Taai stuk vlees : Wyoming Doll
Een fan van Franz zijn we nooit geweest. Daarvoor hadden we indertijd een te grote hekel aan Jugurtha, zijn historische reeks in het weekblad Kuifje. Een avonturenstrip waarvan de naam ons telkens weer herinnerde aan de zurige potten Inex die de melkboer op zaterdagochtend voor onze deur placeerde, nee, daar hadden we het niet echt voor.
Noem het een dwaas vooroordeel, maar al die jaren later staan we nog steeds niet te huppelen van blijdschap wanneer een nieuwe Franz het daglicht ziet. Niet dat hij geen begenadigd tekenaar zou zijn. Integendeel, zijn ruige penseelstreken gaan er steeds beter uitzien. In zijn laatste album
Wyoming Doll houden ze ergens het midden tussen Giraud en Hermann, en wie ons kent weet dat we zoiets niet schamper bedoelen. Nee, het probleem met Franz is dat zijn verhalen loodzwaar zijn.
Wyoming Doll, een rauwe western waarin naar schatting 450 expliciete doden vallen, is ook in dat bedje ziek. Het parallelverhaal over een verweesde Ierse immigrant, een rebelse Sioux en een klein meisje is geen strip die je tussendoor even leest als ontspanning. Nee, dit moet je kauwen en herkauwen, en dan nog gaat-ie als een baksteen op je maag liggen. Het feit dat Franz bijna nergens de klassieke vier stroken per plaat doorbreekt, en dat 64 propvolle pagina's volhoudt, versterkt dat bedrukkend effect nog. Het is natuurlijk geen fraaie bladzijde in de Amerikaanse geschiedenis en Franz zal met dit album wel nobele bedoelingen hebben gehad, maar wij hebben aan dit taaie boek bitter weinig plezier beleefd. Jullie zullen het daarentegen ongetwijfeld wel weer veel beter begrepen hebben.