WOUTER DEPREZ keert terug naar de campus
Dit najaar trekt Wouter Deprez de Vlaamse en Nederlandse theaterzalen in met zijn voorstelling War. Wie zich wil meten met de Slimste Mens koopt maar beter een kaartje, want in War wil Deprez afrekenen met zijn eigen competitiedrang met het publiek
.
"Die was en is bij mij in ruime mate aanwezig, maar ik wil daar eigenlijk graag vanaf," meldt Deprez vanuit de loopgraven. "Ik ga in de voorstelling op zoek naar manieren om er vanaf te geraken, maar dat lukt niet altijd even goed. Wat me daar eventueel bij kan helpen, is een meisje dat op de pechstrook staat, waar ik avonturen mee beleef. En ik word ook geholpen door een konijntje dat in de auto zit." Dat belooft.
GUIDO: Het publiek neemt deel aan de voorstelling?
Deprez: Ja, ik stap eruit en vraag dingen aan de mensen. Ik geef hen complimenten en moedig hen aan, maar ik verwacht wel dat ze inferieur zullen zijn aan mij, ondanks hun numeriek overwicht.
GUIDO: Daarmee neem je een risico.
Deprez: Absoluut. Geregeld loopt het mis, maar dat is ook nodig. Ik heb graag dat er eens iets misloopt, en dat het dan hersteld moet worden, terwijl ik eigenlijk niet weet hoe ik dat ga doen.
GUIDO: Heb je een ritueel voor je het podium op moet? Je zit hier nu een frisse Ricard te drinken...
Deprez: Dat is mijn zomerritueel. Het moet wel bij één Ricard blijven, en liefst een tijdje vóór de voorstelling, want normaal gezien drink ik geen alcohol voor ik op het podium moet. Wat ik wel doe, is springen en turnen om mezelf nerveus te maken, en me verplicht afzonderen om me te concentreren.
GUIDO: Huh? Je wil jezelf nerveus maken? Je zou het omgekeerde verwachten.
Deprez: Ja, dat is nodig. Ik ben eigenlijk te weinig nerveus om te spelen. Ik wil het in mijn hoofd nog eens doorlopen, een paar openingetjes doen, een stukje tekst herhalen... Mezelf een beetje losgooien, zodat ik niet te stijf en te gemakkelijk dat podium opstap. Er moet een beetje druk achter zitten, en die druk moet ik zelf creëren.
Niet uitgeven wat niet binnenkomt
GUIDO: Je werkt 's avonds en in het weekend. Is dat niet dodelijk voor je sociaal leven?
Deprez: Voor het sociaal leven in het weekend is dat absoluut dodelijk ja. Voor wat zich op de maandagen en dinsdagen afspeelt, is het vruchtbaar, maar dat is sowieso ongeveer bijna niks. (lacht) Maar mijn maten komen op de leeftijd dat ze kinderen beginnen te krijgen. Nu gaan ze in het weekend dikwijls ook niet meer op stap, en dan wordt het makkelijker om ze op maandag of dinsdag te treffen. In het weekend liggen ze strijk, dan moeten ze bekomen omdat ze in de week vroeg hebben moeten opstaan voor hun kleine, terwijl ze tegelijk moesten werken. In die zin begint dat dus enigszins mee te vallen. Bij deze wil ik dus aan al mijn maten het advies geven dat ze dringend moeten kweken. (lacht)
GUIDO: Vanaf wanneer kon jij leven van hetgeen je doet?
Deprez: Vrij snel, omdat ik lang zeer weinig nodig heb gehad om te leven. Een jaar of vijf geleden verdiende ik tienduizend frank per maand, en daar kon ik mee rondkomen. Dat ging, al had ik toen niets over. In die zin kan ik er allang van leven, omdat ik niet uitgaf wat niet binnenkwam. (lacht)
GUIDO: Was dat een principiële keuze? Je had er ook een 'gewone' job bij kunnen doen om rond te komen.
Deprez: Dat heb ik een aantal keer gedaan. Ik heb een tijdje lesgegeven, wat ik een zeer nobel beroep vind. Een dikke chapeau voor mensen die dat doen, maar ik deed dat niet goed. Ik was daar niet perfectionistisch genoeg voor, bereidde te weinig voor. Dat is goed voor sommige leerlingen, maar voor de meerderheid niet, denk ik. Dus ja, ik heb er soms wel dingen bijgenomen om te overleven. Er is een jaar geweest dat ik erg weinig optredens had, en toen ben ik begonnen met schrijven en meedoen aan de Rechtvaardige Rechters. Dat was om den brode, omdat het anders financieel absoluut niet zou gaan. Dan sta je voor de keuze: ga ik een job doen die ver staat van wat ik wil doen, of doe ik iets wat er nog enigszins mee te maken heeft? Maar zodra het kon, ben ik gestopt met die jobs naast mijn hoofdbezigheid.
