Image
02/06/2003

Het festivalgevoel van Guy Mortier

Een mens staat er niet bij stil, maar zonder afscheidnemend Humo-hoofdredacteur Guy Mortier (60) hadden de zomers er in ons land misschien heel anders uitgezien. Met zijn kompanen stond hij eind jaren '60 - ook al vanuit z'n reputatie als radiomaker - aan de wieg van de grote rockfestivals zoals we die nu kennen.


"
Toen ik als freelancer bij Humo begon te werken, hebben we van Jazz Bilzen een popfestival gemaakt," vertelt hij. " Dat moet vanaf '66 of '67 geweest zijn. De eerste grote groep die kwam, was Procol Harum, die toen net 'A whiter shade of pale' hadden uitgebracht. Ik was daar bij, en vanaf toen heb ik kunnen meewerken aan die festivals. Later is Herman Schueremans met ons komen praten, en de rest is geschiedenis." GUIDO neemt een duik in het festival- en studentenverleden van de man die zijn volk leerde grijnzen.

 

GUIDO: Eind jaren '60… Was het voor u persoonlijk, als rockliefhebber, toen al niet een beetje te laat?

Mortier: Nee, dat was fantastisch! De mensen die we ophemelden en interviewden in Humo, konden we meteen ook op een podium zetten. Dat was perfect. En ik was pas 25 toen ik begon als hoofdredacteur, dus ik zat daar echt nog middenin. Ik ben ook pas gestopt met T/W te presenteren toen ik dacht: "Ik ken deze muziek niet meer voldoende." Ik was daar nogal radicaal in, ik vond dat ik alles wat ik presenteerde ook heel goed moest kennen, anders moest ik het niet doen. In '98 ben ik ermee gestopt.

GUIDO: Toevallig of niet begonnen ook in die periode de festivals uit hun voegen te barsten: meerdere dagen, verschillende podia, honderden groepen…

Mortier: Tja, ik vond een tweede podium al… (aarzelt) Kijk, we hebben het eerst uitgeprobeerd met een podium in twee delen. Ook om de dingen te laten opschieten, want in het begin gebeurden de overgangen geweldig traag. De techniek is op dat vlak fantastisch geëvolueerd. Indertijd stond iedereen op het podium eerst een tijdlang z'n instrumenten te stemmen, dat was om gek van te worden. Vooral de Hammond-orgels. (lacht) Ik herinner me nog dat het soms úren duurde voor die gestemd waren. Ondertussen werd het 1 uur, 2 uur, 3 uur 's nachts… Dat de hoofdact op Jazz Bilzen pas om 5 uur 's ochtends begon, was meer regel dan uitzondering. Gelukkig hebben ze toen toestellen uitgevonden waarmee je geluidloos gitaren kon stemmen achter het podium. Dat was dus aanvankelijk de gedachte achter die verschillende podia: niet méér brengen, maar zorgen dat de groepen mekaar sneller konden opvolgen: de ene heeft gedaan, en ondertussen staat de volgende ergens anders klaar en kan die direct beginnen. Ik hield daar niet zo van, maar je moet ook rekening houden met het feit dat het muzikale landschap toen ook al redelijk versplinterd was. Er waren zoveel subgenres met heel veel aanhangers, dat je moeilijk nog een festival kon aanbieden met al die verschillende genres op één podium, waar iedereen zijn meug in kon 'ontdekken'. Ik vind het een beetje jammer dat zo het gemeenschapsgevoel is verloren gegaan, maar ik zal wel een ouwe zak zijn zeker? De nieuwe formule heeft veel succes, en het aanbod is ook zo groot dat het nog moeilijk anders kan. 't Is natuurlijk wel leuk dat je zelf je muzikale menu kunt samenstellen, maar met een voor jou onbekende groep kennismaken en dan achteraf met een wow-gevoel terug naar huis gaan, da's toch ook wel leuk, vind ik.

 

Lijfeigenen en 86 trappen

 

GUIDO: In 1961 ging je Germaanse studeren in Leuven. Toen was rock-'n-roll nog relatief nieuw.

