The story of my life: Kinderen van BV’s over hun studententijd
Naast een neus, kin of kaaklijn die de wereld toont dat ze de vrucht zijn van die ene bekende Vlaming, hebben kinderen van BV’s nog heel wat meer te bieden. GUIDO zocht, vond en sprak met drie studenten die het ondanks die achternaam helemaal zelf moeten waarmaken, en dat doen ze elk op hun manier.
Arne – zoon van Frank – Focketyn (21)
Acteur (Het Eiland, In De Gloria, Man Bijt Hond…)
“Nadat ik het zoontje speelde in Vaneigens kreeg ik nog enkele andere mooie rollen aangeboden, maar die heb ik bewust geweigerd.”
"Ik ben afkomstig van Essen, dat ligt in het linkse bultje bovenaan als je de kaart van België bekijkt. Redelijk ver van Brussel, waar ik nu het vierde jaar aan het Rits audiovisuele kunsten studeer – film en regie – en daarom mocht ik de eerste twee jaar op kot. Ondertussen woon ik al een jaar opnieuw thuis en hebben we een regeling getroffen met de auto, omdat ik voor praktijkoefeningen toch veel op pad ben. Minder en minder theorie dus, en gelukkig maar, want ik ben eigenlijk geen goede student. Echt, écht niet. Ik kan wel geboeid zijn door iets nieuws, maar laat mij geen honderd bladzijden uit het hoofd leren. Ik denk liever zelf na. Ik vergelijk het soms wel eens met mijn broer die de Mont Ventoux oprijdt. Als ik mij zou inspannen, zou ik misschien wel boven geraken, maar ik zie er gewoon het nut niet van in. Ik durfde nu en dan ook wel eens spieken bij theoretische examens. In ’t middelbaar zijn er onoplettende leerkrachten, dus daar is het niet echt moeilijk. In ’t eerste jaar hoger zaten we met zestig in een zaal, dus konden we achteraan rustig de antwoorden doorfluisteren. Maar ’t is niet altijd mogelijk om vals te spelen, en zeker in een praktijkgerichte studie moet je ’t voor jezelf waarmaken. En buiten een schoonheidsfoutje van twee herexamens in het tweede jaar ben ik altijd mooi geslaagd geweest. Vorig jaar heb ik zelfs mijn bachelorjaren afgesloten met onderscheiding. Mijn ouders hebben me daarin trouwens goed begeleid. 'Als gij ’t niet doet, gaat niemand het doen,' zeiden ze altijd. Ik had ook wel een goeie truc: ’s avonds spraken we met een stuk of zes, zeven mensen af op Skype om alle bladzijden te overlopen. Wie iets niet verstond of over het hoofd had gezien, kreeg dan uitleg van de anderen. Dat bleek altijd heel nuttig te zijn."
"Erik Van Looy en Jan Verheyen blinken natuurlijk uit als regisseurs in België, maar zij zijn slechts het topje van de ijsberg. Zo is er bij elk televisieprogramma een regisseur nodig, en die zijn allemaal niet bekend. Of ik niet liever wou acteren? Omdat ik vroeger onder andere het zoontje speelde in Vaneigens kreeg ik nog wel aanbiedingen, ze vroegen me bijvoorbeeld om Billieke te spelen in FC De Kampioenen, maar die rollen heb ik bewust geweigerd. Als kind heeft dat hele gedoe een grote impact gehad op mij. Als ik ergens kwam met mijn vader, werd ik vaak herkend, en op de duur dacht je dat je herkend werd, zelfs al was dat eigenlijk niet zo. Nu kan ik dat allemaal wat beter plaatsen. Ondertussen ben ik al twaalf jaar ouder en herkennen ze me natuurlijk ook veel minder. Of ik in mijn vader zijn voetsporen wil treden? Mmm, ik weet het niet hoor. Je mag het echt niet onderschatten. De opleiding is heel zwaar, en mentaal moet je sterk zijn."
