“De nieuwe nerds veroveren de wereld”
Het haar sluik langs de slapen, een dichtgeknoopt ruitjesoverhemd en een dikke bril met steriliseerbokalen op de neus: wat is het? Jij daar, antwoord! “Een nerd misschien?” Zeer juist!
Hoe zit het met dat uitstervende ras? Laten ze tegenwoordig nog van zich horen? Zeker, maar ook nerds gaan met hun tijd mee. En weet je wat? Ze amuseren zich. Wij trokken onze Mefisto’s aan, speelden een partijtje dammen en kregen bovenop dit alles nog heerlijke pudding.
Met Harry Potter en Bill Gates als prototypes van de huidige nerdgeneratie moet je al oppassen wat je zegt over het schuwe volkje. Want die uil van een Harry en dweep van een Bill zijn wel eventjes superpopulair. Al gaat het bij meneer Gates wel eerder om zijn handeltje zelf. Gelukkig maar. Bill Gates als sekssymbool, stel je voor! Hoewel, mannen met macht schijnen een enorme erotische uitstraling te hebben. Yeah right! Wij hadden het hier wel over nerds zonder poen, moeiallen. Goed, nu we daar weer vanaf zijn, kunnen we onze bollebozentocht verderzetten. En geïnteresseerd in ons bescheiden oordeel? Wel, de nieuwe nerds veroveren binnen enkele jaren de wereld, want ze zijn eerlijk en origineel.
Computerfreak Dries: “Via de chat leg ik veel makkelijker contacten”
Om maar een keer alle originaliteit aan onze laars te lappen, kloppen we als eerste aan bij, jawel, een computerfreak. Trek die lade open, beste man. En verwen ons met clichés. “Ik hou helemaal niet van het woord computernerds,” zegt Dries C., een 20-jarige student uit Mechelen. “Als je dan toch een etiket op me wil kleven, noem me dan liever een gamer. Dat is een juistere benaming.” Zeg eens, hippe gamer, wat is er zo heerlijk aan dagenlang voor dat computerscherm zitten? “Ik denk er niet in die termen over na. Bij mij is het een gewoonte geworden. Het eerste wat ik doe als ik thuiskom, is mijn pc aanzetten. En net voor ik ga slapen zet ik hem weer uit.” Boeiend! En laat je je trouwe vriend ook wel eens met rust? "(denkt na) Als ik ga eten, zeker? Ik leef eigenlijk op mijn slaapkamer. Het gebeurt zelden dat ik een avondje beneden zit. Mijn ouders vragen het zelfs niet meer, die hebben dat al lang opgegeven.” Dries lijkt er allemaal niet veel om te geven. Zolang hij zijn computer maar dichtbij zich heeft. Een avondje tooghangen met de maten zal er voor de jongen niet meteen inzitten. “Met mijn beste kameraad ga ik soms wel eens iets drinken, maar hij is ook computergek. We hebben dus eigenlijk meer contact via de chat. Ik heb hier op mijn kamer genoeg te doen, ik verveel me hier absoluut niet.” We kunnen je alleen maar aanmoedigen, Dries. Want wat is er nu leuker dan op een duf kamertje in een fake wereld te leven? Héérlijk! “Het is niet dat ik geen contact heb met andere mensen. Op school werk ik toch ook samen met mijn medestudenten? Ik heb gewoon de behoefte niet om die mensen ook nog na schooltijd te zien. In de computerwereld word je tenminste beoordeeld op je capaciteiten en niet op je uiterlijk bijvoorbeeld. Mijn contacten via de chat verlopen allemaal enorm vlot, in het echte leven kost mij dat veel meer moeite. Tegen iemand aan de toog zou ik nooit beginnen praten, terwijl je bij het chatten zo vaak met vreemde mensen een gesprek begint.”
“Als mijn cybervriendinnen willen afspreken, haak ik af”
Zet je eens op onze knie Dries, en gooi het in de groep. Waarom huiver je zo van de mensheid? “Ik heb niks tegen de mensheid, maar op het internet krijg je gewoon veel meer kansen. Daar moet je niet altijd stoere praat verkopen of scoren.” Zeer sympathiek van dat internet, maar een kerel van 20 wil toch ook wel eens een blonde Leffe achterover slaan of een juffrouwtje versieren? “Dat wel, maar ik ga dat niet forceren. En ik zal het zeker niet doen om erbij te horen. Ik heb al een paar cybervriendinnen gehad, maar uiteindelijk willen ze toch allemaal afspreken. En dan haak ik meestal af.” Maar Dries, moeten we je bij je haren sleuren misschien? Wie weet wacht er wel een blonde stoot op je. “Er zaten inderdaad al mooie meisjes bij, maar van zodra ze een foto van mij vragen, klap ik dicht. Ik probeer het dan zo lang mogelijk te rekken en verzin de meest onnozele excuses, maar na een tijdje hebben ze het door en is het gedaan. Dat vind ik soms wel jammer, ja. Maar voor de rest voel ik me hier helemaal niet slecht bij. Als ik nu graag van op een afstand toekijk, dan is daar toch niks mis mee.” O maar, jij gelukkig, wij ook! We laten je maar verder cyberen dan, groeten aan je joystick!
