The Queen
The Queen, een milde maar heerlijke satire op de Britse monarchie, drijft op een uitstekend idee. Stel dat je zou kunnen binnenkijken in
Balmoral en
Buckingham Palace in de dagen volgend op de dood van prinses Diana, wat zou je dan zien en horen?
Regisseur Stephen Frears en scenarist Peter Morgan haalden een flinke portie durf uit de kast, en maakten er gewoon een film van. Al van bij de eerste shot zie je de Engelse topactrice Helen Mirren als koningin Elisabeth II. Ze speelt die rol zo ongelooflijk goed dat je van de eerste seconde gelooft dat zij de queen
is. Het ietwat nukkige, stijf-Britse, stijlloze dametje dat in haar ivoren toren de voeling met haar volk verliest, is een onvergetelijk filmpersonage. Daartegenover staat de pas verkozen Tony Blair (misschien een beetje al te joviaal en
lovable gespeeld door Michael Sheen), de volkse (toen toch nog)
Labour-premier die het hysterische verdriet van de Engelsen na het fatale ongeluk van Diana veel beter weet in te schatten dan de koningin. Dat levert de ene kostelijke scène na de andere op, die overgutsen van de
tongue-in-cheekhumor. Verwacht geen sarcastische aanval op de monarchie, want eigenlijk is deze film heel liefdevol geschreven, bijna patriottisch Brits. Maar tegelijk is hij zo spitsvondig en knap gemaakt dat je met een kamerbrede glimlach zit te kijken. Niet te missen dus, en let zeker ook op de fantastische James Cromwell als
grumpy Prince Philip.
(HDP)