De mannenplaneet "Mannen kunnen het geslacht van hun baby bepalen. Man is in control!"
Dr. Jos zit met een pasgeboren baby op schoot. "Onze Jean-Marie," zegt hij trots terwijl hij het neusje van de boreling kietelt. "Je kent dat: je haalt een jong en fris wijf in huis, en vroeg of laat wil ze een kleine. Wat doet een vent dan? Zijn plicht!" Dr. Jos op de mannenplaneet.
Na de felicitaties, de klapzoenen aan mevrouw Dr. Jos, de champagne en de suikerbonen, legt de dokter de kleine Jean-Marie in z'n bedje en installeren we ons aan zijn bureau. Dat zo'n ingrijpende gebeurtenis in het leven van de arts hem zou inspireren tot een nieuwe theorie, spreekt voor zich.
Dr. Jos: Een kleine, allemaal goed en wel: ik wou vooral een jongen. Ik wou een Jean-Marie!
GUIDO: Aha, u hebt het geslacht van uw baby vooraf laten bepalen bij Dr. Frank Comhaire in Gent?
Dr. Jos: (geïrriteerd) Niks Comhaire. Waarom zou ik 6000 euro neertellen voor iets wat ik zelf gratis en voor niks in de hand heb? Letterlijk!
GUIDO: Pardon? U beweert dat u zelf het geslacht van uw baby hebt gekozen?
Dr. Jos: Dat zal wel zijn! Onthoud het voor eens en voor altijd: we leven op een mannenplaneet. Man is in control, en dat is wetenschappelijk heel makkelijk aan te tonen. Klaar voor een lesje reproductieve biologie?
GUIDO: (met pen en notitieblok in aanslag) Altijd, dokter!
Dr. Jos: Allright. Je kent ongetwijfeld het principe van de bevruchting: een eicel en een zaadcel versmelten met elkaar. Een eicel bevat een X-chromosoom, een zaadcel ofwel een X- chromosoom, ofwel een Y-chromosoom. Als een X-spermatozoïde de eicel binnendringt, krijg je een meisje, in het geval van een Y-chromosoom wordt het een jongen. Nu maakt een gezonde man ongeveer evenveel spermatozoïden aan met X-chromosomen als met Y-chromosomen. In principe krijg je dus 50% kans op een jongen, 50% op een meisje. Maar!
GUIDO: Maar?
Dr. Jos: Maar… de sex ratio in België is 51,41%, wat wil zeggen dat er iets meer jongens worden geboren dan meisjes. Hoe komt dat? Waar komt die afwijking vandaan? Probeer het eens, Van Caesbroeck?
GUIDO: Echte mannen produceren meer Y-spermatozoïden?
Dr. Jos: Neen, dat kan je niet controleren. Nog eens. Shoot!
GUIDO: De vrouw houdt selectief sperma van een bepaald geslacht tegen?
Dr. Jos: De vrouw doet juist niks. Wat heb ik daarnet gezegd? Man is in control! Next!
GUIDO: (denkt verwoed na) Euh… de bevruchte eicellen worden selectief ingenesteld?
Dr. Jos: (schudt zijn hoofd) Neenee, je komt er niet. Zwijg maar al. Het zit zo: van 1900 tot 1970 is de sex ratio in onze contreien gestegen. Er werden dus meer jongetjes geboren. Dat is te verklaren door de vooruitgang van de geneeskunde in die periode: minder miskramen. De sex ratio bij de conceptie is altijd al hoger dan 50% geweest, maar veel van die jongetjes haalden het niet, zodat de sex ratio bij de bevalling iets lager lag. Je moet weten: elk jongetje is hormonaal sterk verschillend van zijn moeder, en daarom verloopt zo'n zwangerschap met meer risico. Eigenlijk kan je stellen dat elke man gehard naar buiten komt na negen maanden in een vijandige omgeving vertoefd te hebben. (lacht hartelijk)
GUIDO: U haalt de macho in me naar boven, dokter.
Dr. Jos: Geen dank. Maar goed, daarmee is die hoge sex ratio bij de conceptie nog niet verklaard. Hoe komt het dat er iets meer mannelijke embryo's zijn dan vrouwelijke? Ik zal het je zeggen, want je raadt het toch nooit: dit verschijnsel heeft alles te maken met de seksuele frequentie.
GUIDO: Hoe dikwijls we het doen?
Dr. Jos: (knikt) Precies. Kijk, wat is een Y-chromosoom? Dat is eigenlijk een stukje van een X-chromosoom, en weegt dus wat lichter. Een Y-spermatozoïde is bijgevolg beweeglijker en energetischer dan een X- spermatozoïde. In de race naar de eicel geraakt die het verst, snap je?
GUIDO: Mja… Maar ik zie niet in wat dat met seksuele frequentie te maken heeft.
