Altiplano
Het Vlaams-Amerikaanse cineastenkoppel Peter Brosens en Jessica Woodworth heeft iets met desolate vlaktes. Ze woonden jarenlang in Mongolië en draaiden er onder meer de prachtfilm Khadak. Voor hun nieuwe prent Altiplano hebben ze de camera's naar het Andesgebergte verplaatst, waar in een indianendorpje de mensen één voor één blind worden door kwikvergiftiging.
Uit onmacht en woede vermoorden ze een Belgische oogchirurg (Olivier Gourmet, de beste acteur van Wallonië), waarna diens vriendin naar Peru afreist om samen met de dorpelingen haar eigen en tegelijk ook hun verdriet te verwerken. Toen Peter Brosens zijn film kwam voorstellen op het Filmfestival Gent, raadde hij het publiek aan ervan te genieten als van een schilderij of een stuk muziek. Altiplano is ervaringscinema, zo sprak hij. Brosens heeft gelijk, want deze film moet het hebben van trage travellings door weidse landschappen, onder aanzwellende epische muziek. Toch wil het epitheton 'ervaringscinema' in het geval van Altiplano niet zeggen dat er geen verhaal wordt verteld. Integendeel, want de film is naast een bloedmooi theatraal kunstwerk ook een ecologische aanklacht, een hartverscheurende ontleding van wat verlies doet met een mens en een antropologische studie van de zeden en gewoonten in een afgelegen dorpje op de Peruaanse hoogvlakte.