Amour
Michael Haneke, de sombere chroniqueur van het menselijke noodlot, heeft na het ontnuchterende meesterwerk Das Weisse Band alweer een film afgeleverd die je treft als een vuistslag in het gezicht.
Met zijn statische, genadeloos observerende camera volgt hij een hoogbejaard koppel in hun Parijse flat. Het zijn gedistingeerde mensen, cultuurliefhebbers met een rijpe portie savoir-vivre in hun oude botten. Tot de vrouw een beroerte krijgt, hulpbehoevend wordt en de naderende dood het koppel steeds meer in een wurggreep neemt. Hun wereld vernauwt tot een aantal onvermijdelijke dagelijkse rituelen. Leven wordt overleven. In de handen van een andere regisseur had dit een melodrama kunnen worden over onvoorwaardelijke liefde tussen levenspartners, maar dan ken je Haneke nog niet. Hij ontleedt de Liefde uit de titel met een scalpel, tot enkel nog een skelet overblijft, een aanpak die recht naar de keel grijpt. Op den duur komen de muren van het appartement op je af, middels een magistrale reeks shots van de landschapsschilderijen die de man en vrouw gedurende hun leven hebben verzameld. Ze verbeelden de afgesloten buitenwereld, die voor deze mensen neerkomt op een ingekaderd verleden. Amour, dit jaar winnaar van de Gouden Palm in Cannes, is een ijzingwekkend sterke film die de eindigheid van het leven zonder enige verbloeming tastbaar maakt.
(HDP)