Pedastudente Isabelle: “Wij spelen gezelschapsspelletjes in plaats van op café te hangen”
Nerds, the real ones dan, zijn meestal intelligenter dan hun leeftijdgenoten en leggen andere interesses aan de dag. Terwijl hun klasgenootjes buiten op straat aan het voetballen waren, zaten zij binnen te solderen aan een modem of bereidden zich voor op de scheikunde-olympiade. Maar kleine nerdjes worden groot. De grote boze wereld wacht op ze. “Grrraaauwch”, zegt die wereld likkebaardend.
De biotoop van Isabelle De Wulf (21) is sinds twee jaar een muzikaal instituut in Leuven dat we niet bij naam mogen noemen. Isabelle houdt zich liever op de achtergrond. Maar lieve muziekvirtuoos, bij Guido blijft niemand op de achtergrond. En dat geldt ook voor tengere meisjes met een veel te grote rugzak. Isabelle zit niet op kot maar op peda, samen met nog een heleboel andere meisjes. “Hier zijn we eigenlijk één grote familie, niemand wordt uitgesloten. Als je verjaart, mag je bijvoorbeeld kiezen wat er die dag gegeten wordt. Ik heb ook graag veel mensen om mij heen. Op een gewoon kot zou ik me meer alleen voelen. En hier zorgen we allemaal wel een beetje voor mekaar. Dat geeft een veilig gevoel. Het enige dat ze hier vragen is dat we respect hebben voor mekaar.” Respect is de basis van alles, Isabella! Laat me raden, vergiffenis staat ook boven aan jullie verlanglijstje? “Zeg, zo serieus gaat het er hier niet aan toe. De meisjes die hier zitten, houden gewoon iets meer van de rust. In plaats van elke avond op café te hangen, spelen wij gezelschapsspelletjes. We triviallen of kaarten meestal. Soms geven we ook kookles aan mekaar. Daar zijn we toch gauw een paar uur mee zoet.”
“Jongens mogen hier wel op bezoek komen, maar dat gebeurt niet vaak”
Stevig gaan shaken en ’s ochtends niet meer weten waar je kot is, dat heeft Isabelle nog nooit meegemaakt. Eén keer heeft ze alcohol gedronken, dat was meteen ook de laatste keer. Maag een beetje overhoop, beste meid? Of werd je ’s morgens naast een onbekende bink wakker? “Nee hoor, bespaar me dat. Misselijk was ik wel een beetje die avond, maar dat was het probleem niet. Het was vooral dat controleverlies dat me beangstigde. Ik was bij een vriendin op kot naar een feestje geweest. En daar had ik twee glazen wijn gedronken.” Foei, foei. Dat je Leuven nog binnen mag…! “Ik ben nu eenmaal niet gewend om alcohol te drinken, na een paar glazen voelde ik mij echt raar. Ik flapte er ook de meest onmogelijke dingen uit. De anderen vonden het natuurlijk hilarisch. Isabelle ging uit de bol, dat hadden ze nog nooit gezien. Maar zelf vond ik er niks aan. Ik vond het veel te griezelig om mijzelf niet meer onder controle te hebben.” De kerstfeestjes op jullie verdieping zijn vast legendarisch? “Zeker! We kopen dan allemaal cadeautjes voor mekaar. Elk jaar stelt iemand anders zijn kamer ter beschikking. En we verdelen de taken dan wat; de één zorgt voor de hapjes, de ander voor het dessert. Iedereen is echt altijd in de weer.” Wellicht wordt er dan gefeest tot in de vroege uurtjes. Met als afsluiter waarheid, durven of doen? “We zijn dan inderdaad wat uitbundiger dan anders, maar waarheid, durven of doen hebben we nog nooit gespeeld. Misschien moeten we dat eens proberen. Alhoewel, moeten daar geen jongens bij zijn?” Isabelle, nu doe je ons naar de pillen grijpen. Jongens, dat vreemde ras. Is dat niet onverantwoord, die binnen te laten op jullie gerespecteerde kamers? “Jongens zijn hier zeker welkom, ze mogen alleen niet blijven slapen. Al komen er hier niet al te veel over de vloer, moet ik toegeven.” Misschien schrikken al die meisjes hen wel af? “Ach, hier zijn een heleboel meisjes die een lief hebben. Je denkt toch niet dat ze de hele week zonder hun vriendje kunnen? Wij zijn inventief, hoor (lacht).”
