The dancer upstairs : ¡Viva el presidente Ezéquiel!
The dancer upstairs is het regiedebuut van John Malkovich. Het siert die man dat hij zijn invloed heeft aangewend om een zeer on-Hollywoodiaanse film te draaien, in het Spaans, zonder Amerikaanse sterren, en zelfs zonder cameo voor zichzelf. The Dancer Upstairs is een wondermooie, heel gestileerde verfilming van het gelijknamige boek van Nicholas Shakespeare. Die volgde als journalist de zoektocht naar de Peruaanse superterrorist Abimael Guzmán, leider van Sendero Luminoso, het Lichtend Pad.
Shakespeare pende zijn ervaringen neer in romanvorm; Malkovich zag er een film in. En wat voor één. Op bevreemdende, nooit aflatende muziek van Alberto Iglesias en Pedro Malgheas componeert Malkovich een film als een sonate, een betoverend en tegelijk beklemmend portret van het leven in een stad die langzaam wordt gewurgd in een strop van rituele terreur. Hoofdpersonage is Agustin Rejas, een politie-inspecteur die de mythische terroristenleider (in de film presidente Ezéquiel genoemd) op het spoor is en tegelijk zijn persoonlijk leven ziet verkruimelen.
The Dancer Upstairs is een film die met een bijna poëtische afstandelijkheid observeert hoe een vuile oorlog weegt op een stad, zoals Le Regard d'Ulysse van Theo Angelopoulos dat zeven jaar geleden deed voor Sarajevo. Heel akelig, bijna overgecultiveerd, blind geweld als choreografie, een bloedmooi ballet van vlees en vuurwerk. John Malkovich blijkt even rijk als regisseur dan als acteur. Zijn debuut is een film om naar te luisteren.
(JC)