Schubben, scherpe tandjes en scalpelachtige klauwen - studenten met bizarre huisdieren
Soms volstaan een goudvis, cavia en chihuahua niet en gaan dierenliefhebbers op zoek naar een huisdier dat net dat tikkeltje anders is. Dat monden openvallen en wenkbrauwen fronsen, trekken ze zich niet aan. Integendeel, want vandaag stellen deze studenten graag hun beestjes aan jullie voor.
CHINCHILLA
Chinchilla’s zijn knaagdieren uit Zuid-Amerika die vroeger vooral gekweekt werden voor hun pels, want die is enorm zacht. Ze zijn zo’n 30 centimeter lang, wegen ongeveer 700 gram en houden zich vooral bezig met klauteren, knagen en rondspringen. Het zijn nachtdieren.
Wie? Katrijn Heselmans uit Tessenderlo, studente marketing aan de KH Leuven
Wat?Chinchilla lanigera (Chinchilla’s)
Veel voorkomende reactie:“Blaft dat niet te veel?”
"Toen de rat van mijn kotgenote stierf, vonden we het maar stil op kot en dus gingen we op zoek naar een nieuw huisdier. Oorspronkelijk wilden we een degu, een knaagdier afkomstig uit Chili, of een gerbil, een woestijnrat. Maar toen we in de dierenwinkel een chinchilla zagen, waren we meteen verkocht. Ik heb altijd konijnen, hamsters en cavia’s gehad toen ik klein was, misschien heeft dat er iets mee te maken. Omdat zulke beestjes niet graag alleen zitten, ben ik bij een fokker een vriendje gaan zoeken. Ondertussen zijn we al zo’n twee jaar de trotse eigenaar van Georges en Linda. Ik heb nog geen moment spijt gehad van mijn aankoop. Het zijn hele leuke dieren en helemaal niet zo moeilijk om te houden. Ze moeten water en eten hebben, zoals elk dier, en daarnaast dagelijks een zandbad met speciaal chinchillazand. Ze hebben ook genoeg ruimte nodig, want het zijn heel actieve dieren. Mijn kooi is bijvoorbeeld een meter breed, 60 cm diep en 120 cm hoog. Op kot liepen ze geregeld eens los rond, maar nu ik naar Leuven pendel en dus weer thuis woon, gebeurt dat niet zo vaak meer. Ze knagen aan alles en mama is daar niet mee opgezet. (lacht) Het zijn best wel slimme dieren en bovendien beschikken ze over een uitgesproken karakter, zo wordt de ene chinchilla graag geaaid, terwijl de andere liever niet wordt geknuffeld. Gelukkig heb ik twee hele lieve exemplaren. En ik ga er nog lang van kunnen genieten, want chinchilla’s worden wel vijftien jaar."
"Als ik tegen iemand zeg dat ik chinchilla’s heb, vragen de meesten: “Blaft dat niet te veel?” En dan moet ik uitleggen dat een chinchilla geen chihuahua is. (lacht) Je kan ze dus ook niet echt iets aanleren, maar ze leren zichzelf wel ‘trucjes’. Chinchilla’s zijn namelijk helden in ontsnappingspogingen. Thuis heb ik ook een kat, een schaap en een ezel, en tot voor kort had ik ook een 40-tal kippen. Later, als ik veel geld en plaats genoeg heb, wil ik nog graag enkele alpaca’s bij, een soort berglama’s uit Zuid-Amerika. Of dat er effectief van komt, zien we nog wel."
LANDSCHILDPAD
Landschildpadden houden wel van pootje baden, maar kunnen meestal niet zwemmen en zouden zelfs verdrinken als ze in dieper water terechtkomen. Ze worden erg groot, erg zwaar en vooral erg oud, zo is er eentje (Adwaitya) die 255 jaar was toen ze uiteindelijk stierf.
