Toen Guido van Driel van de Duitsers verloor...
"Ik ben een van de weinige Nederlandse striptekenaars die een goed verhaal kunnen bedenken."
Het gebeurt niet alle dagen dat ons vanuit Nederland een onvervalst stripmeesterwerk komt toegewaaid, maar Toen we van de Duitsers verloren van Guido van Driel is zo'n witte raaf. Amsterdamwaarts dus, waar in Galerie Lambiek - de oudste en beste stripwinkel van Europa - Guido werd geïnterviewd door GUIDO.
Guido van Driel is veertig, en hij weet wat-ie waard is. "Ik vind mezelf een van de weinige Nederlandse striptekenaars die een echt goed verhaal kunnen bedenken," zegt hij, en hij heeft nog gelijk ook. Toen we van de Duitsers verloren is een adembenemende terugblik in nostalgische kleuren op van Driels jeugd in Zaandam, waar na de nederlaag van Oranje tegen de Duitsers in de WK-finale van 1974 een meisje wordt vermoord door een pedofiel.
Van Driel: Toen ikzelf op de lagere school zat, hier in Amsterdam, zat er bij mij in de klas een meisje dat vermoord is. Dat was toen een heel geruchtmakende zaak: de moorden van de bladenman, zoals-ie later werd genoemd. 't Was een man die tijdschriften rondbracht. Hij had eerder al een jongetje vermoord, en toen dat meisje uit m'n klas. Dat maakt natuurlijk een grote indruk op je, en daar heb ik dus wat mee gedaan. Ik heb m'n hoofdpersoon verliefd laten worden op dat meisje.
Een kijk in het hoofd van de pedofiel
GUIDO: In het boek zitten een tiental zwart-witpagina's waarin je doordringt in het hoofd van de pedofiel. Was dat moeilijk?
Van Driel: Nee, eigenlijk niet. Neem nu Lolita, dat boek van Nabokov. Als je dat leest, dat kun je toch ook helemaal begrijpen? Ik denk niet dat het zo moeilijk is je daarin te verplaatsen. Ik ga er zelf van uit: pedofilie is een gegeven, net als homofilie. De tragiek van de pedofiel is dat-ie er enerzijds niets kan aan doen dat-ie zo is, maar hij kan er anderzijds ook niets mee doen.
GUIDO: Waarom heb je die pagina's eigenlijk in zwart-wit gemaakt?
Van Driel: Ik wilde laten zien dat deze moordenaar heel erg vervreemd is van de realiteit. Voor hem is het dagelijks bestaan buitengewoon flets. In het begin, in z'n droom, zegt-ie het ook: "Ik vind m'n dagelijks leven kleurloos, maar wanneer ik droom is het in kleur."
Nederland is Amsterdam niet
GUIDO: Als wij aan Nederland denken, denken we meteen aan het onstuimige Amsterdam. Maar in je boek schets je eigenlijk het echte Nederland, vol saaie, truttige voorstadswijken.
Van Driel: Dat ben ik helemaal met je eens. Het beeld dat mensen van Nederland hebben, wordt in grote mate bepaald door de hoofdstad, met z'n open, tolerante, rebelse houding. Terwijl je die wijken zoals ik ze getekend heb, met rijtjeshuizen en tuintjes, overal in Nederland aantreft. De meeste mensen willen niets liever dan zo'n huis met een tuintje. Dat vreet waanzinnig veel ruimte. Iedereen zit tegenwoordig te mopperen dat Nederland volloopt, en dan denk ik: kom in de grote stad wonen in plaats van alles vol te bouwen. Maar ik ben dan ook een typische grootstadsmens. Ik mag er niet aan denken om in zo'n wijk te wonen. (lacht)
Tolerantie is gemakzucht
GUIDO: Is Nederland na Pim Fortuyn een inspirerender plek geworden voor een verhalenverteller?
Van Driel: Als verhalenverteller zou ik overal wel inspiratie kunnen vinden. De meeste verhalen zijn drama's tussen mensen, en daar heb je niet echt een kleurrijke politieke achtergrond voor nodig. Tot dusver hadden jullie daar een patent op, maar nu doen wij toch wel een aardige duit in het zakje. (lacht)
GUIDO: Tja, wij hadden schouderophalend zoiets van: join the club...
Van Driel: (lacht) Ja, dat vind ik wel leuk, dat Nederland nou eindelijk eens beseft dat het niet zo uitzonderlijk is in de 'grote boze wereld'. Het modelvoorbeeld van Nederland als tolerante voorbeeldmaatschappij ligt helemaal in duigen, en ergens vind ik dat heel gezond. We waren buitengewoon zelfgenoegzaam geworden, vond ik. Tolerantie, da's voor een groot deel toch ook gemakzucht en onverschilligheid.
GUIDO: Ah?! Leg 'ns uit?
Van Driel: Ik denk dat die typisch Nederlandse overlegcultuur leidt tot conflictvermijding. Dat maakt de Nederlandse samenleving behoorlijk complex om te begrijpen. Een buitenstaander denkt aanvankelijk: o wat leuk, open en tolerant. Maar wat je hier wel hebt, is dat mensen elkaar heel duidelijk laten merken waar het op staat. Nee is nee, weet je. Je krijgt het gevoel dat iets kan, maar eigenlijk kan het helemaal niet.
Herbert De Paepe