Oneigenlijk gebruik van gemeenschapsgelden
GUIDO: Was je als student ook al bezig met cabaret en humor?
Deprez: Weinig. Ik heb eigenlijk pas mijn eerste voorstelling gemaakt nadat ik was afgestudeerd. Eerst heb ik een paar jobs geprobeerd op basis van de studies die ik had gedaan, maar ik deed die eigenlijk niet graag. Dat was een grote teleurstelling, want ik had verwacht dat ik die jobs graag zou doen, en dat ik ze goed zou kunnen, maar dat klopte niet. Ik zag dat andere mensen die jobs wel graag en goed deden, dus ik kwam tot de conclusie dat ik de kortste weg richting ongeluk aan het volgen was. (lacht) Dan heb ik er radicaal mee gebroken en nagedacht over wat ik wel wilde doen. Toen heb ik een vertellingske geschreven van een klein uurtje, en dat gespeeld voor vrienden en ingewijden en toevallige voorbijgangers op de Gentse Feesten. In '99 was dat.
GUIDO: Over welke studierichting heb je het?
Deprez: Ik heb in Gent Pol&Soc gedaan in de kandidaturen, en Cultuurwetenschappen in de licenties. Van Pol&Soc weet ik eigenlijk niet waarom ik het heb gekozen. Toen ik uit het middelbaar kwam, zat ik in een soort schoolcrisis. Dingen studeren waarvan je niet weet waarvoor je ze nodig had, ik was dat beu. Maar ik deed eerlijk gezegd ook niet echt veel. Het was een beetje makkelijk kritiek spuien, want ik was ook niet op zoek naar dingen die ik wel graag deed. Eigenlijk wou ik nog het liefst toneelschool gaan volgen, maar in de streek waar ik vandaan kom, werd dat beschouwd als een vreemde keuze. Een klassiek diploma halen, dat werd veel meer aangemoedigd. Ik begrijp dat ook wel hoor, vanuit de zekerheid, maar op een bepaald moment moet je dat durven loslaten, want die zekerheid kan je ook ongelukkig maken. Pas op, ik verwijt niemand iets hé. Men heeft me niet verboden om toneelschool te volgen, dus ik had maar meer op mijn strepen moeten staan als ik het toen echt had willen doen. Ik werd er niet in gesteund, maar ook niet in tegengewerkt.
GUIDO: Pol&Soc was dus eigenlijk maar tweede keus. Was het dan niet moeilijk om gemotiveerd te blijven?
Deprez: Boah, ik had wel tweede zit in mijn kandidaturen, maar eerlijk gezegd vond ik het toch niet zo'n moeilijke richting. In de Cultuurwetenschappen was ik veel gemotiveerder om te studeren, maar ook daar was het eigenlijk niet zo moeilijk om te slagen. Qua inspanning en engagement viel dat wel mee. Een groot voordeel was dat je veel tijd had. Ik ging de eerste maand naar de lessen, en nadien niet meer. Zo had ik veel tijd om te lezen. Het eerste jaar heb ik echt boekenkasten vol gelezen, en daar heb ik veel deugd aan gehad. Ik heb dus geen spijt van dat oneigenlijk gebruik van gemeenschapsgelden. (lacht) En ik was geslaagd hé, dus er kon me niets worden verweten. Maar ik heb er weinig vrienden aan overgehouden, en weinig interesses in die richting. Er waren in die tijd veel dingen waar ik een beetje in geïnteresseerd was, en ik dacht dat die interesse wel zou groeien zodra ik eraan begon. Maar dat bleek niet te kloppen, die passie is er nooit gekomen.
Wouter de koekoek
GUIDO: Zat je op kot in Gent?