ROODWANGSCHILDPAD
Deze schildpadden hebben een duidelijk zichtbare langwerpige helrode vlek net achter het oog. Mannetjes worden maximaal 20 cm, terwijl vrouwtjes langer dan 30 cm kunnen worden en dan rond de 2 kilogram wegen. Ze zijn alleseters, vooral de grote exemplaren dan, die ook wel kunnen genieten van groenten en fruit. Zelfs biefstuk en roze garnalen kunnen ze appreciëren.
Wie? Ruben De Heldt uit Turnhout, student mechanisch ontwerp en productietechnologie aan de Kaho Sint-Lieven in Gent
Wat?Testudinidae (landschildpadden), Trachemys scripta elegans (roodwangsierschildpadden)
Veel voorkomende reactie: “O echt? Waar zitten die? Is da ne levende of wa?”
"Vraag mij niet waarom, maar mijn vader was en is nog altijd zot van schildpadden. We hebben thuis niet alleen een heuse collectie schildpaddenbeeldjes, maar ook twee landschildpadden (Tijl en Stoffel) en vier waterschildpadden. Een daarvan, een roodwangschildpad om precies te zijn, hebben we op de kermis gewonnen als prijs bij het eendjeskraam. De andere hebben we allemaal gekregen van mensen die ze niet meer moesten hebben. Zo is er zelfs eentje gevonden in de goot en dat is door de vinders naar ons huis gebracht, omdat ze wisten dat wij nog andere schildpadden hadden. De eigenaars waren het beestje waarschijnlijk beu. Oké, je hebt er natuurlijk niet veel aan, en ze durven wel eens de bloemetjes vernielen of krassen maken op onze veranda, maar dat stelt allemaal niet veel voor. Ze vragen ook praktisch geen verzorging. Eén keer zijn we met een landschildpad naar de dierenarts geweest, omdat hij een ‘kot’ in zijn schild had waar vliegenlarven zich hadden genesteld. Dat vroeg wel wat verzorging, maar daar is het bij gebleven. Ze zijn ook echt wel fijn om naar te kijken in de zomer. Als ik erover vertel aan mensen die over de vloer komen, vinden ze het wel tof: 'O echt? Waar zitten die? Is da ne levende of wa?'"
"De landschildpadden zijn al over de twintig jaar oud en zijn ook het grootst, ongeveer de helft van een officiële voetbal. Ze eten alles, van gras tot groenten. Het groenafval dat we achteraan de tuin op een hoop verzamelen, is een uitgebreid buffet voor hen. De waterschildpadden, die net iets kleiner zijn, eten al het groen uit de vijver, maar krijgen ook harde kattenbrokken opgediend. Hoe we daarbij zijn gekomen, is me nog altijd een raadsel. (lacht)"
(DWERG)BAARDAGAAM
Baardagamen zijn middelgrote hagedissen met sterke klauwen die wel tot 60 centimeter lang kunnen worden, staart inclusief. De ‘baard’ is een opzetbare keelzak met stekelvormige schubben die naar voren kunnen komen om vijanden te imponeren. De dwergbaardagaam is net iets minder ontwikkeld en heeft een minder opvallende ‘baard’.
LUIPAARDGEKKO
Luipaardgekko’s worden tot 25 centimeter lang, staart bijgerekend. Ze hebben tenen met nagels, zonder zogenaamde hechtlamellen, waardoor ze zich niet kunnen vasthechten aan gladde verticale oppervlakten zoals glas, muren en bomen. Ze hebben hun naam te danken aan hun gele kleur met bruine of zwarte vlekken.
KAMELEON
Kameleons onderscheiden zich van andere hagedissen omdat ze sterk van kleur kunnen veranderen en over speciale ogen, een opgerolde tong en tangachtige poten beschikken die uiterst geschikt zijn voor het grijpen van takken.
Wie? Shana Pardon, studente modeontwerper in Aalst
Wat?Pogona vitticeps (baardagaam), Pogona henrylawsoni (dwergbaardagaam), Eublepharis macularius (luipaardgekko), Chamaeleonida (kameleon)
Veel voorkomende reactie: “Ieuw, die lelijke beesten?”