Dr. Jos: Heel simpel: hoe meer je sekst, hoe duidelijker dat verschil wordt. Y-spermatozoïden raken verder. Met andere woorden: hoe hoger in de eileider je gaat kijken, hoe hoger de kans dat je Y-sperma tegenkomt. Vooral bij dagelijkse seksuele frequentie: dan is er constant nieuwe aanvoer van energetische Y-spermatozoïden hoog in de eileider. En als er vrijwel constant sperma aanwezig is op die plaats, is de kans ook groot dat de bevruchting juist na de eisprong plaatsheeft. Je weet dat een eicel 'springt' in de eierstokken en de daaropvolgende dagen steeds verder neerdaalt in de eileider. Bij hoge seksfrequentie wordt de eicel al helemaal in het begin bevrucht, nog voor ze aan die weg naar beneden kan beginnen. En wat zit daar hoog in die eileider? Y-spermatozoïden, kleine machootjes. Resultaat: veel kans op een jongen.
GUIDO: Dus om uw Jean-Marie te krijgen…
Dr. Jos: Heb ik een maand lang prestaties van atletische proporties neergezet, dat kun je wel zeggen ja. (lacht voldaan)
GUIDO: Een straffe theorie, dokter. Kunt u die ook staven?
Dr. Jos: Natuurlijk. Neem nu de aardbeving in Kobe, Japan in 1995. Een ramp die honderdduizenden mensen dakloos maakte. Privacy weg, dus er werd veel minder gepoept. Resultaat? Negen maand later werden er opvallend veel meisjes geboren in Kobe, al was het algemene geboortecijfer uiteraard sterk gedaald. Tijdens de Tweede Wereldoorlog: hetzelfde fenomeen. Maar negen maand na de bevrijding, nadat de blozende oorlogsmaagden wekenlang euforisch hadden liggen rollebollen met de Canadezen, was er een babyboom met heel veel jongens. En zo kan je nog meer steekproeven doen. Klopt altijd. Piloten?
GUIDO: Die hebben meer meisjes?
Dr. Jos: Juist, want ze doen het onregelmatig. Enfin, met hun eigen vrouw dan toch. Pornoacteurs?
GUIDO: Meer jongens.
Dr. Jos: (knikt) Italianen?
GUIDO: Jongens!
Dr. Jos: Yep. Noren?
GUIDO: Jongens!
Dr. Jos: Inderdaad. Lezers van Kerk & Leven?
GUIDO: Meer meisjes.
Dr. Jos: Juist. Rokers en zieke ouders?
GUIDO: Meisjes!
Dr. Jos: Correct. En zo kunnen we doorgaan. Interessant onderzoek daaromtrent is gevoerd bij geïsoleerde populaties op eilandjes in Polynesië en in afgelegen Finse parochies. Daar blijkt de seksuele frequentie als het ware vanzelf omhoog te gaan bij een mannentekort, en omlaag bij een mannenoverschot. Sommige herten- en vogelsoorten kunnen dit zelfs perfect regelen: in goede tijden gaan ze meer mannetjes kweken, in slechte tijden meer wijfjes, om de soort in stand te houden.
GUIDO: Fascinerend!
Dr. Jos: Zeg dat wel. Ze hebben zelfs harems in Afrika en het Midden-Oosten onderzocht, en daarin blijken meer jongetjes geboren te worden als de vrouwen samenwonen dan als ze aparte woonvertrekken hebben. Kan je nagaan wat voor orgiën daar plaatsvinden! Waarom ben ik daar niet geboren?
GUIDO: Ach, u hebt het hier niet slecht: een mooie vrouw, een kloeke zoon… Nu nog een meisje en uw koningswens komt uit!
Dr. Jos: Lijk ik op Albert misschien? Maar het is interessant dat je dat zegt: de koningswens - eerst een jongen, dan een meisje - komt meer voor dan je statistisch zou verwachten. Weer een bewijs van mijn theorie: in het begin worden de pannen van het dak geneukt, en daarna, als er al een kleine is, wordt dat een stuk minder. Resultaat: eerst een jongen, daarna een meisje. 't Is een mannenplaneet, vriend!
René Van Caesbroeck
Dr. Jos beveelt geïnteresseerden volgende verhelderende lectuur aan:
West e.a., Sex ratios, Heredity., 2002
Clutton-Brock e.a., Sex ratio variation in mammals, Q-Rev-Biol., 1986
Hamilton, Extraordinary sex ratios, Science., 1967
Kruuk e.a., Population density affects sex ratio variation in red deer, Nature., 1999
Nager e.a., Experimental demonstration that offspring sex ratio varies with maternal condition, Proc-Natgl-Acad-Sci USA., 1999
James, Secular movements in sex ratios of adults and of births in populations during the past half-century, Hum-Reprod., 2000
Bromen e.a., Change in male proportion among newborn infants, Lancet., 1997
Parazzini e.a., Trends in male:female ratio among newborn infants in 29 countries from five continents, Hum-Reprod., 1998
Davis e.a., Reduced ratio of male to female births in several industrial countries, JAMA., apr. 1998
Fukuda e.a., Decline in sex ratio at birth after Kobe earthquake, Hum-Reprod., 1998
James, The data sources which may help strengthen the epidemiological evidence for the hormonal hypothesis of sex determination in man, Hum-Reprod., 2001
Alpert, Where have all the boys gone?, Scientific-American., jul. 1998