"Ik heb heel lang niet naar de opnames willen kijken, omdat ik heel kritisch ben voor mezelf. Om diezelfde reden weiger ik ook om naar het eindresultaat van de projecten te kijken die ik voor school maak. Naar de series en zo waar mijn vader in meespeelt, kan ik wel kijken. In De Gloria en Het Eiland vond ik persoonlijk echt hilarisch. Ik moet wel toegeven dat ik mijn vader strenger beoordeel dan bijvoorbeeld Wim Opbrouck. Gewoon omdat ik mijn vader veel beter ken. Soms kan ik zelfs denken: zo doet hij bij ’t ontbijt ook! (lacht)"
Marie – dochter van Piet – Huysentruyt (20)
Chef-kok (Lekker Thuis, SOS Piet…)
“Ik belde vaak naar mijn vader: ik heb dat en dat en dat in de koelkast liggen, wat kan ik daarmee maken?”
"Toen ik negen of tien jaar was, zijn we met ons gezin naar Frankrijk verhuisd, in de buurt van Lyon. Ik begrijp dat mensen het moeilijk vinden om alles zogezegd achter te laten, maar ik zag het meer als een eeuwigdurende vakantie. Ik ben mijn ouders ook heel dankbaar, want ik zou een heel andere opvoeding gekregen hebben mocht ik in België gebleven zijn. Ik heb dus in Lyon gestudeerd en zo heb ik net een bachelordiploma Engels en Chinees op zak. Een jaartje te vroeg eigenlijk, want ik zat een jaar voor. Of ik wil gaan werken? Absoluut nog niet, maar wat ik dan nog ga studeren? Geen idee. Frustrerend! ’t Enige dat ik zeker weet, is dat het iets moet zijn rond sinologie, want ik heb het laatste jaar volledig in China gestudeerd en ik wil die taalkennis echt niet laten verloederen. De master Langues Etrangères Appliquées behalen misschien? ‘t Was wel raar hoor, daar toekomen en les volgen aan de universiteit terwijl de taal je letterlijk en figuurlijk als Chinees in de oren klinkt. Maar zo heb je ze natuurlijk wel veel sneller onder de knie. Je krijgt sowieso wel een grote shock als je daar landt, want het cultuurverschil is enorm. Neem nu bijvoorbeeld de eetgewoontes. Daar eten ze met hun mond open, en willen ze ondertussen nog praten, dan doen ze dat ook. Toen ik de eerste keer met een echte Chinees aan tafel zat, schrok ik mij dan ook een bult. Ik dacht gewoon dat die totaal geen manieren had, maar blijkbaar eet iedereen zo. Ook het schoonste meisje. Maar ik kan zoveel voorbeelden geven. Er is daar ook ongelooflijk veel gebeurd… Zowel positief als negatief, maar ik heb nog geen seconde spijt gehad van mijn trip."
"Het kooktalent van mijn papa heb ik jammer genoeg niet overgenomen. En ik had op kot geen diepvries, dus ik kon die ook niet volsteken met diepgevroren schotels die mijn papa op voorhand prepareerde. Wel belde ik hem af en toe: 'Ik heb hier dat en dat en dat, wat kan ik daarmee maken?' en zo kon ik toch nog een lekkere maaltijd bereiden. Mijn broer heeft die creativiteit en handigheid wel, maar ik zet liever mijn hersenen aan het werk. Mijn mama zei vroeger wel eens: ‘Je studeert niet genoeg!’ maar uiteindelijk ben ik altijd geslaagd geweest en ik weet zeker dat ik dat zonder die druk ook zou gekund hebben. Ik heb dat trouwens bewezen in China. Discipline is nodig. Zeker in een richting als de mijne, want talen moet je regelmatig oefenen en je moet echt je kennis onderhouden. Ik kan dan ook de geskipte lessen op één hand tellen. Nu kom ik over als een gigantische nerd zeker? (lacht) Dat is niet zo hoor, ik ben ook echt een uitgaander. Vroeger was ik misschien een modelkindje, maar in China is dat allemaal veranderd. Daar ben ik veel onafhankelijker geworden. Volwassener ook, en daar hebben mijn ouders het soms wel een beetje moeilijk mee. In Lyon ziet het uitgaansleven er trouwens anders uit dan in België. Hier kan je gerust met twee op café, maar daar ga je enkel met een grote bende uit. En in China is het al helemaal bizar. Daar heb je op de benedenverdieping de bar en boven allemaal verschillende kamertjes of compartimenten om de mensen wat meer privé te gunnen."
