Johannes Van Jet: "Artiesten die hun eigen zin doen, zijn altijd de interessantste."
Ze rockten zich naar het hoogste ereschavot van de
Rock Rally, hun eerste full-cd Electric Soldiers staat te zinderen in de rekken en in Werchter zullen ze al vroeg op de dag het dak van de
Main Stage blazen. Yep, alles gaat prima met
The Van Jets.
De voorman van het Oostends-Gentse viertal is de 26-jarige student en spraakwaterval Johannes Verschaeve, alias Johannes Van Jet.
Johannes studeert sociaal werk aan de Arteveldehogeschool in Gent, maar hij heeft er al vier jaar filosofie en twee jaar psychologie aan de universiteit op zitten. "Ik vond geen job die ik kon combineren met mijn muziek," vertelt hij. "Ik had geen zin om de hele tijd interims te doen en te parasiteren op mijn vriendin. Dus heb ik besloten om iets te studeren dat binnen mijn interessesfeer ligt en waar ze veel meer parttimejobs aanbieden."
GUIDO: Je medestudenten zijn acht jaar jonger dan jij. Hoe reageren die op het feit dat ze in de les zitten met de zanger van The Van Jets?
Johannes: Ik loop daar niet mee te koop. Ik hou de twee zoveel mogelijk gescheiden. Je hebt Johannes de student en Johannes de rockster. Wanneer ik op het podium sta, ben ik helemaal anders dan wanneer ik in de klas zit. Als ze me er iets over vragen, ga ik natuurlijk niet liegen. Ze vinden het wel de max. Ik vond het wel grappig toen een meisje in de klas een soort shock kreeg omdat ze plots besefte dat ik ‘ den diene van The Van Jets' ben. (lacht)
GUIDO: Val je sowieso niet op, omdat je zoveel ouder bent?
Johannes: Ik heb het geluk dat ik er jonger uitzie dan mijn leeftijd. Ik ben wel een beetje het buitenbeentje, maar het valt goed mee. De docenten weten ook dat ik bij The Van Jets speel. Ik kan niet naar alle lessen gaan, daarom heb ik een speciaal statuut op school. Bij de practica probeer ik wel altijd aanwezig te zijn.
GUIDO: Na zes jaar universiteit op een hogeschool terechtkomen, vergt dat geen grote aanpassing?
Johannes: In het begin was het wel aanpassen, maar ik heb ermee leren omgaan. Ik kan me bijvoorbeeld ergeren aan de gestructureerde lessen en concrete uitwerkingen. Op de universiteit wordt eerst alle theorie uitgelegd en dan wordt er vaak slechts één voorbeeldje gegeven. Op de hogeschool is dat net het omgekeerde. Ze gaan daar op een heel andere manier om met kennis. Niet beter of slechter, maar anders. De universiteit geeft je een ruimer kader. Ze denken daar veel na. Dankzij mijn opleiding filosofie ga ik in discussies meer to the point en ben ik kritischer. Kritisch zijn vind ik heel belangrijk, en dat leer je wel op de universiteit. Je krijgt verschillende theorieën aangeboden en daar ga je kritisch mee om. Je moet wel. Ook op het examen wordt verwacht dat je kritisch bent. Op de hogeschool wordt dan weer uitgegaan van concrete ervaringen en voorbeelden, die worden veralgemeend naar een theorie. En dat vind ik eigenlijk ook wel goed.
"Je kunt alleen echt fan zijn in je late puberteit"
GUIDO: Op de hogeschool zit je midden in je doelpubliek.
Johannes: Ja, de leeftijd van ons hoofdpubliek ligt rond de achttien jaar. Fans kunnen alleen heel toegewijd zijn als ze in hun late puberteit zitten. Ik was vroeger een enorme fan van Nirvana, maar daarna ben ik nooit meer zo fanatiek geweest. Ik ben wel fan van artiesten, maar op een andere manier. Het is een feit dat de achttienjarigen voor een deel bepalen wat hip is of wat gepercipieerd wordt als de hype van het moment. Dat is eigenlijk vooral ontgoochelend. Mijn muzieksmaak is al helemaal anders en rijper. Wat voor mij The Smiths was, of The Sex Pistols, dat is voor hen de prehistorie. Ik hou niet echt rekening met wat het publiek vindt of wat het doelpubliek goed acht, anders kan ik beter tandpasta gaan maken in plaats van muziek. Ik ga niet actief luisteren naar studenten bij mij op school om dan mijn muziek aan hun mening aan te passen. Integendeel.
