Pirates of the Caribbean: The curse of the Black Pearl
In een nog niet zo ver verleden kregen de meest succesvolle blockbusters een attractie in de pretparken van Disney, Universal of Warner Bros. Met
Pirates of the Caribbean: The curse of the Black Pearl is weer een grens overschreden, want nu gaat het voor het eerst om een pretparkattractie die verfilmd werd. Proficiat, Disney. Wat is de volgende stap? De 'papier-hier'-vuilnisbakken van de Efteling die een eigen film krijgen?
Maar goed, overboord met die vooroordelen, het was inderdaad veel te lang geleden dat er nog eens een zwierige piratenfilm was gedraaid. Regisseur Gore Verbinski had met
The Ring bewezen dat-ie wat in z'n mars heeft, en Johnny Depp en Geoffrey Rush in de hoofdrollen, dat zijn toch wel topacteurs. Dus: wat kon er mislopen? De donderkoppen die aan de einder verschenen, de golven opzwiepten en het schuim tegen de boeg deden klotsen hebben een naam: producer Jerry Bruckheimer alias
Mister Bombast, de man die ons tenenkrullende
bigger, longer, louder-spektakels als
Armageddon en
Pearl Harbor bracht, om maar eens een paar sprekende voorbeelden te noemen. Tja, het resultaat is er natuurlijk naar:
Pirates of the Caribbean: The curse of the Black Pearl is véél te groot, véél te lang en véél te luid. Tweeënenhalf uur familiepret rond een flutverhaaltje, daar kom je misschien mee weg als je Spielberg of Zemeckis heet, maar Verbinski verzuipt schaamtelijk tussen de donderende kanonnen. Nog enigszins recht blijft Geoffrey Rush, die een
meane kapitein Barbossa neerzet, maar ook Johnny Depp kiest helaas het ruime sop: zijn Jack Sparrow is een irritante, nichterig gemaquilleerde zeurkous. Nee, dan nog liever de figuranten, want het moet gezegd: voor de piraten hebben de castingmensen een geweldige collectie tronies bij elkaar gezocht. En een hele school stuntmannen, want er wordt wat afgeënterd, -gezwaardvochten en -geknokt. Het is helaas allemaal zo zielloos gebracht dat we niet één keer de opwinding voelden die nog steeds door ons jongenshart raast als we bijvoorbeeld
De Schat van Scharlaken Rackham van Kuifje herlezen. Jammer jammer jammer, en de sequel is helaas al besteld. Deze keer hopelijk met echte piraten in plaats van tot leven gebrachte pretparkpoppen en skeletten die moeizaam uit de 3D-computer zijn gewrongen.
(JC)