Mortier: Ja, en die artiesten kwamen ook nooit optreden in België. Ze maakten altijd omtrekkende bewegingen. Er zat niets anders op dan naar de radio te luisteren. Op de Vlaamse radio was dat heel pover, eigenlijk moest je naar de Engelse Radio Luxemburg luisteren om goeie rock en pop te horen.

GUIDO: Schets eens een beeld van Leuven in die tijd?

Mortier: (zonder nadenken) Er stonden allemaal lemen hutten. En er waren veel lijfeigenen die voor ons de syllabussen kopieerden. Je mocht je lijfeigene ook meenemen naar het examen, en als die het niet kon werd-ie meteen doodgeslagen en moest je in september terugkomen met een betere. Ja, dat waren nog eens tijden! (lacht) Nee, hoe was Leuven toen? Het zag er in elk geval heel anders uit dan nu. Ik zat op kot in de Bondgenotenlaan, boven een restaurant. Dat bestaat niet meer, dat is al lang uitgebrand. Heel kort nadat ik daar weg was trouwens. Enkele minuten, bij manier van spreken. (lacht) The Canterbury heette dat restaurant. Daar zat ik op de hoogste verdieping, vandaar dat ik het kon betalen, het kostte bijna niets. Ik moest 86 trappen doen, ik zal het nooit vergeten. Eens ik beneden was, bleef ik beneden; eens ik boven was, bleef ik boven. Zo heb ik hele winters zien voorbijgaan aan het dakraam.

GUIDO: Was de stad toen ook al een gigantisch caféterras?

Mortier: Neen, je moest toch een klein beetje zoeken. Mijn stamcafé lag op de Oude Markt: Bacchus. Bestaat ook niet meer, denk ik. Er waren niet zoveel cafés als nu, maar er waren er wel genoeg. Als je zin had om iets te gaan drinken, kon dat altijd wel.

GUIDO: Wat voor type student was je?

Mortier: Het eerste jaar heb ik geweldig hard geblokt. Toen ging ik ook niet uit, behalve één of twee keer per week naar de film. Voor de rest was het blokken, en ik was geslaagd. Het tweede jaar ben ik dan een beetje gestopt met naar de les gaan en studeren. (lacht) Toen was ik gebuisd, maar ik had wel enorm veel lol getrapt in de cafés. Met vallen en opstaan is alles ten slotte nog goed afgelopen, maar het heeft wel wat langer geduurd dan de voorziene tijd.

 

De stok van Rocco Granata

 

GUIDO: Hoe sta je tegenover het fenomeen van de studentenfolklore?

Mortier: Omdat ik er zelf heb ingezeten, breng ik daar natuurlijk begrip voor op, maar achteraf denk ik dat ik misschien toch iets nuttigers had kunnen doen. Ik zat in de Geelse club. Die had toen een redelijk goeie naam. Dus: een redelijk slechte naam. (lacht) En met de Antwerpse Gilde heb ik ook nog opgetrokken, maar die kwamen veel minder vaak samen. Je kon mij altijd op die clubavonden en cantussen terugvinden, dat was best gezellig. Je zoekt op die leeftijd naar een soort verbondenheid. Je bent al blij dat je kunt overleven alleen op kot, en dan ontdek je die clubs, en besef je dat je daar kunt praten en zeveren. Maar achteraf, tja… Als ik ze nu bezig zie, denk ik: "Was ik vroeger ook zo zelfingenomen?" Dat zal dan wel zeker? Als student kun je nog zeer onafhankelijk denken, gesteld dat je daar zin in hebt. Je kunt nog ongebreideld je bek opentrekken. Studenten zouden in principe de meest vrije sprekers en actievoerders moeten zijn. Dat is een zeer goed aspect, maar anderzijds houden studenten daardoor ook weinig rekening met de realiteit. Het is goed om met allerhande nieuwe ideeën op de proppen te komen, maar soms zou het leuk zijn als die ook in de realiteit zouden kunnen passen. Ik heb vandaag zelden het gevoel dat studenten iets fantastisch interessants te vertellen hebben. Ik zie ook direct waar de naïviteit de kop opsteekt, maar het studentenidealisme, de goeie ideeën en het engagement - voor zover die nog bestaan - juich ik natuurlijk toe.