"Er liepen thuis altijd wel een paar poezen en honden rond. Toen ik twaalf was, mocht ik mijn eigen hondje kiezen. Het is eentje uit een asiel geworden, daar zitten heel veel lieve honden die het verdienen om een tweede kans te krijgen. Bieky, zo noemde ik hem, mocht met ons mee naar huis die dag en tot op heden knuffelen we nog elke dag, al bijna tien jaar lang. Mijn liefde voor reptielen is pas later gekomen, door mijn vriend. Die had al verschillende reptielen toen ik hem enkele jaren geleden leerde kennen. Hij is zelfs eigenaar van Outback Reptiles, een reptielenwinkel in Geraardsbergen. Zo heb ik ze ook leren appreciëren en ondertussen heb ik er zelf al enkele huisdieren bij: baardagamen en dwergbaardagamen, luipaardgekko’s en een kameleon, stuk voor stuk fascinerende dieren met een eigen karakter. Ze hebben allemaal een naam: Tchila, Hinata, Sian, Emiko, Stipie, Tigrou… Mijn persoonlijke favorieten zijn de luipaardgekko’s. Zo heb ik er in verschillende kleuren, van roze tot knaloranje met stippen en zonder. Het leuke aan deze gekko’s is dat ze handtam worden, waardoor ik ze regelmatig uit hun terrarium kan halen. Op die manier zijn ze ook minder bang als ik ze eens naar de dierenarts moet brengen. Niet dat ze vaak naar de dierenarts moeten hoor, ze worden goed verzorgd. Ze leven allemaal in een terrarium, voorzien van de nodige warmte en uv-licht, en aangepast aan hun natuurlijke biotoop. Veel trucjes kan je ze niet leren, maar ze weten wel heel goed waar de doosjes met krekels, wormen, sprinkhanen en vliegen en zo staan. Het voedsel dus."
"De meesten mensen die weten dat ik reptielen heb, snappen het niet. Die veronderstellen onmiddellijk dat ik grote gevaarlijke gifslangen in huis heb, of anaconda’s of zoiets. Tot wanneer ze eens naar de dieren komen kijken, want dan veranderen ze wel van gedacht. Mijn moeder en grootmoeder zijn er intussen wel aan gewend en komen de beestjes eten geven als ik op reis ben. Maar lang blijf ik nooit weg. Ik ben ook niet op kot gegaan, want ik kan ze gewoon niet missen."
KONINGSPYTHONS
Koningspythons zijn over het algemeen rustig en niet agressief. Hoewel ze niet giftig zijn, beschikken ze wel over een stevig stel kaken en venijnige tandjes, wat een beet heel pijnlijk maakt. Ze worden tot anderhalve meter lang.
Wie? Dennis Dils uit groot Antwerpen, student diergeneeskunde aan de Universiteit Antwerpen
Wat? Python regius (koningspythons)
Veel voorkomende reactie: Mannen tonen enorme interesse, vrouwen vinden het eerder vies. Maar uitzonderingen bevestigen de regel.
"Ik heb thuis al twee jaar drie koningspythons, zowat de meest populaire slangen op de markt. Ze komen voor in allerlei soorten kleuren en patronen, en zijn al verkrijgbaar voor 25 euro, maar kunnen ook makkelijk heel wat duurder worden. Het leukste aan deze beestjes is zonder twijfel het mysterieuze, maar ook hoe ze zich gedragen tijdens het voederen. Dat blijft heel spectaculair. Slangen kunnen heel erg variëren wat hun eetgewoonten betreft. Zo kan je een eieretende slang hebben of net een slang die enkel slakken eet. Daarnaast zijn er ook insecteneters en viseters enzovoort, maar de meeste slangen eten muizen of ratten, afhankelijk van de grootte. Mijn slangen zijn allemaal rond een meter lang en dus groot genoeg om halfwas ratten te eten. Afhankelijk van de leeftijd, de grootte en de soort slang kan je een voedingsschema bepalen. Ikzelf voeder mijn slangen om de twee weken een rat. Ik sproei ook elke dag een keer als ik zie dat mijn slangen moeten vervellen. Hierdoor stijgt de luchtvochtigheid, waardoor ze dat beter en in één stuk kunnen doen."