Deprez: Ja, drie jaar in Home Astrid aan de Sterre, en daarna op kot aan de Blekersdijk. Dat vond ik zeer plezant. Een complete openbaring. Dat was eigenlijk hetgeen me motiveerde om door te studeren: de mogelijkheden die ik op kot kreeg om de ketenen af te werpen en me te laten gaan. Verplicht zijn om je plan te trekken, bij mij is dat nodig. Als je wil dat ik me verantwoordelijk gedraag, dat is dat de enige manier: wanneer alle omstandigheden zo zijn dat ik de schuld niet aan iemand anders kan geven. Het moment waarop je zelf kunt beslissen wanneer je begint te studeren, en of je naar de les gaat of niet, dan heb je niets of niemand meer om je achter te verbergen. En dan is er bij mij een kans dat ik in beweging schiet. (lacht) Die vrijheid had ik echt nodig om volwassen te worden, om te stoppen met anderen de schuld te geven. Een voorbeeld: toen ik achttien was, lustte ik bijna niets. Maar toen ik op kot zelf eten moest klaarmaken, begon ik vanalles te lusten. Toen kon ik niet meer tegen iemand anders zeuren dat ze het niet op de juiste manier hadden klaargemaakt. Als het slecht was, lag het aan mij.
GUIDO: Heb je geproefd van de studentenfolklore?
Deprez: Cantussen heb ik nooit gedaan, maar ik ben wel gedoopt op Home Astrid. Ik was koekoek. Ik zat in de afvalcontainer, en als er een melodietje werd gezongen, moest ik tevoorschijn komen, 'koekoek' zeggen en raden welk melodietje het was. Ik herinner me nog dat ik er bijna geen enkel heb geraden. En dan moest ik vijftien pinten drinken op twee uur tijd of zo. Tiens, raar is dat, maar nu ik eraan terugdenk vond ik dat op een of andere manier wel plezant. Het was toch eigenlijk ook een soort optreden.
GUIDO: Ah! Misschien heb je tijdens die doop wel de klik gevoeld dat je een geboren entertainer was?
Deprez: Nee, maar ik herinner me wel nog een soort vrij podium op die studentenhome. Er zaten daar 250 studenten, waaronder 100 Erasmussers van overal in de wereld, uit Singapore, China, Zimbabwe... Een maffe potpourri. In een studentenvereniging zou ik zo'n doop waarschijnlijk verschrikkelijk hebben gevonden, maar in de home viel dat mee. Het gaf een gevoel alsof je op kamp was.
Jazz en moeilijke boeken
GUIDO: Had je een stamcafé in Gent?
Deprez: In het eerste jaar ging ik vaak naar de Overpoort, met de gasten van Home Astrid. Een soort kroegentocht. We deden toen een vettig spel: je moest met zoveel mogelijk meisjes bijna kussen. Juist op het moment dat het zou gebeuren, moest je zeggen: "Nee, ik ga het toch niet doen. Ik ben nog niet over mijn vorig lief." En beginnen te wenen. Een soort toneeltje opvoeren, heel vortig en boertig eigenlijk. Ik zweer plechtig, met de hand op het hart, dat ik dat soort vetzakkerij na het eerste jaar nooit meer heb gedaan. Nadien ging ik uit op de Vlasmarkt en Sint-Jacobs. De Charlatan en zo. Dat soort cafés. En waar ik op zondagavond helemaal alleen naartoe trok, met een boek om te lezen, was het Uilenkot van Opa Tuur. Daar ging ik om moeilijke boeken te lezen en naar jazz te luisteren. (lacht) Moeilijk gaan doen. Maar pas op, op die manier heb ik veel boeken doorploegd die ik anders nooit zou hebben gelezen.
GUIDO: Je rookte daar toch geen pijp bij?
Deprez: Euh, toch wel! In eerste en tweede kan rookte ik een pijp. Lap, nu heb je wel het volledige cliché blootgelegd. (lacht)
GUIDO: Was je studententijd de mooiste tijd van je leven?
Deprez: Het was zeker een mooie tijd, waarin weinig moet en je niet al te veel plichten hebt. Financieel word je nog gesteund en je kunt nog veel blabla verkopen zonder dat die aan iets getoetst moet worden. Je kan ongestraft hoogdravend zijn, en dat is plezant om te doen. Wat ik er minder mooi aan vind, is dat je je op een of andere manier nog niet op je gemak voelt. Je weet nog niet zo goed wat je gaat doen. Je zit nog met veel onrust en onduidelijkheid, en dat vond ik bij momenten niet zo gemakkelijk. Vaak was het een prachtige tijd, maar er waren ook momenten dat ik eenzaam was, of triest. Maar ik heb geen spijt. Ik zit niet dikwijls terug te kijken, word uiterst zelden overvallen door weemoed of nostalgie. Mijn leven is vandaag niet serieuzer dan het toen was.
(HDP)
War en wanneer speelt Wouter Deprez? Surf naar www.wouterdeprez.be