Topontwerper Stijn Helsen
Terwijl alle andere kinderen droomden van een carrière als profvoetballer of astronaut, zat Stijn Helsen met stof te spelen. Lappen stof, bedoelen we dan. En gelukkig maar, want intussen is de 38-jarige Hasselaar uitgegroeid tot een van de topontwerpers van ons land en stak hij zelfs Robbie Williams, Lenny Kravitz, Hugh Grant, Keanu Reeves, Spider-Man Tobey Maguire en de acteurs van Pirates of the Caribbean in een nieuw pak.
“Er zijn veel fabrikanten die T-shirts, shorts en sportkledij kunnen maken, maar een mooi en passend maatpak creëren, dat is vakwerk.”
GUIDO: Tussen ons gezegd en gezwegen, zou je vroeger blij geweest zijn met een bal als verjaardagscadeau?
Stijn: Euh, ik was niet bepaald sportief. (lacht) Nee, architectuur heeft mij wel altijd geboeid en grafische ontwerpen ook, maar uiteindelijk heb ik dan toch gekozen voor een modeacademie in Milaan. Ik kom uit een kleermakersfamilie, dus het was niet onwaarschijnlijk dat ik in deze branche zou terechtkomen.
GUIDO: Jouw opa richtte vroeger een haute couturezaak op en ook je vader was kleermaker.
Stijn: Opgroeien in een modefamilie geeft je natuurlijk wel de nodige knowhow. Je leert al snel de verschillende stoffen kennen en hoe je ze het best kunt combineren.
GUIDO: Je schopte het zelfs tot in Hollywood.
Stijn: Sterren en stylisten van sterren zijn altijd op zoek naar iets nieuws om mee uit te pakken en als je dan één keer wordt gevraagd, gaat de bal aan het rollen. Ze bestellen nog een pak, en nog een, en laten anderen zo ook kennis maken met het merk en de ontwerper Stijn Helsen. Zo’n outfit wordt dan speciaal voor hen ontworpen.
GUIDO: Moet het kledingstuk dan aan verschillende eisen voldoen?
Stijn: Eisen niet nee, maar we krijgen wel input, zodat we weten waarvoor het precies moet dienen: een Oscaruitreiking, een voorstelling van een nieuwe film, voor acteurs in een film zelf… Sowieso moet het wel in onze lijn liggen, anders heeft het geen zin om bij ons aan te kloppen.
GUIDO: Je hebt ook de toga’s van het Hasseltse studenten ontworpen. Neem je die verschillende opdrachten aan om jezelf uit te dagen?
Stijn: Weet je, ik ben zeer geïnteresseerd in een breed beeld van mode. Vroeger maakten de grootste kleermakers toga’s, dus waarom wij ook niet? Momenteel zijn we bezig aan de kleding voor de driehonderd atleten die ons land zullen vertegenwoordigen op de Olympische Spelen in Londen. Het toffe aan een job in de mode-industrie is dat je heel internationaal kan gaan denken. Zoals ik al zei werk ik nu en dan voor de filmwereld in Hollywood, maar ik heb ook in de ateliers van Valentino gewerkt in Rome… Ons werkterrein spreidt zich uit over de hele wereld. Dat houdt het boeiend, maar ik hou ook wel enorm van België. Mijn familie woont hier en mijn bedrijf is hier gevestigd.
Inspiratie
GUIDO: Waar haal je de inspiratie om telkens nieuwe ontwerpen te kunnen presenteren?
