Submarino
De eerste twintig minuten van Dogma-pionier Thomas Vinterbergs nieuwe film Submarino zijn zo bikkelhard en genadeloos dat je denkt dat de regisseur van Festen definitief de nihilistische toer is opgegaan.
Twee jonge broertjes met een doorzopen moeder zetten zelf een fles drank aan hun lippen, en ondertussen sterft hun babybroertje in zijn wiegje. Zoals een perverse natuurwet het blijkbaar wil, zorgt die tragische gebeurtenis ervoor dat later de broers op hun beurt aan lager wal geraken. De oudste komt net uit de gevangenis, zuipt bier als water en is zo dom bevriend te raken met een seksuele delinquent, die hem opnieuw in ernstige problemen brengt. De jongste broer is een junkie en dealer, die verblind door vaderliefde niet beseft dat hij door zijn onverantwoordelijk gedrag zijn zoontje Martin vroeg of laat hetzelfde pad dreigt op te sturen. Van een aartsdonker portret van het zelfdestructieve leven in de onderbuik van Kopenhagen, evolueert Submarino langzaam maar zeker naar een hartverscheurende en in al z'n lelijkheid bloedmooie film over hoe mensen die liefdeloos zijn opgevoed, hun radeloze best moeten doen om te vermijden dat ook de volgende generatie in een spiraal van (zelf)verwaarlozing terechtkomt. En kijk, dan breekt zowaar een straal van hoop door het grijze zwerk boven de Deense hoofdstad en besef je dat Submarino veel meer is dan de misantropische poel van ellende die de synopsis suggereert.
(HDP)