Coldplay: A rush of blood to the head
Ons zullen ze waarschijnlijk nooit echt overtuigen van hun mogelijke macht en pracht. In tegenstelling tot velen die smachtend, met glimmende oogjes en gloeiende oortjes wachtten op het tweede album van Coldplay. Tijd om te bevestigen, jongens!
Bij de eerste snaren alvast niet. Dit mistige sfeertje kennen wij al sinds Ride's Nowhere ('90) en het dromerige lament deed The House of love beter in zo goed als al zijn songs. Maar ja, alles komt terug. Blijkbaar. En dat klaaglijke in de stem van Chris Martin is natuurlijk net een van hun handelsmerken. Soms ben je gewoon even in de stemming voor dit soort muziek, en dan willen we best naar 'Green eyes' luisteren. Een heerlijk, eerlijk pril liefdesliedje. Want wat is er mooier dan meisjesogen? Nog net voor het einde verrassen de titeltrack en 'Amsterdam', tweemaal ingetogen klasse zonder de oren van je kop te zagen. De stem die eindelijk juist zit en een perfecte piano.
Luider, meer energie en sterkere tempo's, beloofde het perspapiertje. Waar, vragen we ons af? Net nog in 'Whisper', dat wel wat heeft, eventjes.Voor de rest: flets dromerig, geef ons maar Lamb of Moby. Elders ook dwangmatig neerslachtig, zoals Nick Cave met een mes in zijn gat of Morrissey met een bad hair day, zelden tijd om opgelucht te lachen. Voor ons een trio van 'Green eyes', 'Amsterdam' en titeltrack to go, geef de overschotjes maar aan de hongerige fans.
(LAD)