GUIDO: Waren studentenjobs toen al in zwang?

Mortier: Weinig. Het enige wat ik gedaan heb is landmeter.

GUIDO: Ah? Moet je daar niet technisch voor geschoold zijn?

Mortier: Je moet vooral een stok kunnen vasthouden. En iemand anders zei dan waar ik die moest steken. Liefst recht. (lacht) Ik ben in die hoedanigheid eens Rocco Granata tegengekomen. Hij kocht land en ik hield de stok recht genoeg opdat hij er later geen spijt van zou hebben. Dat verhaal vertelt hij vandaag nog steeds. Maar verder heb ik eigenlijk geen studentenjobs gedaan. Je mag niet vergeten dat ik als student al interviews maakte en zo, ik maakte radioprogramma's.

 

Doe de letkiss

 

GUIDO: Hoe swingend was het studentenleven in de sixties?

Mortier: Het swingde bij gelegenheid echt wel de pan uit. Ik had toen dat radioprogramma en was al een klein beetje bekend, dus kwam er af en toe wel eens een straffe stunt van ons in de krant. Ze hebben me eens gevraagd om kandidaat Prins Carnaval te zijn. Een van de opdrachten was: zorg dat je in de media komt. Toen zijn we Jos Baudewijn gaan ontvoeren in zijn woonplaats, de populairste radiopresentator van die tijd. We hebben hem gekneveld en met de auto naar Leuven gebracht, waar we hem in het stadhuis 'onthulden' op een receptie.

GUIDO: Schone tijden, toen het onveiligheidsgevoel duidelijk nog moest worden uitgevonden. Nog!

Mortier: Een andere keer heb ik me door mijn clubgenoten laten begraven in een doodskist, die dan over de Bondgenotenlaan werd gedragen van het station tot het stadhuis - alweer! - waar ik opnieuw levend werd. Redelijk uitbundige stunts, en altijd afsloten met het dansen van de letkiss, wat nu ook niet meer bestaat. (zingt) Ra-ta, ra-ta-ta ta ta… Op de pui van het stadhuis. (lacht) Dat soort onnozeliteiten. Ik ben toen nog bij de vice-rector geroepen. Dat was in die tijd zowat het ergste. Je kan dat vergelijken met de inquisitie in de Middeleeuwen, je kon op z'n minst verwachten dat ze daar je ledematen zouden afhakken. Maar het viel mee: die man uitte alleen zijn bezorgdheid omdat ik als student in ongunstige zin in de media kwam. Dat was een redelijk rustig gesprek, en toen ik twee jaar later examen bij 'm deed, heeft-ie me er doorgelaten.

GUIDO: 't Was een ziener… Guy Mortier, bedankt!

 

(HDP)


  • Slider
  • Slider

SOCIAL





 

Job in the picture

  • Slider
  • Slider
  • Slider

Vierde Nachtwacht-film komt eraan, met deze acteurs

Nostalgie troef, want de vierde Nachtwacht-film is in productie, met als titel Het Kristal van het Kwaad. [...]

16/06/2025

Antwerpse studenten verwelkomen vijfde campushond

De studenten van de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen hebben er een wel heel bijzondere studiecoach [...]

13/06/2025

Vierde seizoen van '2DEZIT' laat innerlijke demonen los

Het is bevestigd: 2DEZIT keert terug voor een 4DEZIT. De opnames van het vierde seizoen zijn in april [...]

29/05/2025

GUIDO NV is het nummer 1 Belgische niche-mediabedrijf naar de doelgroep jongeren (studenten in het bijzonder), scholieren en Young Starters

Bruiloftstraat 127, 9050 Gentbrugge
Tel.: +32 (0) 9 210 74 84