"Omdat een slang een koudbloedig dier is, moet je het terrarium opwarmen tot aan de benodigde temperatuur met behulp van een spot, warmtemat, warmtekabel of nog iets anders. Ikzelf heb houten terraria gebouwd met vals plafond, waarin twee spots zitten. Deze zorgen ervoor dat de luchttemperatuur wordt opgewarmd tot ongeveer 24 graden. Verder heb ik aan een kant van het terrarium onderaan een warmtemat liggen, die plaatselijk 33 graden bereikt, zodat er in het terrarium en warme en koude kant is en ze dus zelf kunnen kiezen welke temperatuur ze willen. Verder is een waterbak natuurlijk ook nog essentieel en zijn er schuilplaatsen aanwezig. Reptielen zijn namelijk heel stressgevoelig en moeten altijd een plek hebben om zich in te kunnen verstoppen zodat ze zich veilig voelen. Ik heb aan de warme kant zelf termietenheuvels nagemaakt waar ze in kunnen kruipen en aan de koude kant kunnen ze zich achter nepplanten verstoppen. Ik ben wel extreem gepassioneerd door slangen en reptielen en ben een enorme perfectionist op dit gebied, dus geen kost is mij teveel. Ik heb al een hoop geld uitgegeven aan deze hobby. Niet alleen aan de slangen zelf, maar ook de terraria, ratten, boeken over reptielen en dergelijke. Ik denk dat ik in 2 jaar tijd makkelijk aan 2000 euro kom."
VOGELSPIN
Vogelspinnen zijn beduidend groter dan andere spinnen. Op enkele giftige en agressieve soorten na zijn de meeste relatief ongevaarlijk en ook van nature niet agressief. Een beet kan je vergelijken met een wespensteek. Gif houdt de spin echter liever voor prooien dan voor vijanden en dus schiet hij eerder brandharen af. Als die in de slijmvliezen en in de luchtwegen geraken, veroorzaken ze ernstige irritatie, hevige hoestneigingen, zwellingen en felle jeuk die wekenlang kan aanhouden.
Wie? An Beernaert uit Leuven, studeerde verzorging
Wat? Theraphosidae (vogelspinnen)
Veel voorkomende reactie: Jongens vinden het maar ‘eikes’, meisjes vinden het meestal tof!
"Aangezien ik klein woon, zocht ik een dier dat gemakkelijk te onderhouden, maar toch heel leuk om naar te kijken is. Ik ben niet echt een katten- en hondenmens, maar via de website 2dehands.be vond ik een vogelspin van amper een maand oud. Toen was het beestje ongeveer een halve centimeter groot, maar ondertussen, een vijftal jaar later, is de spin (citharacanthus livingstoni) volwassen en meet ze al zo’n tien centimeter. Ik heb er ook een tweede vogelspin van dezelfde soort bijgehaald uit een dierenwinkel. Die is net iets ouder en ook net iets groter, twaalf centimeter. Raar maar waar: jongens reageren meestal geschokt, terwijl meisjes het vaak wel leuk vinden. Ik heb in elk geval nog nooit spijt gehad van mijn aankoop. Mijn spinnen zijn belangrijker voor mij dan mannen. (lacht) Als ik even op reis ben, overleven ze het wel, maar toen ik op kot ging, gingen ze gewoon mee."
"Zoals bij elk huisdier moet je ook spinnen eten geven, krekels in dit geval. Per maand moet ik een nieuw bakje krekels kopen. Dat kost zo’n 2 euro. Daarnaast moet ik ook speciale ‘grond’ kopen voor in het terrarium en daarvoor betaal ik om het half jaar tien euro. Qua onderhoudskosten valt het dus allemaal goed mee. De spinnen delen een terrarium, maar zijn wel compleet verschillend van karakter. De ene is eerder wild en wil nooit opgepakt worden, terwijl de andere heel tam is en dus wel af en toe wat extra aandacht krijgt."