“Als we naar een fuif willen, moeten we op voorhand de sleutel vragen”
Een goede vriend met syllabussen ontvangen mag dan nog wel, maar zelf op jacht gaan kost blijkbaar meer moeite. Als het aan Isabelle ligt, laat ze het aan de boys zelf over. “Soms ga ik wel naar een fuif, meestal is dat dan een td van één of andere faculteit van een vriendin. We moeten dan uiteraard een sleutel vragen, want normaal gezien moeten we om halftwaalf binnen zijn. Wie later weg wil blijven, moet een sleutel vragen. Zo werkt het.” Fuifnummers die elke dag de sleutel komen vragen, zullen toch wel op gepaste wijze op de vingers getikt worden, niet? Met een liniaal in de hand… Maar onze gedachten dwalen af. We hadden het over sleutels. “Je moet van die regel geen misbruik maken. Een keer per week de sleutel vragen, is zo ongeveer de gewoonte. De andere dagen amuseren we ons immers hier. En we moeten ook nog studeren, hé. Het kan misschien pretentieus klinken, maar in ons huis buizen er maar heel weinig meisjes. Dat is toch ook een voordeel?” Uiteraard. Want studeren is het belangrijkste in het leven. Goede punten halen en op tijd gaan slapen, daar tekenen wij voor.
Pas geoute spetter Kenny: “Ik had nooit gedacht dat ik zoveel succes zou hebben“
Dat mooie studieresultaat behalen, is - laat ons eerlijk zijn - toch wel aangenaam. Maar er zijn ook nog andere dingen in het leven. Dat ontdekte ook Kenny Van Meerbeek (22). Hij was als puber een bolleboos tot en met. En naar eigen zeggen droeg hij inderdaad een ziekenfondsbrilletje. Nu staat hij voor ons met een strak zwart hemdje, een nonchalante jeans en het allercoolste kapsel van de wereld. Het kan verkeren, zei Bredero ooit. Oh yes baby, wij zijn overtuigd. Maar voor Kenny zelf was zijn te grote bril en te witte hemd een gewoonte. Hij stond er niet echt bij stil. Nu, na zijn gedaanteverwisseling, is Kenny een ander mens. “Ik gaf wel om mijn uiterlijk, vertelt Kenny. “Iedereen wil er natuurlijk graag bijhoren, ik wist gewoon niet beter. Ik was geen stoere voetballer, ik ging naar de muziekschool en las veel. Dat zijn geen zaken om als puber mee te pronken. Nu denk ik daar natuurlijk heel anders over.” Kenny, een mens mag van mening veranderen. In deze herfsttijden treden wij beschermend op. Hoewel, veel bescherming lijk je niet nodig te hebben op dit moment, you stud. “Ik heb inderdaad een megametamorfose ondergaan. Toen ik na mijn middelbaar ging voortstuderen, ging er een nieuwe wereld voor mij open. In Brussel belanden, was het beste wat mij kon overkomen. Hier kon ik al die moeilijke jaren van mij afschudden. Al ben ik niet echt gepest geweest of zo. Mijn kameraadjes negeerden mij eerder. Misschien waren ze wel jaloers omdat ik betere cijfers haalde (lacht).” Toen Kenny in de grootstad aankwam, voelde hij zich meteen op zijn gemak. “Niemand kende mij hier, ik kon helemaal opnieuw beginnen.” Geduld is niet onze sterkste kant, vertel Kenny, vertel! “Ik leerde enorm veel interessante mensen kennen, en tot mijn grote verbazing vonden mijn medestudenten mij ook best ok. Toen ik dan ook nog een lief vond hier in Brussel, kon het voor mij niet meer stuk. Alles ging toen plots heel erg snel. Ik heb toen ook eindelijk aan mijn ouders durven zeggen dat ik homo ben. Wat een bevrijding! Sindsdien voel ik mij fantastisch. Ik heb gewoon veel te lang in een bekrompen wereld geleefd. Nu doe ik wat ik wil, én met overtuiging. Weet je dat ik veel succes heb bij de gasten (knipoogt)? Wie had dat ooit gedacht?” Wij, Kenny, wij…
Riet Evers