Stijn: Bij stoffen die ik zie op beurzen of elders. Ik ga daarop voortwerken, maar ik laat me ook vaak inspireren door wat rond mij gebeurt. Ik kijk bijvoorbeeld naar wat mensen dragen in specifieke situaties, zoals in een restaurant of in musea, of op de luchthaven. Zelf reis ik ook regelmatig. We hebben de luxe dat we maar een paar uurtjes verwijderd zijn van Parijs en Milaan, wat toch heel boeiende steden zijn op vlak van mode én architectuur. Als ik daar alleen op restaurant zit, met een goed glas wijn erbij, kan ik verschillende bladzijden volschrijven met ideeën die me te binnen schieten. Die probeer ik dan om te zetten naar ontwerpen die in mijn lijn liggen. Stukken die commercieel genoeg zijn, zodat het bij een groot publiek in de smaak valt, maar dan afgewerkt met een eigen touch. Uit de honderden ontwerpen die ik gedurende een aantal weken heb getekend, selecteer ik dan samen met mijn team een zestal stuks die we het meest vernieuwend en commercieel vinden en het meest passend bij dat seizoen. Daarna starten we met het tekenen van patronen en even later krijgen we een eerste prototype binnen. Omdat je op een A4'tje niet altijd kunt zien wat het eindresultaat zal geven, gaan we regelmatig rechtstreeks op mannequins of bustes werken, bij het draperen van jurken bijvoorbeeld, of bij het maken van maatpakken voor heren. Dan wordt hier en daar bijgespeld waar nodig. Zo krijgen we de proporties van een bepaald silhouet.
GUIDO: Je liet daarjuist het woord commercieel vallen. Wat is jouw specifieke doelgroep?
Stijn: Dat hangt van het kledingstuk af. De gecentreerde hemden doen het zeer goed bij sportievelingen, elegante dames kiezen voor de couturejurken en dan zijn er nog de maatpakken. We hebben een breed publiek, zeg maar. Ik vind het ook belangrijk om verschillende soorten outfits aan te bieden. Wie weet dat hij goed zit bij ons merk voor de sportievere shirts, vindt waarschijnlijk ook wel zijn ding bij de chiquere kostuums.
GUIDO: Moeten we diep in onze zakken graaien om een ‘Stijn Helsen’ in onze kast te kunnen hangen?
Stijn: Moeilijk te zeggen, want de stof en de kwaliteit spelen een rol en daar zit heel wat verschil op natuurlijk. Maar we verkopen zowel T-shirts voor 40 euro als pakken van 600 of 2000 euro. We hebben ook verschillende lijnen. Binnenkort komen we met een nieuwe ondergoedlijn uit, maar tot nu toe valt bij de jongeren vooral de SH4U-lijn in de smaak.
GUIDO: Wat vind je zelf de verschrikkelijkste trend van de voorbije jaren?
Stijn: Ik hou niet van slecht passende kleding, laat ik het zo stellen.Er zijn ook veel mensen bezig met mode en pasvormen die totaal geen kennis van zaken hebben. Maar ook daar is blijkbaar een markt voor, dus wie ben ik om dat af te keuren?
Ik ga op reis en ik neem mee… "Maatpakken! Saint-Tropez, Ibiza, Milaan, de bestemming doet er niet toe. Voor maatpakken moet je gewoon respect hebben. Ze gaan al zoveel jaren mee en zijn eigenlijk amper veranderd sinds de eerste versie. Het zit ‘m echt in de afwerking. Er zijn veel fabrikanten die T-shirts, shorts en sportkledij kunnen maken, maar een mooi en passend maatpak creëren, is vakwerk."
Mijn kleerkast is "... behoorlijk groot (lacht). Ik draag veel pakken die ik zelf heb ontworpen, maar ik heb een zwak voor schoenen en mooie riemen en horloges. Ook die haal ik uit mijn eigen collecties, maar ik durf ze hier en daar toch nog ook eens te kopen."
Mijn gaartijd ’s morgens bedraagt "... twaalf en een halve minuut! (lacht) Nee, ik doe wat nodig is om deftig voor de dag te komen. Maar iedereen moet toch wel een beetje ijdelheid in zich hebben vind ik, anders laten we ons gaan."
De leukste winkelsteden in het buitenland zijn "... Milaan en Parijs. Daar loop ik wel altijd binnen in de grote modezaken, om te kijken waarmee mijn collega’s bezig zijn en wat ze goed doen en wat niet."
Mijn favoriete winkelstad in België is "... Hasselt. En Antwerpen vind ik ook wel leuk. In Brussel, waar ik woon, houd ik dan weer van de toffe antiquairs met vintage spullen, meubels uit de jaren ’30 enzovoort."
Mijn favoriete kledingstukken zijn "... de pulls en petjes die ik van mijn vader heb geërfd. Die draag ik regelmatig, ter ere van hem."
(SVR)