GUIDO: Interesseert het je niet welk beeld achttienjarigen van The Van Jets hebben?
Johannes: Nee, dat moet je van je afzetten. Mijn principe is: ik ben een artiest en ik doe wat ik wil. Ik ga niet iets doen omdat ik me verplicht voel, zodat ik pas in mijn eigen plaatje. Ik heb geen flauw benul wat jij van me denkt of wat het publiek van me denkt. Ik ben de bron, dus ik moet daar nooit rekening mee houden. Zij gaan altijd aanvaarden wat ik doe, omwille van wie ik ben. Artiesten die zo redeneren, zijn de interessantste. Dat zijn mensen die hun eigen zin doen en niet krampachtig proberen te beantwoorden aan het imago dat wordt gecreëerd door het publiek, want uiteindelijk ben je pas artiest als het publiek je als artiest beschouwt. Daarom is het podium zo belangrijk, een hoger gelegen gedeelte, zodat iedereen de artiest kan zien. Zo word je een soort van fantasie die leeft in de hoofden van de toeschouwers.
GUIDO: Ben je dan niet nieuwsgierig naar wat dat publiek van je denkt?
Johannes: (aarzelt) Ja, eigenlijk toch wel...
GUIDO: Bestaat er geen manier om dat te weten te komen?
Johannes: Dat denk ik niet. Zelfs al zouden die mensen me dat vertellen, ik maak er altijd mijn eigen interpretatie van. Stel dat jij alles wat je over mij denkt zou opsommen, dan zou ik wel een stuk wijzer worden, maar ik ga nooit weten welke beelden je in je hoofd hebt als je me ziet of welke gevoelens je hebt bij het horen van onze muziek. Dat is superpersoonlijk.
"Je moet van satan geproefd hebben om te kunnen weten wat de hemel is"
GUIDO: Heb je op kot gezeten?
Johannes: Ja, vanaf het eerste jaar. Ik wilde op kot gaan en dat mocht ook van thuis. Mijn moeder huilde toen ik wegging. Ik heb niet meegehuild, integendeel. Ik was zo'n puber die principieel hard was tegen zijn ouders. De eerste week op kot was heel raar. De totale vrijheid. Ik voelde mij net een pluimpje dat van de bomen dwarrelde zonder enige binding. Ik heb er een soort depressie aan overgehouden, maar ben er sterker uitgekomen. Laten we zeggen dat ik nog niet tegen het harde leven bestand was. Ik was te teruggetrokken, en smoorde toen ook heel veel. Ik was een asociale kerel die veel studeerde en een piepklein vriendengroepje had. Een stil persoon, een outsider. Uiteindelijk kwam ik in een sukkelstraatje terecht. Maar op kot zitten zou ik echt iedereen aanraden, zo word je geleidelijk aan volwassen. Je ontdekt waarom sommige dingen niet mogen of niet goed zijn. Je moet eens van satan geproefd hebben om te kunnen weten wat de hemel is. (grijnst)
GUIDO: Hoe wordt een stille, asociale student in een sukkelstraatje een extravert podiumbeest?
Johannes: Vroeger was ik enkel introvert, maar geleidelijk aan is dat veranderd. Mede door de muziek, die gaf me zelfvertrouwen en ontwikkelde mijn persoonlijkheid. Daarom vinden mensen me soms raar. Ze verwachten niet dat ik extravert ben of dat ik soms dingen zeg die heel diep verscholen zitten in mijn fantasie. Dat uit zich vaak in vreemde humor. Op het podium voel ik me dé man. Niet dat ik me beter voel dan een ander, maar ik heb het gevoel dat ik op dat moment alles aankan.
GUIDO: Hoe is het om backstage je eigen idolen te ontmoeten?
Johannes: Het is altijd risky als je een idool in het echt ontmoet. Er valt dan precies een soort legende weg. We hebben twee keer met The Datsuns gespeeld, en nu denk ik heel anders over die gasten dan voordien. Uiteindelijk zijn dat ook gewone mensen. Toen we voor het eerst op de Pop Poll waren, krioelde het backstage van de bekende Vlamingen. Dat lijken wel stripfiguren, want je kent die BV's niet als mens, maar enkel als acteur of presentator. En dan kun je met je eigen ogen vaststellen dat zij ook gewoon moeten eten… (lacht)
(HDP)