De studententijd van Wouter Hendrickx
Hoe het met jullie zit, weten we niet, maar wij zijn nog altijd niet bekomen van de formidabele acteerprestatie die Wouter Hendrickx neerzette als nonkel Petrol in De Helaasheid der Dingen. Ondertussen is hij opnieuw op het grote scherm te zien als onderwaterfotograaf Xavier in Adem, de pakkende debuutfilm van Hans Van Nuffel.
"Studentendopen en cantussen, dat was niet aan mij besteed."
Wouter kan je ook aan het werk zien in diverse toneelproducties, en als de VRT de eerste afleveringen van Witse eindeloos blijft herhalen, zal je hem waarschijnlijk nog dikwijls terugzien als assistent-commissaris Dimi Tersago. Kortom, Wouter Hendrickx is een rasacteur en heeft daar ook voor gestudeerd.
GUIDO: Kon je het thuis vlot verkopen toen je op je 18de naar de toneelschool vertrok?
Wouter:Ja hoor. Ik had trouwens geen alternatief. (lacht) Als de toneelschool niet gelukt was, zou ik niet geweten hebben wat ik moest doen. In het middelbaar zat ik in de Latijn-Griekse, maar in het vijfde ben ik naar de kunsthumaniora in Brussel getrokken. Daar kon je woord en toneel volgen. Daarna heb ik toelatingsexamens gedaan in Antwerpen, en ik mocht zowel op het Conservatorium als op Studio Herman Teirlinck beginnen. Ik heb voor de Studio gekozen, en thuis hebben ze me daar altijd in gesteund.
GUIDO: Die opleiding is niet van de poes. Les volgen op zaterdag...
Wouter:Ik ben al twaalf jaar afgestudeerd, en inderdaad: in het eerste jaar kregen wij op zaterdagvoormiddag les. Dat is vandaag niet meer het geval. Niet van de poes... (blaast) Ik ga niet beweren dat het een fluitje van een cent was, maar ik vind dat er veel indianenverhalen de ronde doen over studeren aan Studio Herman Teirlinck.
GUIDO: Indianenverhalen die worden gelanceerd door acteurs die daar zelf hebben gestudeerd.
Wouter:Klopt. Blijkbaar kun je die opleiding op verschillende manieren ervaren. Ik kan er eigenlijk alleen maar positieve dingen over vertellen. Ik heb graag op die school gezeten, heb er veel geleerd en heb er les gekregen van heel interessante mensen. Er liepen uiteraard ook een paar uilen rond, maar over het algemeen is het echt een heel goede ervaring geweest voor mij. Ik heb daar nooit een ajuin of een bloemkool moeten spelen en ik ben al evenmin persoonlijk zodanig afgekraakt dat ik nadien geïnterneerd moest worden. (lacht)
GUIDO: Klopt het dat studenten van de toneelschool zelden het Mechelseplein verlaten?
Wouter:Daar is iets van, maar dat was geen bewuste keuze. Wij voelden ons niet beter dan andere studenten of zo. We wilden ons niet bewust apart gedragen, maar we bleven bijna vanzelf hangen in de cafés rond de school. Voor de studenten van de Academie, of van de sociale hogeschool aan 't Zuid, gold dat al evenzeer. Die bleven ook in hun eigen wijk plakken.
GUIDO: Antwerpen is gewoon te groot?
Wouter:Zo groot is Antwerpen nu ook weer niet. Nee, het Mechelseplein, en vooral de Pallieter, fungeerde eigenlijk als een soort verlengde van de Studio. De Pallieter, dat was de refter van de Studio. Daar sleten we vele uren, maar nadat ik was afgestudeerd, ben ik daar nog zelden geweest. Er is niets speciaals aan die Pallieter hoor. Een donker, ongezellig hol. Als ik daar nu binnenstap, begrijp ik niet meer waarom ik daar zoveel uren mijn tijd heb zitten te verdoen. Maar toen ervaarde ik dat als gezellig. Een plek vol mensen die je kent, die allemaal met hetzelfde bezig zijn als jij.
GUIDO: Een beetje zoals een studentenclub?
Wouter:Ja, maar dan wel één die spontaan ontstaat. Je kan het niet vergelijken met een universiteit met duizenden studenten. Je studeert in kleine groepen aan de Studio: twintig man in het eerste jaar, en nadien wordt dat alleen maar minder. Iedereen kent iedereen. Anoniem in een hoekje zitten, dat kan daar niet.
GUIDO: Heb je nooit zin gehad om eens van het klassieke studentenleven te proeven?
Wouter:Nee. Ik heb daar niet bij stilgestaan. Ik heb nooit het idee gehad dat ik iets aan het missen was. Studentendopen en cantussen, dat was niet aan mij besteed.
(HDP)