes naar beneden glijden langs de blauwe ballustrades.
Young guns
Eenmaal beneden ben je in het historische hart van Luik. Via de Bartholomeus-kerk daal je af naar de Maas. Langs de quai de Maestricht (waarschuwing: boek nooit een cruise Luik-Maastricht-Luik, da's zowat de saaiste bootreis ter wereld) vind je een hele tros stadsmusea op een hoopje: het Museum voor Waalse Kunst biedt wat het belooft (Féronstrée 86 - 04/221.89.11), en het gerenommeerde Wapenmuseum (quai de Maestricht 8 - 04/221.94.00) herinnert ons eraan dat we hier op een boogscheut van Herstal zijn, waar de beruchte FN-wapenfabriek jongleert tussen werkgelegenheid voor de streek en ethische verantwoordelijkheid. Wie zich toch zo'n fijn Waals product wil aanschaffen, kan twee huizen verder zijn bedenkelijke keuze maken in wapenwinkel Tychon. Een nep-Uzi (net echt, ideaal voor bankovervallen) kan al voor een goeie 75 euro. Lunchtip: in restaurant L'Oeuf au Plat (quai de la Batte 30 - 04/222.40.32) kan je een Luikse specialiteit proeven die nergens anders verkrijgbaar is (want de baas is zo slim geweest zijn gerecht te laten deponeren): Fricassette, een soort doe-het-zelf gourmettafel met ei en 8 ingrediënten naar wens.
Outremeuse
Tussen de quai Sur-Meuse en de quai Roosevelt, aan de achterkant van het universiteitsgebouw, ligt een voetgangersbrug over de Maas die je recht in de bruisende volkswijk Outremeuse brengt. Loop rechtdoor tot de eerste rotonde. Het monument dat je aan je rechterkant ziet, is opgetrokken ter ere van Tchantchès, volksfiguur uit de achtste eeuw en geadoreerde mascotte van de wijk. Hij staat symbool voor het libertijnse streven van de traditionele Luikenaar. Wie er meer over wil weten, gaat op dinsdag- of donderdagnamiddag naar het Museum Tchantchès (rue Surlet 56 - 04/342.75.75) of komt naar het uitbundige volksfeest van Outremeuse rond 15 augustus. Ook schrijver Georges Simenon groeide op in deze wijk, en gaf zijn naam aan een straat en een piekfijne jeugdherberg (zie "Eten, drinken en slapen").
Terug richting Maas ligt een absolute Luikse topattractie. Ter hoogte van een nogal expliciet beeldhouwwerk, dat duidelijk van vóór het Dutroux-tijdperk stamt, vind je het schitterende Aquarium en Museum voor Dierkunde van de universiteit (quai Van Beneden 22 - 04/266.50.00). Dit alleen al is de trip naar Luik waard: je kan met wat geluk hondshaaitjes uit hun ei zien kruipen, er zijn gepantserde koffervissen, giftige steenvissen, dwergkrokodillen uit Congo, albino-gifkikkertjes uit Zuid-Afrika en fascinerende Axolotl-halfsalamanders uit Mexico. Op de tweede verdieping is nog een geweldige collectie opgezette en ingemaakte diersoorten te bewonderen, met onder meer een 19 meter lang skelet van een vinvis. Het Maison de la Science en de koralencollectie in hetzelfde gebouw kan je overslaan, maar het aquarium en de dierkundige collectie zijn onder geen beding te missen.
Cojones del toro
Geloof ons, inmiddels kan je nauwelijks nog pap zeggen, want Luik is vele malen groter dan je denkt. Loop als je uit het aquarium komt naar links verder langs de Maas en steek de brug over zodra je het wanstaltige Congrespaleis ziet. Kijk op de brug even naar links: in de verte kan je het stalen gebinte van de moderne autobrug van Wandre zien glinsteren. Aan de overkant kom je terecht op de "terrassen", nogal Brussels aandoende herdenkingspaviljoenen die herinneren aan woeliger tijden. Aan het uiteinde van het rechterterras, bij de avenue Rogier, staat "Li Torai", het beeld van de stierentemmer. De stier in kwestie is voorzien van zo'n uitgesproken stel cojones dat ze al generaties lang het slachtoffer zijn van gore studentengrappen. Toen wij gingen kijken, waren de edele delen van het arme beest helrood geverfd, maar morgen kan het weer wat anders zijn. Als je nog energie overhebt, loop dan nog even het Parc d'Avroy in; anders brengt een wandeling van 10 minuten over de avenue Rogier en de rue des Guillemins je bij het station.
Eten, drinken en slapen
De studentikoze uitgaansbuurt van Luik vind je in de verkeersvrije straten van Le Carré, in de aanpalende rue Saint-Gilles en rond de place du XX-Août, maar ook de rest van de stad ligt bezaaid met horeca van allerhande slag. Wie de bomen door het bos niet meer ziet, is geholpen met de Guido Stadsgids voor studenten, editie Liège. Die is enkel in het Frans verkrijgbaar, maar bevat wel een onschatbare hoeveelheid informatie over de beste en meest sfeervolle cafés en restaurants van de stad. Bovendien zit er een stratenplan in, en achterin de gids vind je een indrukwekkend pak voordeelbonnen met talloze gratis pintjes en ander hartigs. De gids kost 7,50 euro en je kunt hem bestellen op 09/210.74.84.
Wat overnachten betreft, is de goedkoopste oplossing uiteraard tussen pot en pint verbroederen met de Luikse studenten en hopen dat je op hun kot mag blijven maffen. Mocht dat niet lukken, dan raden we jeugdherberg Georges Simenon aan, in het hart van de volkswijk Outremeuse (rue Georges Simenon 2 - 04/344.56.89). Het is een pracht van een herberg (ze noemen hem niet voor niets "la Rolls des auberges") met 204 bedden. Informatie over ander logement is verkrijgbaar bij de Dienst voor Toerisme (Féronstrée 92 - 04/221.92.21).
(HDP)