Emily – dochter van Fientje – Moerman (21)
Politica (Open VLD)
“Ooit was ik zo zat dat ik begon te kotsen op de labojas van de schachtentemmer. Ik zie de courgette- en paprikabrokjes er nog altijd op plakken.”
"Van jongsaf aan werd er bij ons thuis veel over politiek gebabbeld en gediscussieerd, en ik was er dan ook van overtuigd dat ik in de politiek zou stappen om zo de wereld te veranderen. Maar daar ben ik ondertussen van afgestapt, omdat ik zowat een degout heb gekregen van het feit dat politici die zoon of dochter zijn van een bekende politicus door hun achternaam ofwel gerespecteerd, ofwel net afgerekend worden. Ik wil dat het volk Emily ziet en niet Moerman, als je begrijpt wat ik bedoel. Dat is eigenlijk the story of my life, want ik krijg er wel vaker opmerkingen over. Mijn vrienden weten dat ik mijn ma niet ben. En soms lachen we wel eens: 'Gehoord wat ze dit weekend gezegd heeft?' Van onbekenden zou ik dat niet kunnen verdragen, maar mijn vrienden mogen dat. (lacht) Nu spreekt het bedrijfsleven mij veel meer aan dan de politiek en zou ik later, als ik oud en wijs genoeg ben, wel zelf een bedrijf willen opstarten. Met dat doel voor ogen ben ik drie jaar geleden met de studies handelsingenieur gestart aan de Solvay businessschool in Brussel. Beetje raar misschien dat ik gekozen heb om in Brussel te studeren en te leven als je weet dat ik in Gent woon, maar Gent ken ik echt door en door en het werd voor mij tijd om een nieuwe stad te verkennen. Ik wou ook niet gewoon de rest van de troep uit het middelbaar volgen."
"Toen ik naar het middelbaar ging, wou ik supergraag op internaat in Turnhout. In het begin mocht ik niet van mijn ouders, maar toen zij later voortdurend in het buitenland zaten, besloten ze dat dat de beste optie was. Helaas had ik ondertussen tijdens het eerste jaar al vrienden gemaakt in de Gentse Voskenslaan, dus deed het toen toch pijn om hen achter te laten. Maar als ik nu terugkijk naar wat ik in dat Jezuïetencollege heb bijgeleerd, zou ik absoluut niet meer willen ruilen. Daar werken ze rond een opvoedingsproject dat je niet alleen kennis bijbrengt, maar ook kritisch leert nadenken. Bovendien motiveren ze je er ook om je te engageren op school. Bijgevolg zat ik in de leerlingenraad en hielp ik daar het galabal organiseren, en daarnaast maakte ik ook nog deel uit van de raad van verdraagzaamheid. In dat kader ging ik babbelen met kinderen uit de lagere jaren van de school om pesten tegen te gaan."
"Of ik een voorbeeldige student ben? Laat ik het zo stellen: in de zomer domineert het feestbeest in mij, en in de blokperiode neemt het blokbeest het volledig over. Dat is dan echt nodig, want in het jaar probeer ik enkel en alleen mijn cursus in orde te houden en soms lukt dát zelfs niet. Ik ga echt graag uit, zowel in Brussel als in Gent en Leuven. ’t Is trouwens ook een goeie manier om contact te houden met al mijn vrienden, ook degenen die al zijn afgestudeerd. Natuurlijk gebeurt het wel eens dat ik een glaasje te veel op heb (lacht). Op mijn eerste cantus als schacht bijvoorbeeld. Toen namen we het in een wedstrijdje ad-fundumdrinken op tegen het bestuur en werd ik na een tijdje zo zat dat ik begon te kotsen op de witte labojas van de schachtentemmer. Ik zie de paprika- en courgettestukjes die ik eerder had gegeten er nog altijd op plakken. (lacht) Ondertussen zijn we goede vrienden geworden, en nu en dan durft hij me dat nog wel eens doorsteken. Ach ja, je hebt maar één studententijd hé."
(SVR)