The League of Extraordinary Gentlemen
The League of Extraordinary Gentlemen, de zoveelste stripadaptatie van dit jaar, is een bij momenten knap gestileerde avonturenfilm met een nostalgisch tintje. Jammer genoeg explodeert-ie het laatste halfuur in een nodeloos bombastische orgie van special effects, zodat het vleugje magie dat initieel aanwezig was aan flarden wordt gerukt.
Jammer, want het concept van de geniale Britse stripauteur Alan Moore (zie ook
Watchmen en
From Hell) mag er zijn: breng een stel 19de-eeuwse literaire helden samen (Kapitein Nemo, de Onzichtbare Man, Dorian Gray, Dr. Jekyll/Mr. Hyde…) en je krijgt de
League of Extraordinary Gentlemen, een team van superhelden avant-la-lettre die
ass kunnen gaan
kicken in het woelige Europa van net voor de vorige eeuwwisseling. Leuk toch? De scènes waarin Sean Connery de leden van de
LXG gaat ronselen in het Londen van Dickens en het Parijs van Victor Hugo (in werkelijkheid allemaal gefilmd in Praag) zijn in elk geval onweerstaanbaar ouderwets filmamusement. De designers van deze film hebben zich kunnen uitleven, met als hoogtepunt de fantastisch mooie Nautilus, die als een Victoriaanse sabel door de wereldzeeën klieft (en door de Venetiaanse kanalen, duizend bommen!) De bouwstenen van deze prent zijn goud waard, maar er wordt verder door regisseur Stephen Norrington
(Blade) niet bijster veel mee gedaan. De redding van een instortend Venetië is nog op het randje, maar vanaf dan gaat het resoluut bergaf, met een eindeloos
slugfest in een Mongoolse burcht als dieptepunt. Helaas dus, maar toch nog even dit
for the record: vergeet de Hulk,
Mr. Hyde rules!
(JC)